WesterhellingCat

© Rob Boumans, digitale bewerking Henk Kersten/Stichting Noviomagus.nl

R.K. Jongenspensionaat MARIA ASSUMPTA

De Westerhelling

Directie: Fraters Maristen

Sophiaweg 8 Nijmegen

INLEIDING

In 1955 is op het landgoed “De Westerhelling” aan de Sophiaweg in Nijmegen de eerste steen gelegd voor een te bouwen Rooms-katholiek jongenspensionaat met 4-jarige MULO-school. Architect: F.A. van Hal en J. van Groenendaal. Opdrachtgever was de Congregatie van de Fraters Maristen, een kloosterorde in 1817 gesticht door de Zalige pater Champignat.
Deze orde kwam voor het eerst in 1937 naar Nederland; het waren Duitse fraters door Hitler uitgewezen. Later heeft zij zich ook gevestigd in Azelo bij Borne in de Achterhoek Twente en omstreeks 1955? in Nijmegen. De in Nijmegen werkzame fraters kwamen uit België en dat was een prettige bijkomstigheid vanwege het in mijn beleving mooie Vlaamse taalgebruik. Wat lastiger werd het als zij, wanneer wij iets niet mochten horen, onderling dan Frans spraken.
Het internaat is aan het begin van het schooljaar 1957? geopend en heeft bestaan tot juli 1977. Het bood plaats aan ca. 165 jongens. (Volgens een publicatie in de Gelderlander van 12 augustus 2005 zou de totale capaciteit 240 jongens en 20 fraters bedragen, hetgeen mij onwaarschijnlijk voorkomt)
Het internaatsgebouw is hierna door SSHN geschikt gemaakt voor studentenhuisvesting. 119 Wooneenheden voor alleenstaanden en 75 tweepersoons wooneenheden. De kapel op zijn beurt is in 2005 tot 17 wooneenheden verbouwd. De MULO-school is opgenomen in een scholengemeenschap en heet tegenwoordig het Montessorie College locatie Kwakkenberg.

De schrijver van dit artikel heeft in de periode 1960-1964 op De Westerhelling gezeten. Herinneringen en leraren/klassenfoto’s stammen uit die tijd. Hij is geboren Nijmegenaar. Met meerdere lotgenoten uit deze plaats kon hij als het ware vanuit zijn slaapkamer op zijn ouderlijk huis kijken. Eén van de jongens letterlijk want dat bevond zich tegenover de ingang aan de Sophiaweg!

PROMOTIE EN INSCHRIJVING

Als promotie werd een boekje uitgegeven, waarin kennis kon worden gemaakt met de doelstelling van het instituut. Dit gelardeerd met foto’s van internaat en school. 
Het kostgeld bedroeg in 1960 kaal 1200 gulden per jaar, in drie termijnen te voldoen.
Daar kwamen nog schadekosten bij die op de groep werden verhaald en kosten voor schoolzwemmen, schrijfbenodigdheden en dergelijke. 
In het promotieboekje was tevens een inschrijvingsformulier opgenomen. 

 


01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12
 

INRICHTING

Het landgoed “De Westerhelling” van ca. 10 ha. ligt met de lengteas in oost/west richting met de hoofdingang aan de oostzijde. De inrichting was van voor naar achter als volgt:

INTERNAATSGEBOUW met KAPEL

Het internaatsgebouw had de vorm van een carré waarbij links aan de voorzijde de kapel tegenaan gebouwd was.

In het voorste bouwblok en het rechter deel waren het klooster, de administratie en de keuken opgenomen. Op de tweede verdieping rechts bevonden zich ook nog verschillende slaapkamers van de jongens.

In het gedeelte links en in het bouwblok aan de achterzijde zaten voornamelijk de internaatsvertrekken. Op de begane grond in het linkerdeel was de toneelzaal met podium gelegen.
Als ik mij niet vergis was er nog een (studie)zaal op de eerste verdieping. In het achterdeel bevonden zich links en rechts trapportalen met elk op de begane grond een toiletblok. De grote resterende tussenruimte tussen deze blokken stond in open verbinding met de aangrenzende speelplaats (het gebouw stond hier op kolommen met bogen). Bij slecht weer kon hier geschuild worden. Dit enkel als frater prefect, het hoofd van de afdeling, daarvoor het sein had gegeven. Op de eerste verdieping waren een studiezaal en recreatiezaal voor de Kleine Afdeling gesitueerd, evenals twee eetzalen gescheiden door een harmonicadeur. Op de tweede en derde verdieping waren de slaapkamers. Iedere jongen had een eigen slaapkamertje met toegangsdeur en buitenraam. Deze was voorzien van een spiraalbed met matras en kussen. Hierboven tegen de muur was een aflegplank bevestigd. Verder was er een hang/legkast en krukje. Tevens een wastafel met koud stromend water, waarboven een spiegel tegen de muur. De ruimte werd verwarmd door een kleine CV-radiator. Het te openen raam met stalen kozijnen en enkel glas was voorzien van een uitzetbaar bovenlicht. De binnendeur had een matglazen raampje.

VILLA

De door Oscar Leeuw ontworpen villa uit 1912 “De Westerhelling” waarnaar het internaat was vernoemd, had in de jaren zestig een voor mij onbekende bestemming. Voor zover ik weet had frater Jozef, de kunstenaar, daar zijn atelier.

Momenteel zijn dit gebouw en de bewoners het enige dat nog herinnert aan de Fraters Maristen. Hier kan nu een begeleiding op je levensweg worden gevonden onder het motto “Een reis naar binnen” (www.eenreisnaarbinnen.nl) 

SCHOOLGEBOUW

Het schoolgebouw was iets hoger gelegen ten opzichte van zijn omgeving en was voorzien van toegangstrappen. Tussen dit schoolgebouw en het internaatsgebouw lag de “kleine speelplaats”. 
Vanhier hadden de jongens van de Kleine Afdeling hun ingang naar het schoolgebouw. Aan de andere kant van het schoolgebouw lag op zijn beurt de “grote speelplaats” waarvandaan de jongens van de Grote afdeling het gebouw betraden. Natuurlijk ging dat niet zomaar. Na een fluitsignaal werd in gelid opgesteld.

De school had een centraal gedeelte met hoger plafond dat tevens dienst deed als studiezaal voor de Grote Afdeling. Het aantal klaslokalen was toentertijd al niet afdoende, want klas 4B had les in het natuur- en scheikundelokaal. Verder was er een lerarenkamer en toiletruimten. Ook een berging, waarin frater overste dagelijks het zogenaamde “ziekenrapport” hield. Wanneer een jongen zich niet helemaal lekker voelde kon hij bij hem terecht. Meestal werd hij dan weggestuurd met de opmerking “Da’s niks, jong”en werd hem een Agré-Gola verstrekt, een zuigtablet voor de keel ook al kwam hij voor zijn enkel. Omdat die lekker was en voor niets, stond men hiervoor vaak in de rij.

GYMZAAL

Op de begane grond van dit gebouw bevonden zich de toilet- en doucheruimten. Met een trap naar boven werd het gymlokaal bereikt. Geacht werd dat je na de gym (of zwemmen) een douche nam.
Een extra douchebeurt was op de vrijdag voor het weekend dat je naar huis mocht.

RECREATIEPAVILJOEN

Aan de andere zijde van het pad langs de gymzaal lag een langwerpige houten barak dat dienst deed als recreatieruimte voor de Grote Afdeling. Wederom bleek hieruit dat bij de benodigde ruimte voor zoveel jongens te krap was bemeten. Voornoemd pad had zijn oorsprong aan de Kwakkenbergweg en werd soms als achteruitgang gebruikt. Meestal was het hek echter gesloten. Verderop in de bocht van dit pad lag het woonhuis van meneer Van de Berg, het hoofd van de school. Dit was de vroegere boswachterswoning van het landgoed. Daarvandaan kon hij het achterterrein in de gaten worden gehouden.

TENNISBANEN EN TRAININGSVELD

De asfalt tennisbanen met gaaswerk en rechts daarvan het niet ingezaaide voetbal trainingsveld zijn pas omstreeks 1961 gerealiseerd. Het trainingsveld werd, toen het in gebruik werd genomen, door een plaatselijke voetbalvereniging van lichtmasten voorzien.

SPORTVELDEN

Er werden over de breedte twee voetbalvelden aangelegd. De afmetingen waren echter niet conform de KNVB-voorschriften.

 


13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33
 

AFDELINGEN

Zoals eerder vermeld waren er ongeveer 165 leerlingen. Deze waren verdeeld over twee groepen te weten:

Klassen 1A, 1B, 1C en 2A: Kleine Afdeling
Klassen 2B, 3A, 3B, 4A en 4B: Grote Afdeling

Aan het hoofd van elke afdeling stond een frater prefect. Bekende prefecten in mijn tijd waren de fraters Jozef en George. Daarnaast had elke afdeling zijn eigen speelplaats en recreatieruimte. Een groot privilege was, dat de op bepaalde tijden door de Grote Afdeling gerookt mocht worden. 

 


34

35

36
 

ORDE, RUST EN REGELMAAT

Hoe het grote aantal jongens in hun puberteit in bedwang te kunnen houden handelde men onder het motto: orde, rust en regelmaat.

ORDE werd gehandhaafd door een streng regime te hanteren. De huisregels dienden eenieder bekend te zijn, overtredingen werden gestraft. Speciaal hiervoor was een strafkaartensysteem in het leven geroepen. Afhankelijk van de ernst van de overtreding werd een aantal strafpunten toegekend. Iedere leider, zowel van het internaat als van de school, was gemachtigd strafpunten op naam te stellen. Dit voor zowel gedrag als vlijt. Op de donderdag tijdens de avondstudie trad frater overste dan binnen met een groot boek onder de arm. Altijd weer een spannend moment. Hierbij werden dan vanaf een verhoog de strafpunten bekend gemaakt. Aan dit aantal werd een kaartkleur gekoppeld, die een strafmaat voorstelde. Daarnaast werd de kaart naar de ouders gestuurd!

• Blauwe kaart: 4 strafpunten
• Rode kaart: 6 strafpunten

Meerder kaarten en kaartcombinaties waren daarbij mogelijk. Dubbel blauw, rode en blauwe kaart, dubbel rood. Dit afhankelijk van het totaal aantal strafpunten. Kwam iemand één of meerde punten tekort voor een kaart, dan was frater overste niet te beroerd een pen uit zijn toog te toveren en deze er alsnog aan de lijst toe te voegen!

Als grootste overtreding golden de volgende vergrijpen:

• Stiekem roken
• Ongeoorloofde afwezigheid

Om de jongens hierop te kunnen betrappen hadden de fraters zich hierin gespecialiseerd door hiervoor een uiterst fijne neus te ontwikkelen. Omdat de jongens het ene weekend, beginnend zaterdags om12 uur, binnen bleven en het volgende naar huis mochten, kon de strafmaat hierop makkelijk worden aangepast. Een strafstudie als men binnenzat was natuurlijk minder erg dan die op zondagavond op een vrij weekend dat je naar huis mocht en je eerder terug moest komen. Dubbel rood betekende onverbiddelijk dat je op het vrije weekend niet naar huis mocht.

Een speciale kaart als beloning ontbrak niet.

• Witte kaart: drie kruisjes

Je moest hiervoor je best doen om deze te verwerven. Ikzelf was daar niet zo handig in. Toch mocht ik het genoegen smaken er één te mogen ontvangen. Het hoe en waarom is mij tot op de dag van vandaag onduidelijk gebleven. De beloning bestond uit een extra weekend naar huis! Ook met de verjaardag van papa of mama mocht je een extra weekend naar huis. (Dit natuurlijk altijd weer na goedkeuring van de ouders)

 


37

38

39
 

RUST werd op de eerste plaats verkregen door contact met meisjes uit te sluiten. Als je al één zag, dan was het een zus van één van de jongens tijdens bijvoorbeeld een familiebezoek of fancy fair.

Aan sport en spel konden de jongens hun tomeloze energie kwijt. Tussen de middag was er op de kleine afdeling het vlaggenspel. Het vrat wel gymschoenen, daar op die stoeptegels. Twee partijen. Eén partij (de jagers zal ik maar zeggen) stonden links en rechts van een hok aan het begin van een veld achter de achterlijn. De jagers mochten dit hok niet betreden. Voor het hok stond een verdediger van de vlagpartij. Die verdediger moest zorgen dat de jagers achter de achterlijn bleven. Werden ze in het veld afgetikt door de verdediger, dan mochten ze niet meer meespelen. Een speler van de vlagpartij moesten proberen om de “vlag”, een stok die schuin in de grond stond, naar de andere kant van het veld te brengen. Dit ging met veel schijnbewegingen gepaard. Werd de loper met de vlag afgetikt door de jagers, dan had de vlagpartij verloren. Daarna werd er van opdracht geruild. Lukte dit echter wel, dan kwam de volgende loper in beeld. (Met dank aan een elders gepubliceerde anekdote)
Dit spel werd afgewisseld met voetbal. Metalen ronde stangen voorzien van een zware voet werden dan als doelpalen met een tussenafstand van zoveel tegels neergezet. Volleybal kan ik me alleen van de grote speelplaats herinneren.

Op de woensdagmiddag werd er gevoetbald en ook op de zaterdag van het weekend dat men binnenzat. Ook kon men tennissen of gewoon naar de recreatieruimte gaan. Daar kon dan worden gebiljart of getafeltennist.

REGELMAAT ontstond eigenlijk vanzelf. De dagindeling was bij het opstaan al bekend.

• Gewekt door handengeklap van frater prefect
• Toilet maken, aankleden en naar de kapel voor de ochtendmis
• Ontbijt
• Vier ochtendlesuren met een tussentijds speelkwartier na twee uur
• Warm middageten
• Vlaggenspel/voetbal of volleyen
• Drie middaglessen
• Pauze
• Studie van half vijf tot zes uur
• Broodmaaltijd
• Studie van kwart voor zeven tot acht uur
• Recreatie tot kwart over negen
• Naar bed en licht uit na klop op het deurraam.

Uit gegevens blijkt dat ook op de woensdagmiddag van kwart over drie tot kwart over vier een studie gepland was en op de zondag van half elf tot 12 uur. Dit laatste om de twee weken, als je binnen zat.

Op de zondagmorgen na de mis en het ontbijt werd een ochtendwandeling gemaakt. Zaak was frater prefect achter in de groep te krijgen, zodat de voorsten zelf een route konden bepalen. Als het kon ging je dan langs Mariënburg onderaan de Sophiaweg. Als wij dan langskwamen staken daar allemaal koppen boven de vensterbank uit van de meisjes die daar intern waren. En dan zwaaien!
Op de zondagmiddag mocht je op eigen gelegenheid naar de Goffert als NEC thuis speelde. Ik weet niet meer of dat altijd wel zo geweest is. 
Wat ik mij nog wel herinner uit begin jaren zestig is een protestdemonstratie van een groep grotere jongens. Zij zongen: “Waarom zijn wij, nooit op zondag vrij”. Dit naar het refrein van “Nooit op zondag” van zangeres Mieke Telkamp. Misschien is het beleid daarna enigszins versoepeld.

En ’s avonds was er dan iets te doen in de aula zoals film. (Ikzelf kan me daar weinig van herinneren, want meestal had ik dan strafstudie)

Om de twee weken ging men het weekend naar huis. Zaterdags na het laatste lesuur werden sommige jongens dan door papa of mama met de auto opgehaald. De anderen moesten op eigen gelegenheid zien thuis te komen. Uiterlijk om een uur of negen op de zondagavond diende men dan weer terug te zijn.

CLUBS en JUVENAAT

Jongens die daarvoor belangstelling hadden, konden zich bij het Maria-Legioen of Missieclub aansluiten. De artistieke frater Jozef Bossaert, zelf cinefiel, was oprichter van de filmclub. Voor leerlingen, die eventueel opgeleid wilden worden tot frater, was er het juvenaat.

DE KEUKEN

De kwaliteit van de keuken was vaak reden van onvrede. Van huis uit waren de jongens vaak verwend en de producten uit een grootkeuken zijn nu eenmaal (vaak) minder lekker dan die van moeders.
De kok zal zeker zijn best hebben gedaan en moest roeien met de riemen die hij had. De porties waren daarbij zoveel mogelijk afgemeten, waardoor zo min mogelijk weggegooid hoefde te worden. (Kom daar nu nog maar eens om) Toch waren soms grotere porties over omdat de heren het laten staan. Dan had je de ene dag rode kool (of bietjes) en de volgende dag koude schotel, waarin het restant was verwerkt. Aan de maaltijden op zondag werd grotere aandacht besteed. Bij het ontbijt waren steevast twee speculaasjes, waarmee onderling veel gehandeld werd. Bijzonder lekker vond ik een stapel van vijf, zes speculaasjes met boter ertussen.

Gehaktballen en verse worst (sausijsjes) werden respectievelijk uilenballen en berenlullen genoemd. Over de kwaliteit van beide werd door frater overste en de jongens heel verschillend gedacht. De gehaktballen hadden een hoog gehalte aan paneermeel en werden daarom ook wel “meelballen” genoemd. De worstjes zagen er onappetijtelijk uit, zo gebogen met een gekrompen natuurdarm als verpakking. En daarbij waren ze nog koud ook. Ikzelf, slagerszoon, kon ze weinig appreciëren. In een onbewaakt ogenblik verdween deze kost in mijn zakdoek, om even later in het toilet te worden weggespoeld. 

BIJZONDERE DAGEN EN EVENEMENTEN

Jaarlijks was er een ‘Overste en lerarendag” en een “Champignatdag. Op deze Champignatdag, ter ere van de stichter van de orde der Maristen, was er een voetbalwedstrijd tussen de 4e klas leerlingen en de leraren/fraters.

Aan evenementen kan ik mij een Fancy Fair herinneren alsook een race van gemotoriseerde skelters tussen wanden van strobalen. En bij het biljarten een demonstratie kunststoten door Tini Wijnen. 

TELEVISIE en BIBLIOTHEEK

In een “kelder”ruimte in het internaatsgebouw stond het enige tv toestel. Hier konden dan door de liefhebbers speciale voetbalwedstrijden worden bekeken. Interlands en wedstrijden om de Europacup.
Van deze ruimte kan ik me ook herinneren dat er door frater overste zangles werd gegeven. En oh wee wie er meebromde. Ook was er bibliotheek waar een selectie aan boeken konden worden geleend. Dit alles met een groot katholiek stempel op het geheel.

 


40

41

42
 

ONDERWIJS 

De jongens werden in een vierjarige opleiding klaargestoomd om aan het eind hiervan deze met het diploma MULO (Meer Uitgebreid Lager Onderwijs) te bekronen. Onderscheid werd nog gemaakt in MULO-A, die meer gericht was op taal en MULO-B, waar de exacte vakken een grote rol speelden.
Om enig idee te geven van het nivo van de opleiding; met MULO-B kon men naar de eerste klas van de HTS. (Hogere Technische School = bachelortitel na afloop)

Minimaal zeven keer per jaar werd een schoolrapport verstrekt. Niet alleen het behaalde cijfer voor elk vak werd hierop aangegeven, maar ook het gemiddelde cijfer werd bepaald en grafisch weergegeven.
In één oogopslag konden de ouders hierdoor de positieve of negatieve vorderingen van zoonlief zien. 
Om het geheel nog beter inzichtelijk te maken werd iedere maand een procentenlijst verstrekt waarop alle leerlingen met hun gemiddelde stonden vermeld. Hieruit kon worden opgemaakt hoe elke jongen zich verhield tot de overige klasgenoten. Onderricht werd gegeven door fraters en lekenleraren.
In het schooljaar 1961-1962 waren dat voor het tweede leerjaar:

Functie

Hoofd van de school

Godsdienst 

Nederlands

Frans

Duits

Engels

Geschiedenis

Aardrijkskunde

Bedrijfsrekenen

Wiskunde

Natuurkunde

Lezen

Gymnastiek

Naam

van de Berg

frater overste

Speller

frater Carlos

van Groenestijn

van Rooij

frater Carlos

Sutmuller

Ewals

van Merwijk

van Merwijk

van Rooij

Slaats

Bijnaam

Kont

Boris

 

 

Lübke

 

 

 

Pum(metje)

 

Aardig is te vermelden, dat de bijnaam van een leraar onderhevig is aan de verandering van de tijd.
De bijnaam “Lübke” was ontleent aan de naam van de Duitse bondspresident van dat moment, Heinrich Lübke (1959-1969). Uit gegevens van latere jaren blijkt “Lübke” door “Spitz” te zijn vervangen.

 


43

44

45

46

47

48

49

50

51

52
 

BERICHTEN

Om het contact met de ouders te onderhouden werden regelmatig berichten verstuurd. Naast mededelingen van huishoudelijke en financiële aard werden ook de ouders richtlijnen meegegeven in de lijn van de gepraktiseerde opvoeding aan hun kind. Aanwijzingen werden bijvoorbeeld gegeven wat ze hun kind het best met Sinterklaas als lectuur konden geven en wat zeker niet! (Zwarte Beertjesreeks was uit den boze)
Ook werd aan de ouders op het hart gedrukt vooral geen etenswaren mee te geven. Wat hen werd voorgeschoteld was zeer gevarieerd, ruim voldoende en van goede kwaliteit. Dit alles nog eens met extraatjes aangevuld. De berichten geven een mooi tijdsbeeld van begin jaren zestig.

 


53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

70

88

89
 

FRATERS

Alle respect verdienen de fraters, die zich verdienstelijk hebben gemaakt op het internaat De Westerhelling. Ga er maar aan staan, de zorg en verantwoordelijkheid voor 165 jongens in hun puberteit. En dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week.

De volgende namen kan ik mij nog herinneren:

•frater Gerard (Overste)
•frater Odile (portier)
•frater Gustaaf (econoom, leraar wiskunde)
•frater Carlos (leraar Frans)
•frater Josef (prefect, kunstenaar)
•frater George (prefect)
•frater Bernhard (prefect)
•frater Frans (prefect)

 


90

91

92

93

94
 

DIPLOMA

Het vierde schooljaar was het jaar van de examens. Te beginnen met het schriftelijk en mondeling godsdienstexamen. Het schoolexamen werd in 1964 in Arnhem afgenomen.
Het behalen van het diploma betekende het einde van een belangrijke episode in hun leven. Deze is op een eigen manier ervaren en hierop wordt door eenieder op eigen wijze teruggezien.

 


95

96

97
 

ANEKDOTES

1. Strafpunten

Zoals gewoonlijk op de donderdagavond tijdens de studie, kwam frater overste binnengetreden met het grote strafpunten onder zijn arm. Hij nam plaats op het verhoog en startte met het in alfabetische volgorde opsommen van de namen van de jongens die stafpunten hadden gekregen. Al gauw was ik aan de beurt omdat mijn naam met de B begint en je kon er maar vanaf zijn.
Bemelmans: 2 strafpunt
Bongers: 1 strafpunten
BOUMANS: 3 STRAFPUNTEN
Er viel even een korte pauze, dit om de weloverwogenheid van zijn beslissing te benadrukken.
Vervolgens vond zijn rechterhand met veel moeite de ingang van zijn toog en toverde er een pen uit.

EN ÉÉN STAFPUNT VAN MIJ… ZIJN VIER STAFPUNTEN: BLAUW
Ik was stomverbaasd en riep: “Dat is willekeur”
EN TWEE STRAFPUNTEN: RÓÓD (zie ORDE)
Hier had ik niet van terug ! (RoBo)

2. Fancy fair

Op een zondag in juni van 1962 werd er een fancy fair georganiseerd. Hiervoor mochten de leerlingen familie (en bekenden?) uitnodigen. Ikzelf was zo vrij geweest met twee meisjes, die ik wel eens stiekem aan het hek trof, af te spreken. En warempel, de dames waren gekomen. Nu was het zo, dat één van hen van uitzonderlijke schoonheid was, Gemma geheten. Wat gebeurde was niet voorzien. De hele school liep achter hen aan. Gevolg was, dat waar de dames vertoefden men plaats tekort kwam. Bij de andere stands was geheel niets te doen! En ze mochten voor niets!
Naar ik aanneem is de fancy fair mede daardoor een financiële strop geworden. Op de maandag daaropvolgend tijdens een maaltijd werd in ieder geval door frater prefect hierop teruggekomen.
ALS IK ERACHTER KOM WIE DIE ‘OERTJES HEEFT UITGENODIGD, DAN ZWAAI ER WAT !!
En hij sloeg met zijn vuist op de tafel, waarbij de bel de lucht in werd gekatapulteerd en veel lawaai op de stenen vloer belandde. (RoBo)

3. Roken in de klas 

Stiekem roken was een kunst die niet voor iedereen voorbehouden was. Dit was voor de waaghalzen en de onverschrokkenen. Op de bril van de toiletpot staan en de rook via het kleine raampje naar buiten blazen. Of vooraan of achteraan in de groep gaan lopen, dit afhankelijk van waar frater prefect meeliep tijdens de zondagse ochtendwandeling. Probleem was telkens weer hoe te voorkomen dat dit stiekeme gedoe niet alleen gezien werd maar ook niet geroken. Want dat betekende onverbiddelijk dubbel rood en het vrije weekend niet naar huis.

Het summum was het roken in de klas! Om niet op te vallen zat(en) de roker(s) achterin. Gewacht moest worden tot het moment dat de leraar zelf een sigaret had opgestoken. Voorbereidingen waren reeds getroffen en alles lag klaar. De kunst bestond uit achter de lestafel wegduiken, hoesten om het geluid van de aansteker te maskeren, aansteken en uitblazen, je weer oprichten. Met een schijnheilig gezicht de leraar in de gaten houden, onderwijl de arm en sigaret in de handpalm naar voren en achter bewegen. Hiermee rook van de brandende sigaret verspreidend. Dan weer bukken, een trek nemen, uitblazen, eventueel verspreiden, oprichten en dan weer zwiepen met die arm.

Een klasgenoot van mij H.D. (ik noem geen namen) wilde dit ook wel eens proberen. Hij zat al in de derde klas dus hij werd handig en verstandig geacht. Een nadeel dat voor hem sprak was dat hij voorin de klas zat. Hij was erin geslaagd ongezien de sigaret aan te steken en had deze in de lestafel gelegd. Zo eentje met een te openen klep en met bovenop rechts waar vroeger een inktpotje in gezet kon worden.Hij nam nog een trek en plots viel zijn handelen op!
WAT BEN JE DAAR AAN HET DOEN?
Hij legde snel de sigaret terug in het kastje en sloot met een klap de klep.
NIETS MENEER ! 
En een mooie dikke kring van rook steeg op, geproduceerd door de plotselinge overdruk in het kastje en gevormd door het gat van de inktpot….. (RoBo)

4. Een gezagsprobleem

Wederom zal ik geen namen noemen, enkel initialen gebruiken.
In de derde klas werd om onduidelijke redenen B.S. uit de klas gestuurd maar hij weigerde te vertrekken. De leraar, wie dat was kan ik mij niet meer herinneren, raakte furieus en werkte al meppend en schoppend de jongen uit het klaslokaal. Hij bleef even weg, kwam terug en was nog steeds behoorlijk over zijn toeren. In het voorbijgaan zag ik waarom. Tijdens zijn actie was zijn knie in aanraking gekomen met de muur en een broekspijp vertoonde een groot gat. Na zo’n ernstig accident had ik verwacht, dat persoon in kwestie van school zou worden verwijderd, dan wel voor lange tijd zou worden geschorst. Niets van dit alles. Het leven ging door alsof er niets gebeurd was. 
Ik heb altijd het sterke vermoeden behouden dat de kwestie door zijn ouders is afgekocht. Hij had blijkbaar vermogende ouders, gelet op zijn privilege om op de woensdagmiddag in de stad singeltjes te mogen kopen voor zijn platenspeler. Dat mocht echt niemand! (RoBo)

5. In bed naar de radio luisteren

Als toegift een verhaaltje over het stiekem op je slaapkamer naar de radio luisteren. De bedoeling was, dat nadat het licht was gedoofd je ging slapen. Niets van dit alles, dan werd ik pas echt wakker!
Dan kwam mijn in een zeepdoos ingebouwde radio tevoorschijn. Hiervoor waren de onderdelen van een Pionier II van Philips gebruikt. Deze zelfbouwradio had een kristalontvanger en benodigde geen batterijen. Alleen een antenne en een aansluiting op aarde. Hiervoor werd de radio aangesloten op de bedspiraal en op de waterleiding onder de wastafel. Vervolgen werd met de zenderknop naar een radiostation gezocht en met het oortelefoontje naar het zeer zwakke signaal geluisterd.
Beter iets dan niets, zullen we maar zeggen. (RoBo)

 


98
 

Met speciale dank aan mijn vader Thijs Boumans die mijn studie heeft mogelijk gemaakt en veel bescheiden heeft bewaard.

Rosmalen, februari 2009

Rob Boumans

REAGEER

terug

Reactie 1:

Jeroen de Groot, 11-03-2009: Vijf jaren kostschool komen weer boven. Alle herinneringen, leuke en minder leuke.

Zelf heb ik er ook een leuke periode gehad, veel sporten en veel tijd in de studie en onderwijs, maar ook steeds het ontsnappen aan dit dictatoriale (Belgische) systeem. Ik was ook een van degene, die maar op 3km afstand woonde van de Westerhelling. Regelmatig ontsnappen om thuis even bij te tanken (snoep en eten). Gevolg was, dat ik een grootbezitter was van "Blauwe kaarten", dus regelmatig in de weekenden langer moest nablijven en een aantal lessen uit een leerboek moest overschrijven.
In het verslag ontbreken nog de kleurrijke personeelsleden, zoals Amilia (de keukenhulp), Toon en Frans. Toon zorgde altijd om vier uur als we uit school kwamen voor een kist met brood. Twee korsten brood met boter om onze honger te stillen.
Frater Frans (bijnaam "Geniep") doorzocht regelmatig onze kamers op verboden boeken en literatuur. Meegebrachte boeken moesten gekeurd worden en werden voorzien met een paraaf. De laatste twee jaar had ik Frater George als prefect. Hij had regelmatig een sigaret of sigaar tussen zijn lippen hangen, deze werd dan opgerookt zonder hem uit z'n mond te nemen. Met hem heb ik een leuke tijd gehad, zelfs af en toe een biertje gedronken, tijdens het verbouwen van het fietsenhok tot recreatieruimte voor de oudsten.

Achteraf gezien een prima zet van mijn ouders.
Rob, een fantastische bijdrage, die nog op deze site ontbrak. Hulde!!

Reactie 2:

Jos Mulder, 07-05-2009: Zelf was ik student vanaf eerste jaar dat het nieuwe gebouw werd geopend en in bedrijf genomen. Totaal ben ik 4 jaren leerling geweest op Maria Assumpta, en heb hier veel herinneringen aan over gehouden, met de nodige anekdotes.
De mooiste vond ik wel dat bij afscheid van de laatste groep 4 (altijd boel op stelten) de verlaters de auto van de Duitse leraar hr Speller in het washok werd gemanouvreerd zodat hij er zonder "hand en tilkracht" nooit meer uit kon (ingang onder keuken).

De losse handjes van Hr penning (schimmelpenning bijnaam) zijn mij ook altijd bijgebleven.
Het regime van de prefect (jules) had trekjes van wreedheid als ik terugdenk aan de strafwandelingen.
Zo kan ik nog wel even doorgaan.

Reactie 3:

Henk Kersten, 04-06-2009: In eigen archief vond ik onderstaande drie foto's:

   

Reactie 4:

Cees Kok, 22-12-2009: Goede middag,

Ik heb bij toeval jouw reportage op het internet bekeken.

Mijn naam is Kees Kok en ik heb tussen 1959 en 1963 op de Westerhelling gezeten. Ik heb daar Cor Vreeswijk leren kennen en tot op heden zijn wij nog bevriend. Dit jaar hebben wij een 50 jarig jubileum gehad van deze vriendschap en zijn wij samen met onze vrouwen ruim een maand geleden naar Nijmegen gegaan en hebben wij de Westerhelling bezocht. Cor had nog een fotoalbum van toen en vandaag kreeg ik nog wat reglementen uit die tijd en 2 kern blaadjes voor oud-leerlingen waarin bleek dat ik ook nog sportredacteur was. Voordat ik naar Nijmegen ging met Cor had ik gegoogled op Westerhelling en kwam ik jouw reportage tegen. Heel erg leuk en alle herhinneringen kwamen weer boven Ik heb hem uitgedraaid en aan Cor ook gegeven.

Tijdens ons bezoek hebben wij aangebeld bij de villa, waar nog enkele fraters wonen. Wij werden uitgenodigd op de koffie en aan de hand van het fotoalbum en jouw reportage kregen wij te horen dat iedereen die wij als leraar en frater hebben meegemaakt dood zijn De heer van de Berg pas in 2008. Het was heel leuk. Daarna zijn wij nog naar Berg en Dal geweest en hebben wij een stadswandeling van het VVV gedaan en daarna gedineerd en toen weer naar huis. Cor en zijn vrouw naar Ursem in Noord Holland en ik met mijn vrouw naar Eindhoven waar wij nu wonen na 30 jaar in Limburg gewerkt en gewoond te hebben.

Ik weet niet of er nog meer oud-leerlingen gereageerd hebben. Misschien is een reünie wel wat.

In ieder geval bedankt.

Reactie 5:

Leo Wolff, 04-01-2010: Ik ben van 1968-1972 intern geweest op de Westerhelling. Heb er veel herinneringen aan. Was geen verkeerde tijd. Veel verhalen herken ik wel. In mijn tijd waren er geen strafpunten kaarten meer. Was de school uitgebreid met enkele lokalen en waren de bogen net dichtgemaakt. Eén keer –toen het nog een internaat was- is er van ons jaar een reünie geweest, daarna nooit meer. Het zou leuk zijn elkaar weer eens te zien.

Reactie 6:

Piet Senf, 24-01-2010: Ik was op de Westerhelling voor een jaar of 6, van 63 of 64 tot 6 jaar later. Terugkijkend is het een fijne tijd geweest, maar ik zou het niet over willen doen. Meneer Van de Berg (Kont) was een fijne vent. Mijn favourite was Van Merwijk en misschien ook wel, dhr Van Groenestein, beter bekend as "Spitz" (de leeraar Duits). Ook de 2 Sutmullers (vader en zoon). Frater Frans en frater Gerard met de bijnaam "champignat" (en zeer waarschijnlijk nog een stel andere fraters) waren volgens mij "zo-zo"!! Van de verkeerde kant !!!
Ik woon nu in Nieuw Zeeland, getrouwd voor bijna 35 jaar, werk voor Air New Zealand en heb 2 dochters, 1 zoon, 2 kleinzoons en 2 kleindochters en "Life is beautiful!!!!"

Reactie 7:

Nico Evens. 17-02-2010: Ik ben Nico Evens en heb van 1973 tot 1977 op de Westerhelling gezeten. Dit onder leiding van dhr Wittenbols , Juf Henriette ?? en dhr Eijkman. Dhr Hermus (later sport coach) was in die tijd op een oudere groep werkzaam.

Een leuke tijd. Helaas liepen de aantallen dusdanig terug dat in 1975 werd besloten het internaat op te heffen.

Met 7 pensionairs kregen we van zomer 76 tot 77 het kluslokaal als dagverblijf. Juf Henriette en dhr Eijkman moesten ons daar in het gareel houden. Dat heeft heel wat moeite gekost ;-) Van 2200 tot 7 uur lagen we zonder leiding in de extra grote kamers boven de hoofdingang. Toch verliep alles redelijk netjes. Ik kan me de namen Leo vd Helden, Ruud Mooren en Tony Willems nog herinneren.

Reactie 8:

Ron Aarssen, 12-03-2010: Ook ik heb en de periode 1961-1963 op dit internaat gezeten, waar ik heel leuke maar ook heel wat minder leuke ervaringen heb opgedaan.

Als toch wel “vrije” jongen uit de “grote” stad had ik de grootste moeite me aan het “orde en gezag” regime op het internaat aan te passen. Zoals reeds gememoreerd door Rob B had je van sommige fraters weinig mededogen te verwachten. Voor het in mijn ogen minste of geringste kreeg ik, van “Boris”, die mij, steevast “de man met de grote handen uit Den–Haag” noemde, volledig willekeurig, een paar extra strafpunten toebedeeld, welke regelmatig resulteerden in Blauwe / Rode kaarten.

Menig straf-weekend, heb ik dan ook mogen doorbrengen op “De Westerhelling”. Bij goed weer kreeg je dat week-end soms ook nog een strafloop voor je kiezen, waarbij de 7- heuvelenweg meermalen favoriet was. Ook herinner ik me nog goed, dat op een winterdagavond, door een van de fraters was geroken, dat in de wasgelegenheid onder de bogen van het internaat, stiekem was gerookt. Hiervoor diende een straf te worden uitgedeeld. De dader meldde zich uiteraard niet uit zich zelf. Hierop moesten de jongens zich in de kou in een rij opstellen op de grote speelplaats, waarna de “dader” zichzelf na enige tijd maar meldde. Spartaanse opvoeding /Sadisme? . Jammer genoeg heb ik willekeurig machtsvertoon dan ook meer als regel dan als uitzondering beleefd.

Het voor mij niet aanvaardbare regime heeft geleid tot het vroegtijdig verlaten van het internaat/school, waarna ik mijn opleiding in Den–Haag verder heb afgerond.

Deze voor mij traumatische periode in mijn leven heeft nog lange tijd een negatief beeld van fraters/RK- kerk en Nijmegen opgeleverd. Na ca. 10 jaar heb ik met mijn vrouw, met lood in m,n schoenen, de Westerhelling bezocht en kon ik eindelijk alles een plaats geven.

Naast deze minder leuke herinneringen, herken ik me goed in het relaas van Rob B. Ik heb fijne herinneringen aan het reizen per trein vanuit Den-Haag naar de Westerhelling vv in gezelschap van oa de gebr Sparnaay, Jos v/d Broek, Peter Voortman

Overigens mag ik mijn verdere leven als geslaagd beschouwen en geniet ik nu als gepensioneerd politieman met mijn vrouw momenteel van mijn pensioen.

Reactie 9:

Henk Raedts, 15-04-2010: op Westerhelling van 1961 t/m 1964

Mijn dorpsgenoot Mart Pijnappels, ook oud student van de Westerhelling, attendeerde mij op de Site. Met heel veel belangstelling heb ik de verhalen gelezen. Het is uit het leven gegrepen, fantastisch Rob, zo blijft een stukje jeugdherinnering bewaard. Onderweg naar Velp ben ik vanmiddag nog langs de Westerhelling gereden. Via de Kwakkenberg en het bekende café Hengstdal, waar we wel eens naar toe gingen als we vrij wandelen hadden. Je mocht dan in groepjes van samen gaan wandelen. Als ik mij goed herinner was het verboden naar de stad te gaan. Het was ook beter om dat niet te doen, want meestal was er wel een frater, Bernard, Jan of Gerard die daar rondliep om te controleren of je je aan de afspraak hield. Ik herinner mij ook dat we in het derde en vierde jaar lid konden worden van het Maria Legioen. Je mocht dan op zaterdagmiddag, als er geen weekend was, en op woensdagmiddag met de gehandicapte kinderen van St. Maartenskliniek gaan wandelen. Tegenwoordig hoor je veel over de misstanden in internaten in die tijd.

Ik heb er nooit iets van gemerkt. De Fraters waren streng, maar in mijn herinnering uiterst correct. Alleen onze perfect, Frater George, werd altijd “vals” als Anderlecht verloren had.

Ik heb een mooie herinnering aan die vier jaren kostschool. Ik heb er veel geleerd waar ik mijn leven lang plezier van heb gehad en ik denk met plezier terug aan jongens waar ik altijd mee optrok zoals Sjeng Ververgaert, Wim Goossens, Ben Spernaay, Peter Voortman, Geer Pubben en veel anderen. Het zou mooi zijn ze nog eens te ontmoeten. Als tastbare herinnering heb ik thuis nog een mooie Madonna die destijds geschilderd is door Frater Jozef.

Met vr groeten en heel veel dank voor de mooie site. Oostrum 13 april 2010

Reactie 10:

J.K., 12-05-2010: Beste Rob,
Hartelijk dank dat je zoveel informatie en herinneringen met iedereen deelt, Ik heb ook nog allerlei foto's ergens in een oude koffer zitten, als je het leuk vindt zal ik die ook eens scannen en opsturen. Helaas zitten in mijn geheugen naast solidariteit en vriendschappen met leuke jongens ook zeer veel pijnlijke ervaringen. Ik zag mezelf terug op sommige 'procenten lijsten' in jouw verzameling. Hartstikke leuk gedaan!
Zelf was ik een buitenbeentje op de Westerhelling omdat ik vanwege eerder misbruik op vierjarige leeftijd onder toezicht van de regering stond. Daardoor had ik een voogd en betaalde de overheid het schoolgeld. Ik kwam voor de Westerhelling uit een psychiatrisch kinderziekenhuis. Mijn ouders konden bovendien het schoolgeld en de 'heertjes kleding' niet betalen. Ik had de eerste jaren dan ook geen 'fatsoenlijk' pak met stropdas. Ik heb nog foto's waar ik met korte broek op sta waar anderen een maatpak droegen. Ik heb ook meegemaakt dat ik om die reden van de foto afgeknipt werd.
Frater Frans heeft jarenlang in erotische zin mijn nabijheid gezocht. Hij probeerde mij in het juvenaat te trekken, wat ik niet wilde, omdat ik meisjes leuk vond. Toch nam hij mij om verdere toenadering te zoeken als enige internaat jongen met de Juvenielen mee op fietstocht naar zuid Frankrijk.
Niemand heeft ooit iets gemerkt. Hij was zeer behoedzaam. Ik las op de website dat hij 'Geniep' genoemd werd, dus dat past goed. Bij ons was dat nog niet, dus er zal wel wat meer gebeurd zijn. In ieder geval klopte wat er geschreven werd: Hij was geniepig en van de verkeerde kant. Fr Frans zocht bij mij op een weerzinwekkende manier fysiek contact, maar ik kon daar niets van zeggen omdat mijn sociale positie steeds op het spel stond. Hij bezocht mij regelmatig 's avonds op mijn kamertje, ging op mijn bed zitten en wilde steeds hand in hand zitten en langzaam mijn vertrouwen winnen. Ik sliep ook op het laatste kamertje voor de deur. Maar aangezien ik al eens een soortgelijke ervaring had, kon ik zo dacht ik, zijn toenaderingspogingen 'goed' afweren zonder dat het verder ging. Maar niet echt want het was steeds maar overleven. Ik was doodsbang voor deze man. Later in de vierde klas is al het wantrouwen emotioneel naar boven gekomen. Ik vermoed overigens dat 'Geniep' in het juvenaat andere, wellicht homoseksuele, jongens had. Geniep kon ook heel gewelddadig zijn. Ik heb meegemaakt dat hij in de klas achter een ' seksueel rijpe' trotse jongen ging staan die voor zich uit moest kijken en die hij dan onverwacht met beide handen op zijn oren sloeg. de hele klas was geschokt en haatte deze man en de orde. ook Overste Boris kon er wat van en hij is overgeplaatst en vervangen door Fr Jozef, zo mogelijk nog erger.
Wat er momenteel in de pers aan seksueel misbruik naar boven komt heeft dus bij mij ook plaats gevonden. Fase drie op het internaat in Oudenbosch waar ik na de Westerhelling heen ging ook daar heb ik een broeder achter me aan gehad. Ik had een feminien karakter, kreeg op de Westerhelling ook dagelijks testosteron pilletjes om mijn pubertijd op gang te krijgen. Mijn lichaam wilde namelijk vanwege eerdere misbruik ervaringen niet groeien. Sociaal was ik in een kwetsbare situatie, in feite in handen van de jeugdzorg en geen vertrouwensband met mijn familie.
Gelukkig was ik goed in sport, dus na de studie snel hard lopen naar de recreatiezaal. Dat won ik vrijwel altijd (ook het vlaggen spel) en kon zo de pingpong tafel of het biljart bezetten. Fr George gaf mij dan ook vaak alvast de sleutels.
In het laatste jaar is al mijn agressie eruit gekomen kreeg zelfs ruzie met de man die ik het aardigst vond, namelijk Dhr J. van de Berg. Ik ben 20 jaar later nog eens naar hem toegegaan om hierover te spreken. Hij had bij die gelegenheid mij verteld dat veel leraren hoewel ik fysiek niet sterk was toch bang van mij waren.
Maar goed, Fr. Jozef beval me na die woede uitbarsting de hele dag in mijn kamertje te blijven. Daar kreeg ik geen eten en ben op een gegeven moment ontsnapt en met de trein naar huis gegaan. Mijn voogd was razend en heeft via de gemeente Nijmegen ervoor gezorgd dat Fr Jozef werd ontslagen. Genoegdoening! Maar ik mocht dan wel na mijn examen niet meer terug komen, maar omdat ik slaagde met een 8 gemiddeld was dat ook niet aan de orde. 80% ! dat had ik in de hele vierjarige periode nog nooit gehaald.
Helaas moest ik na het examen in een kinderziekenhuis worden opgenomen omdat mijn lichaam alle spanningen niet meer aankon. Ik lag daar een half jaar met pijn in een gipsbed omdat mijn benen en rug gerekt moesten worden. Gelukkig waren daar verpleegsters en leuke meisjes, zodat ik eindelijk eens verliefd kon worden op een leuke Arubaanse schone.
De vernederingen die verliefde jongens op de Westerhelling in het openbaar moesten ondergaan wordt tussen de regels door ook in de andere bijdragen wel enigszins duidelijk. Ik kan me tot op de dag van vandaag goed herinneren dat Fr. Overste Boris een liefdesbrief van een meisje in 'de studie' na gezamenlijk de rozenkrans gebeden te hebben voorlas en de jongen die deze brief ontving vreselijk belachelijk maakte. Iedereen sprak daar schande van en het kan goed zijn dat Boris daarom weg moest. Kort en goed, voor mij was de Westerhelling wel een opstap voor een carrière maar emotioneel voornamelijk een zeer ziekmakende traumatische ervaring met het Katholieke systeem. Ik verliet het kerkelijke geloof dan ook onmiddellijk na de retraite inclusief 'seksuele voorlichting' in Azelo.
Ik gun iedereen van jullie een eigen prettige herinnering aan het heroïsch overleven van de strenge opvoeding in de Westerhelling. Je weet dat normaal mensen hun pijn na verloop van tijd vergeten, tenzij het zoals in mijn geval een transmarginale traumatische pijn wordt, dan gaat dat niet meer en gaan er tientallen jaren voorbij voordat een trauma werkelijk verwerkt kan worden. Het zal je niet verbazen dat ik deel zal uitmaken van de grote groep slachtoffers die door Deetman wordt onderzocht. Mijn situatie was wel extreem en bijzonder, maar het zou me verbazen dat ik de enige ben die op de Westerhelling ziek geworden is van geweld, vernedering en misbruik.
Sorry, maar toch het allerbeste!
J.K.

Reactie 11:

Rob Boumans, 25-05-2010: Beste J.K.

Het spijt me voor jou dat je dit hebt moeten meemaken. Ik ben behoorlijk geschrokken van je relaas.
Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat dit op de Westerhelling zou zijn voorgekomen.
Nou was ik behoorlijk naïef en seksueel onvolwassen in die tijd, daar was wel voor gezorgd.
Het enige dat ik mij kan herinneren was de vraag van frater overste aan mij, of ik wel eens bij iemand op de slaapkamer kwam.
In mijn onschuld antwoordde ik dat ik dat alleen deed als hij mij iets wilde laten zien…
In foto’s ben ik altijd geïnteresseerd en misschien hebben ook anderen hier belangstelling voor.
Misschien kun je nogmaals reageren en foto’s bijsluiten.
Ikzelf vond nog een groepsfoto uit waarschijnlijk 1964. De jongens uit de vierde klas dus.
Die voeg ik bij deze toe.

Gegroet en het ga je goed. Rob.

Foto WHRx11-Westerhelling klas 4 1964 (nummertjes zien? muis over of klik op de foto)
1: Jos Gerritsen2: Wim Goossens3: Nico Bongers4: Chris Verdegaal5: Jeroen de Groot
6: Pubben7: 8: Henk Döll9: Harry Delsink10: Sparnaij
11: Rob Boumans12: Theo van Laake13: Harry De Mulder14: van Elk15: Smulders
16: 17: 18: Danny Cornelissen19: Frits van Opstal20: Dekkers
21: G. Zeegers22: Jos Doorman23: Raedts24: 25:
26: Richarz27: Willy Sengers28: Peter Voortman29: Willy Frenken30: Meijerink
31: 32: 33: Coppens34: Rob van Meeuwen35:
36: Houbaer37: Gerry v.d. Heuvel38: 39: Huisman

Reactie 12:

Jos Mulder, 09-06-2010: Even een annecdote van wat er gebeurde toen Jos Mulder op zijn kamer stiekem naar de radio zat te luisteren!

Een radio hebben, en er s,avonds naar luisteren was in die tijd een doodzonde (1958-1959-1960-1961), want regelmatig werd er door de prefect speurwerk verricht of er geen verboden materiaal op de kamer en in de kast aanwezig was. (denk aan niet getekende leesboeken, sigarettenresten, radio, enz).
Het "hebben" van een radio werd door mij als volgt opgelost. In een winkel kocht ik een kartonnen bouwplaat van een Douglas DC7C, bouwde in de romp de antennespoel van de pionierradio. Een kleine afstemcondensator in de neus van de cockpit met in de romp ook nog de diode OA79 van Philips, aansluithaakjes voor antenne en aarde aan de romp van het gebouwde toestel, en zo werd het vliegtuig op de boekenplank gezet.
Nooit heeft iemand dit ontdekt!
Maaaaaar Op een avond lag ik te luisteren naar de radio, en ging heel zachtjes mijn kamerdeur open, en in een ooghoek zag ik frater Bergmans staan (de kleine driftige "Marat") geschiedenisleraar en zeer bekend om zijn Belgische uitspraak "Robespierre Danton, en MARAT staan. Het enigste wat ik kon doen was: doodstil blijven liggen, en doen alsof ik sliep. (dunne kabeltje van boekenplank naar kussen). Frater Berchmans heeft toen ongeveer een half uur naast mijn bed gestaan, tot op een gegeven moment de deur naar de gang werd opengegooid en met een luide schreeuw iemand op de gang in elkaar werd geslagen, want ik hoorde een jongen gillen.

Wat was er gebeurd: frater Berchmans heeft op mijn kamer door het matglas de gang bewaakt, en een jongen die 's avonds "verboden lectuur" pleegde te ruilen en langs mijn raam liep, op heterdaad betrapt. Ik sliep nl met mijn kamer tussen die 2 jongens in. De overvallen jongen (ik noem geen naam maar zijn vader had op Plein 1944 een schoenenzaak) heb ik de volgende dag niet meer terug gezien.
Dit incident heeft op mij een heel diepe indruk gemaakt. Terreur door de fraters, en zeker Berchmans, werd niet geschuwd.

Jos Mulder.

Reactie 13:

Wim Deliën, 04-11-2010: Beste Rob en Henk,

Ik ben Wim Deliën en ben van 1958 tot 1963 op de Westerhelling geweest. Ik heb gisteren een gesprek gehad met de provinciale overste van de fraters Maristen Brother Brendan Geary naar aanleiding van sexueel misbruik, intimidatie en mishandeling van jongens op pensionaat Eikenburg waar ik van 1955 tot 1958 leerling ben geweest.

Zelf ben ik gelukkig nooit misbruikt op Eikenburg maar ik ben er wel getuige van geweest. Lees het boek van Joep Dohmen, en dan heb ik nog meer gezien dan hij beschrijft.

Omdat mijn ouders al vroeg waren gescheiden werd ik als kind van vier jaar al tijdelijk in een kindertehuis geplaatst. Daar heb ik geleerd om in een groep en onder een streng regime te overleven. Ik moest er mijn eigen kots opeten. Er werd mij verteld dat als ik me niet zou aanpassen ik mijn ouders nooit meer zou zien. Toen ik als negen jarige jongen naar Eikenburg ging wist ik dat je volwassenen niet zonder meer kunt vertrouwen. Ik wist hoe je in een groep naar allianties moest zoeken om je te kunnen handhaven. Eten dat niet te pruimen was, nam ik in een zakdoek mee naar het toilet. Wanneer ik s’avonds in bed lag op een open slaapzaal met 40 andere jongens dan bleef ik muisstil liggen en zag hoe de broeder jongens meenam naar zijn slaapkamer.

Op woensdag en zaterdag middagen dan joeg deze broeder Clemens ons de slaapzaal en garderoberuimte in. Bedden die niet model waren opgemaakt gooide hij om en het beddengoed gooide hij uit het raam vier hoog naar beneden. Bij onze kledingkasten die er niet model uitzagen smeet hij met een armbeweging al je linnengoed en kleding op een grote hoop zodat wij als jongens uren bezig waren om onze spullen weer bij elkaar te zoeken dit alles onder luid geschreeuw en scheldkannonades. Wat een frustraties zaten hierachter heb ik later nog wel eens gedacht.

Kleine jongens werden soms uit een soort van stoerheid, zo van kijk eens hoe sterk ik ben, aan hun benen vier hoog uit het raam gehangen, wanneer zo’n jongen dan om genade smeekte dan werd hij weer naar binnen gehaald.

Een broeder heeft mij zo gemeen in mijn kruis getrapt dat ik dagenlang nauwelijks heb kunnen lopen en zitten, ik verbaas me nog steeds dat ik nog twee kinderen heb gekregen.

Je zult begrijpen dat de Westerhelling voor mij een makkie was. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik er met respect ben behandeld door fraters en leraren. Frater Gerard (Boris) kon je verbaal uitdagen, maar daar trapte ik niet in, want je trok altijd aan het kortste eind. Met Frater Jozef, die ik aanvankelijk streng en afstandelijk vond heb ik een vertrouwensband opgebouwd. Ik was lid van de filmclub en ik leerde door hem waardering te krijgen voor moderne kunst. In de vierde klas heb ik met hem op kunstmarkten gestaan om zijn werk aan de man te brengen. Ik heb tijdens mijn werk als hogeschool docent in Nijmegen in de beginfase regelmatig met hem contact gehad. In 1997 heb ik hem voor het laatst opgezocht in hun klooster in de Ardennen, Habbay la Vieille, daar verbleef toen ook frater Berchmans.

Jozef had zich daar helemaal aan de kunst en aan het kloosterleven gewijd. Ik heb hem toen gezegd dat hij mij heeft leren kijken in beelden. Een goede film heeft geen woorden nodig. Ik herinnerde mij de eerste stomme film die hij ons liet zien over de Potemkin, het Russische marineschip dat bijdroeg aan het uitbreken van de revolutie in 1917. Aanvankelijk vond ik die film oersaai, maar het was een perfect beeldverslag van de gebeurtenissen.

Later heb ik die Potemkin bezocht in de haven van Sint Petersburg. Zonder Jozef zou dat luikje nooit zijn opengegaan.

Hij vertelde mij toen zeer openhartig hoe moeilijk hij het vond om op regenachtige middagen met ons te moeten gaan wandelen. Hij ging dan naar de overste en stelde dan voor dat het redelijk was om een binnenactiviteit te doen of om ons vrijaf te geven. Nee zij de overste ga maar met ze wandelen in de gietende regen. Dat vond hij achteraf nog pijnlijk en niet redelijk. Ik kan me het boegeroep van ons jongens nog herinneren.

Het verhaal van J.K. vind ik pijnlijk voor hem, ik heb altijd gedacht en gehoopt dat sexueel misbruik op de Westerhelling niet voorkwam. Wel had ik als jongen mijn antennes uitstaan voor fraters die ik ertoe in staat achtte. De profielen van J.K. herken ik in mijn beleving.

In mijn gesprek met Brother Brendan Geary heb ik mijn ervaringen met beide kostscholen uit de doeken gedaan. De Westerhelling heeft mij uiteindelijk veel gebracht. Omdat ik op veel plekken heb gewoond en gewerkt heb ik helaas geen vriendschappen in stand kunnen houden. Het zou fijn zijn om nog eens wat adressen te kunnen achterhalen.

In de derde klas ben ik blijven zitten, frater Gerard maakte dit in de volle studiezaal op de voor hem kenmerkende harde sleeptoon bekend: WIM DELIËN MAG HET NOG EEN JAARTJE OVERDOEN VANWEGE DE MOEILIJKE OMSTANDIGHEDEN THUIS. Nou daar zat je dan, en gek genoeg had ik er ook geen last van. Maar gezien mijn voorgeschiedenis zal jullie dat niet vreemd in de oren klinken.

Je mag mijn verhaal aan jullie website toevoegen. Ik hoop op meer reacties.

21 november ’10 wordt ik 65 jaar, ha ha lekker met pensioen na 8 jaar kostschool en 45 jaar werken. Ik heb duizenden studenten opgeleid. Jawel, met respect voor hun eigenheid en persoonlijkheid. En jonge kinderen, die moet je koesteren en er met je poten vanaf blijven.

Met vriendschappelijke groet, Wim Deliën

Reactie 14:

Wim Deliën, 06-11-2010: Dank voor plaatsing van mijn reactie. De Westerhelling was een prima school, de onderlinge solidariteit tussen de jongens was groot. Het voordeel van deze kostschool was, dat er geen basisonderwijs werd gegeven. De jongens waren dus al wat ouder en over het algemeen ook weerbaarder. Ook de privacy was goed geregeld, doordat iedere jongen een eigen slaapkamertje had.

Het was een prachtige moderne school. Over het concept moet ook goed zijn nagedacht. Voor wonen en recreatie, de school, en het gymnastieklokaal waren er aparte gebouwen. In het woongebouw waren geen douches voor de jongens. De douches waren in het gymnastieklokaal en je kon douchen na de sportlessen in aanwezigheid van de sportleraar (dit was een leek, dus geen frater). Je werd daar dus niet geconfronteerd met fraters die mogelijk in de verleiding zouden komen om jonge puberlijven te begluren en te betasten. Het moet een opvoedkundig goed doordacht concept zijn geweest. Ik vermoed, dat de fraters bij de opzet van het pensionaat toen al lering hebben getrokken uit wat binnen de diverse kostscholen en congregaties intern al bekend was over misbruik van jonge kinderen.

Er was ook een goede mix tussen religieuzen en getrouwde leraren uit de samenleving waardoor de sociale controle veel groter was.

Ik vermoed, dat de door ons jongens nogal eens verguisde frater Gerard (Boris) een van de initiators en bedenkers van die moderne kostschool is geweest. Het was vermoedelijk de laatste en modernste kostschool van Nederland en misschien wel van heel Europa.

Reactie 15:

Wim Goossens, 27-11-2010: Beste Rob, Wat een verrassing nog eens wat te lezen over onze Westerhelling. Ik denk er met tussenpozen en zeker met plezier aan terug. Ik had het relatief gemakkelijk kon goed leren en goed voetballen. In Frater Gustav hadden we een voortreffelijke coach. Het voetballen tegen de semi-profs van Twente in Nijmegen vervulde hem net zo als de fraaie overwinning met trots. Ik heb niet alles meer en zo paraat maar met name het verhaal van Henk Raeds klopt wel. Daar wordt mijn naam en die van Sjeng Ververgaert genoemd. Oude maatjes van weleer, waar gaat de tijd? Ik denk er echt al lezende nog eens geschreven met plezier aan terug. Maar ik kan me alle verhalen ook van de anderen zeker voor de geest halen. Het is jammer dat destijds de reünies zijn afgeschaft.

Het is naar dat ook op de Westerhelling blijkbaar seksueel misbruik heeft plaatsgevonden. Triest voor de leerlingen die daar mee geconfronteerd zijn. Onvoorstelbaar. Ik zal me eens nader op de site concentreren en kijken of ik via mijn ruime archief nog iets kan toevoegen. Ik vind de site een waardevol en vooral warm initiatief. Ook die roots dienen we niet te vergeten. De Westerhelling heeft ons in elk geval onmiskenbaar mede gevormd. Niettemin jammer en toch ook ernstig voor hen die blijvende schade aan dat verblijf hebben overgehouden. Het concept qua complex en gescheiden ruimtes voldeed toentertijd immers aan alle moderne normen.

Het blijft geweldig interessant je fraaie site te bekijken. Ik kom me zelf al zoekende regelmatig tegen. Van 1960 tot 1964 was ik op de Westerhelling. Inderdaad via 4b in 1964 afgestudeerd. Waar blijft de tijd. Maar wat heb jij veel materiaal bewaard danwel is voor jou bewaard. Zelfs de percentagelijsten heb je gepubliceerd. Ik heb het op dit moment zeer druk in de praktijk en met de muziek (Kerstmis) , kan verder geen recherche doen in mijn archieven. Dat wordt helaas 2011. Ik vind het een prachtig initiatief wat je ontwikkeld hebt en het ziet er zeer professioneel uit. Complimenten, bovendien heb je de gang van zaken op de Westerhelling prima beschreven. Wellicht dat ik later wat over de muziek en de sport op de Westerhelling kan schrijven en zal schrijven.

Tot zover een derde bericht uit Boxmeer, waar ik nog steeds met veel plezier leef, woon en werk. Hartelijke groet via deze site aan jou en aan een ieder die op de Westerhelling vertoefde en deze/jouw site leest. Fijne feestdagen nu al.

Reactie 16:

Jos Mulder, 16-01-2011: Beste Rob,
Zelf ben ik tegen een aantal foto's "aangelopen" uit mijn kostschoolperiode. Heel veel namen van docenten en leerlingen zijn bij mij nog bekend.

     

Reactie 17:

Jos Mulder, 25-01-2011: Van de door mij opgestuurde foto,s weet ik nog (als er behoefte aan is) het nodige te vertellen. (Red.: ik zeg, doen!) Zelf kwam ik op pensionaat de Westerhelling het eerste jaar in het nieuwe net geopende gebouw op de Sophiaweg 8.(4 jaren) Ik denk dat een reünie wellicht leuk zou zijn om een en ander nog eens met oude medestudenten te bespreken, en te zien hoe hun verdere leven er uit heeft gezien.

Reactie 18:

Hank J. Doll, 17-02-2011: Erg goed die web-site. Heel wat herinneringen, goede en ook slechte.
Ik woon tegenwoordig in Australia, mijn eega en ik zijn in 1984 naar New Zealand gegaan en in 1991 naar Australia, en wonen nu in een klein stadje Young met 2 poezen, 16 schapen en 1 geit.

Reactie 19:

Rob Smits, 22-10-2011: Hallo Rob,
Zojuist vond ik je verhaal op internet, op zoek naar oude contacten uit mijn Westerhelling-tijd.

Zelf heb ik van ‘61 t/m ’63 in klas 3Ben 4B gezeten. Kwam van een gemende school, was al aardig “streetwise” en daarmee gewapend tegen het regime van fr. George, fr. Jozef, c.s. Meer aanpassing vergde het gewennen aan het opgesloten internaatleven en het opgenomen worden in de groep die al enkele jaren met elkaar doorbracht. Toch kreeg ik al snel mijn eigen plekje en ontstonden vriendschappen. Deed ook mee aan vrijwel alle sporten, filmclub, etc., en natuurlijk aan overtreding van diverse verboden die met rood werden bestraft. Het ergste vergrijp bestond het ontvangen van brieven van vriendinnen, in met lipstiftzoen verzegelde enveloppe. Heb dus nogal eens strafweekenden moeten ondergaan.
Herinner me nog vrijwel alle namen die in jouw verhaal voorkomen en op de % lijsten staan van 2A/B, 3A/B en 4A/B uit die periode. Met name ook van de jongens met wie ik wat meer bevriend was en soms mee mocht op weekend, of kon meeliften. Ook die van Wilde Willy, haar gitaar en meidenbende aan het hek bij de gymzaal.

Aan jouw relaas zijn veel verhalen te knopen, leuke en minder leuke. Zo mocht ik met twee anderen tennissen op de club t.o. de gymzaal. Heb nooit begrepen waarom mij dat privilege werd gegund. Dat gaf nota bene gelegenheid tot contact met meisjes, wat volgens het kostschoolregime nou juist niet de bedoeling was.
Was (najaar ’62 ?) te gast op het huwelijk van de nieuwe sport/gymleraar (Kees Slaats), leuke vent overigens, met wie we ook gingen zwemmen in een openbaar zwembad ergens in Nijmegen.
Minder leuk was een al te enthousiaste jonge frater, die buiten de reguliere lessen in de gymzaal tijdens een worstelpartijtje de fatsoen grenzen meende te moeten overschrijden. Het gevolg voor hem was een bloedneus; daarna heb ik nooit meer last van hem gehad. Kan me – achteraf – toch voorstellen dat voor sommige minder weerbare jongens intrieste molestsituaties en trauma’s zijn ontstaan. Of ik me daarvoor afsloot weet ik niet, maar ik herinner me niet enig signaal van mogelijk misbruik te hebben opgevangen. Wel wist ik intuïtief dat je op je tellen moest passen.
Ik weet nog dat je niet met z’n tweeën het bos in mocht. Zulke idiote regels werden er op nagehouden. Zo ook de dansles met stoelen i.p.v. de jongedames van het naburige meisjesinternaat, zoals ons was voorgeschoteld. Via de dakgoot en regenpijp ’s avonds ontsnappen, kleding om aan te trekken over de pyjama lag al klaar in het bos en het gat in het hek was ook al geknipt, dan naar down Town Nijmegen voor twee biertjes en weer terug, zonder betrapt te worden. Is echt waar allemaal gebeurd. Met hangen en wurgen balanceren op 60% en dan - op het laatst uit nood – gestencilde tentamenvragen jatten uit de refter, daarmee ’s-nachts met geleende kaarsen uit de kapel onder het toneel en zelfs onder de straatlantaarn in het voorportaal van Café “Hengstdal” de antwoorden instuderen, is echt allemaal gebeurd.

Na de Westerhelling heb ik bij toeval - en meestal met een zakelijke achtergrond - enkele klasgenoten ontmoet en met een enkeling (o.a. Leen van Brink / Egbert Overmaat) zelfs nog regelmatig contact onderhouden. Graag zou ik iedereen - denk daarbij vooral aan Leen Van Brink, Egbert Overmaat, Frans v.d. Beek, Peter & Piet Ultee, Henk v.d. Rijdt, Jos Hundscheid, Teun (of Toon) v.d. Bos, Dré Spapens, Leo Smits, Martin Ghielen, Martin v.d. Heuvel, Nico v.d. Ploeg, Leo Veldt, Joop Kassing - weer eens willen ontmoeten. En natuurlijk ook degenen die ik hier nog vergeet te noemen. Heeft iemand enig idee hoe deze oud-klasgenoten weer eens bij elkaar te krijgen? Wie heeft er nog contactgegevens van deze groep?

Tot slot mijn complimenten voor het geschetste overzicht. Zelf heb ik geen enkele tastbare herinnering meer uit mijn tijd op de Westerhelling. Hartelijk dank voor deze aanreiking.
Met vriendelijke groet,
Rob Smits

Reactie 20:

Particulier, 29-11-2011: I.v.m. de bijdragen over de Fraters van de Westerhelling en de daar genoemde Jozef: Stichting Open Atelier De Westerhelling, Nijmegen gaf in 1993 uit 'Als ich can' : Jozef Bossaert en Open Atelier De Westerhelling / (samenstelling tekst: Carli Boshouwers ... et al.) Frater Bossaert (geb. 1915) is in 2006 in Belgie overleden.

Reactie 21:

Hans Publiekhuysen, 27-11-2012: ik was aan het “opruimen” en kwam foto’s tegen van onze school! Ik heb praktisch alles weggegooid. ik kon niemand verzinnen die er nog op zit te wachten. Ik ben wel achter mijn laptop gaan zitten eens kijken of er iets van de Westerhelling zou zijn. Zo stuit ik op je verhaal, compleet met foto’s. Van 1957 tot 1962 zat ik daar. In mijn familie was het doodnormaal dat we allemaal (6 kinderen) naar kostschool zouden gaan nà de lagere school. God-zij-dank ik in Nijmegen. Er zaten al 3 zusjes in Maastricht.
Van die tijd heb ik geen noemenswaardige trauma’s overgehouden. Je verhaal al lezend begon het wel weer enorm te leven in mijn herinnering. Heel veel ontzettend herkenbaar.
Ergens schrijf je dat de kapel in 1951 ingewijd zou zijn. Dat klopt duidelijk niet. Ik heb nog meegemaakt dat we in de hal van de school ter kerke gingen.
Het meisjesinternaat aan de Groesbeekseweg/Sophiaweg heette Mariënbosch en geen Mariënburg. M’burg was in Bussum. Op beide scholen hebben zusjes gezeten.
Een aantal jaren geleden heb ik nog contact gehad met Hein van Doorn. Even overwogen om een reunie te organiseren. Nee dus...
Ik hoorde bij de jongens die steeds gehaald en gebracht werden. Mijn vader’s auto stond doorgaans prominent voor de stoep, een zwarte oldsmobile, voor die tijd erg groot en heel erg duur. Frater Odile kreeg dan een goeie sigaar van papa.
Mijn zwager Frans van Vliet (hotel Val Monte Berg en Dal) heeft er ook gezeten. Met hem heb ik wel eens gesproken over ongewenste intimiteiten. Toch een hot item in de rk-wereld. Wij beiden hebben echter niets daarvan gemerkt. Misschien waren wij niet aantrekkelijk genoeg of waren ze bang voor onze ouders?
Je verhaal is zo lang dat ik het heel snel heb gelezen. Maar ik ga er nog eens voor zitten.
Reuze bedankt voor je inspanning om dit zo mooi neer te zetten en best compleet geloof ik.
Vr groet, Hans Publiekhuysen (toen uit Lobith, nu in Renkum woonachtig!)

Reactie 22:

Hein van Doorn, 04-02-2013: Gek, dat na zoveel jaren de 4 jaar kostschool op de westerhelling nog zoveel emoties kan oproepen.
Bij toeval op deze site terecht gekomen en ik ben heel veel verhalen, namen en foto's tegen gekomen, die me herinneren aan deze tijd, frater Jozef met zijn film en kunst, ik heb samen met Leen vd Brink nog zijn verzameling afrikaanse kunst mogen rangschikken en oppoetsen, staat me nog steeds bij als een zeer vriendelijke frater. Ik heb in die tijd ook nog de katholieke illustraties als een soort leesmap, op de kamers rondgebracht. Met frater Jozef ben ik nog naar de toneelschool in Arnhem geweest, omdat hij en ik natuurlijk ook vond, dat ik veel talent had. Helaas dachten mijn ouders daar anders over. Alle verhalen die ik inmiddels gelezen heb, herken ik, het wandelen, Amalia, het dagprogramma, de leraren en sommige fraters, de godsdienstlessen waar ik nu, bij het zien van de lijsten geslaagden, tot mijn verbazing toch nog een diploma gekregen heb, de eetzaal en studiezaal, waarbij frater Jozef bij het knipperen van een tl-lamp op een moment binnenkwam met een grote ladder, om de lamp te vervangen, naar boven klom en wij, blij met een moment van afwisseling, naar het gebeuren keken en hij dat zag, op z'n Belgisch zei: "Ge denkt toch zeker niet, dat ik op m'n kop zal gaon staon?"
Verder met m'n herinneringen, het winkeltje van frater Gerard, schriften, kladblocs etc. en het winkeltje met snoep en spritskoeken, de keet voor de grote afdeling, waarin wij een frater na het vrijdagmiddagzwemmen in het sportfondsenbad hebben opgesloten en daarna het heerlijke broodje misliepen. Een onvergetelijke tijd, zowel verschrikkelijk (vond ik toen) als toch ook wel een mooie tijd. Sexuele narigheden heb ik nooit meegemaakt of niet beseft, hoewel ik nu al jaren samen woon met een vriend. Met Hans Publiekhuysen heb ik inderdaad contact gehad, en weer herinneringen opgehaald, maar daar is het bij gebleven hoewel ik altijd het gevoel heb gehad graag mijn inmiddels vele jaren geleden vrienden en schoolcollega's weer eens te zien. Ik heb in 1961 mijn Mulo-B diploma gehaald.
Ongeveer 10 jaar geleden ben ik weer eens voorbij gegaan, het is nu een studentenhuis, een student kwam naar buiten, ik vroeg of ik eens mocht kijken binnen, dat mocht en ik herkende meteen de grote hal bij binnenkomst, de trappen en de gangen, helaas was er niet veel meer over van de kleine kamertjes. Met tranen in mijn ogen heb ik daar rond gelopen, deze tijd vergeet je nooit meer. Raar he!

Reactie 23:

Antoon Doppen, 15-02-2013: Ook ik heb op dit internaat gezeten, vorige week voor het eerst na 52 jaar het gebouw weer eens van binnen bekeken met mijn dochter. Alleen het aan zicht al bij aan komst, het grote gebouw met het fratershuis. De binnen plaats (tuin) naar boven kijken en zoeken naar het raampje van je slaapkamer. Dan de trappen op zo als vroeger maar je komt niet verder dan de gang die af gesloten is door een deur. Het huis waar v/d Berg woonde staat er nog net zo. Van alle herinneringen vliegen door je hoofd.

Bij het lezen van alle reacties ,prachtig, zou ik er zo nog enkele bij kunnen schrijven:
Stiekem roken achter het gordijn van je slaapkamer (blauwe kaart).
Vele brieven van een meisje die ik bewaard had lagen opeens thuis op tafel.
Seks voorlichting van Boris.
Van Rooij met zijn eeuwige glimlach, stond raar te kijken toen er "Keep smiling" 'smorgens op het bord stond.
Schaatsen op het school plein.
Skelter wedstrijd tussen de stro balen. beker heb ik nog.
En zo zijn er nog meer.

Van de misstanden heb ik niets gemerkt.
Ik heb twee jaar op deze school gezeten en vond het toen ook twee jaar te veel.Nu denk ik er anders over.
Rob Boumans bedankt voor alle informatie ik zal nog een paar foto's mee sturen dat was dan ook het enige wat bewaard is gebleven.
Nogmaals ik heb genoten van alle verhalen.
Met vr. groeten, A. Doppen

   

Reactie 24:

Jozef van Bergen, 16-05-2013: Toevallig kwam ik op deze website terwijl ik maar wat informatie van Nijmegen zocht.
Ik woon in Canada sinds bijna vijftig jaar en mijn geschreven Nederands is helaas niet meer wat het was. Als U taal- en gramatika fouten vindt dan bied ik U mijn verontschuligingen aan.

Mijn driejarig verblijf op Maria Assumpta (1954-1957) was een bizonder onplezierige ervaring.

Er schijnt wat onzekerheid te zijn betreffende het jaar dat dit internaat begon. In 1954 was er een nieuwe school. Alle vier klassen van de MULO school waren vol leerlingen, dus het jaar dat dit internaat begon moet beduident vroeger zijn geweest. Het nieuwe internaat was gebouwd ten zuiden van de school door aannemersbedrijf Smit (1955) en omstreeks dezelfde tijd het gymnastiek gebouw met douches aan de noordkant van de school.
Voor het nieuwe gebouw in gebruik genomen werdt bestond het internaat uit de keuken en eetzalen in het huis De Westerhelling, de huiswerk/studie zaal in de school, wat ook dienst deed als kapel, en twee slaapgelegenheden, een in het lage gebouw tegenover de oostkant van het nieuwe gebouw wat volgens fotos nog schijnt te bestaan, en een tweede ten noorden, en tegenover het gymmastieklokaal, wat na ingebruikname van het nieuwe gebouw is afgebroken. Behoudens de speelplaatsen was er in die tijd weining in de vorm van recreatie ruimte. Er waren een paar tafelvoetbal en billiart tafels in twee klas ruimten van de school.
De archieven van de Gemeente Nijmegen bevatten zeker een meer accurate historie.

De eerste frater waar ik mee in contact kwam was Frater Jules; een heel klein onbeduidend mannetje met een heel groot minderwaardigheidscomplex. Van de eerste dag verzekerde hij zich van respect met mij in het gezicht te slaan toen ik in de eetkamer sprak voordat hij daar toestemming voor gegeven had. Had ik deze regel geweten dan had ik mijn mond gehouden. In het begin was de prefect Frater Jozef, maar nadat die was overgeplaatst was hij vervangen door Frater Theo. Deze, wat vreemde figuur, kon zijn handen niet van zijn favorite jongens afhouden. Ik ben mij niet bewust van feitelijk sexueel misbruik, maar hij had een meer dan normale relatie met sommige van de jongens, en was vaak in hun slaapkamers.

De naam van de frater overste in die tijd ben ik vergeten. Hij was degene die de bouw van het nieuwe internaat overzag. Twee keer opende hij de deur van de douche en stond daar met een vreemde glimlach tot ik de deur dicht schopte. Van de meeste andere fraters heb ik de namen vergeten. De enige die ik mij goed herinner is Frater Frans, die een van de onderwijzers was in de school, die goed Nederlands sprak en de enige die een normale indruk gaf. In het algemeen voerde deze fraters een politiek van terreur. Achteraf zie ik deze mensen "as a collection of social misfits who found shelter together" (excuseer mijn classificatie in het Engels maar ik weet geen goede Nederlandse vertaling. Grote straffen werden uitgedeeld voor de kleinste overtredingen, en vaak, voor geen enkele overtreding.

In het voorjaar van 1957 had ik genoeg van de sadistise onredelijke bestraffingen van Frater Jules en besloot om iedere regel te overtreden, met het doel om aan het eind van het schooljaar weggestuurd te worden. Dit had het success waarop ik gehoopt had.

Mijn ouders hebben mij daarna naar een openbare MULO gestuurd voor het laatste jaar waar ik tot de ontdekking kwam dat er ook nog normale mensen in de wereld waren. Ik heb vervolgens de HTS gedaan en heb na een interessante carriere in research uiteidelijk mijn pensioen genomen in 2005.
De vroege negatieve ervaring heeft er voor gezorgd dat mijn kinderen en kleinkinderen nooit iets dergelijks hebben doorgemaakt.
Jozef Van Bergen.

Reactie 25:

Wim Havermans, 18-06-2013: Samen met mijn tweelingbroer Bert Havermans hebben wij de schooljaren 1957 tot 1961 op de Westerhelling doorgebracht. Op deze website is te zien op cijferlijsten dat de schoolresultaten goed hebben uitgepakt. Mulo A&B met het Middenstandsdiploma in 4 jaar tijd is niet slecht.
Leuk om een aantal reacties te zien met bekende namen uit Rotterdam zoals Overmaat, van Brink, Publiekhuysen etc.
Omdat Bert en ik samen een tweepersoonskamer hebben gedeeld is ons weinig opmerkelijks opgevallen zoals handtastelijkheden van fraters. Wel een ongezonde belangstelling voor een aantal medeleerlingen waar wij niet veel van begrepen. Maar wel geven de reacties een goede weergave van wat Bert en ik op het internaat zelf hebben meegemaakt.
De wijze waarop wij in juni 1961 de school hebben verlaten is een opmerkelijke.
Op een zekere woensdagmiddag in juni 1961 werden de leerlingen van de “grote” afdeling weer eens beloond met een strafwandeling voor een of onbenullig vergrijp. En niet zo’n kinderachtige wandeling ook. Op zeker moment zijn een aantal Rotterdammers e.a. uit de rij ontsnapt en hebben de bus terug genomen naar de Kwakkenbergweg.
Na het avondeten kwam “Boris” de studiezaal binnen met een relaas over het gebeurde van die middag en met het verzoek om maar achter onze tafeltjes te gaan staan als straf.
De reactie hierop was tekenend voor de sfeer op school. Niemand ging staan en tot overmaat van ramp en gezichtsverlies van “Boris” stond mijn tweelingbroer op en heeft de jongens gezegd te blijven zitten. En zo geschiede!!
Frater Gerard vertrok onverrichter zake maar kwam na 10 minuten terug met de mededeling dat Bert Havermans zijn koffers kon gaan pakken en naar huis kon vertrekken.
Bert heeft toen onze moeder gebeld en zij is uit Rotterdam met de auto van vader naar Nijmegen gereden. Tijdens het gesprek over het gebeurde heeft zij geëist dat of Bert mocht op school blijven of de tweeling ging samen mee naar huis. Dat laatste gebeurde maar wel nadat de heer Van de Berg, directeur van de school zijn excuses had gemaakt voor het optreden van de fraters die de leiding hadden over het internaat.
Toch heeft mijn moeder het voor elkaar gekregen dat een paar weken later het Mulo examen op de Westerhelling mocht worden afgelegd en met het welbekende goede resultaat.
Waarvoor hulde aan haar.

Reactie 26:

Jan Verheijen, 14-09-2013: Vandaag las ik ergens op het wereldwijde web de vraag: 'door wie ben je je voor het eerst in kunst gaan interesseren?'. Meteen daarna ben ik gaan googlen naar ‘Jozef Bossaert’ om vervolgens op de schitterende site van Rob Boumans terecht te komen.
Net als de anderen vind ik het een bijzondere ervaring om die tijd van nu ruim vijftig jaar geleden nog eens zo goed gedocumenteerd te mogen herbeleven. Ik ben van 1947 en dus zat ik een jaar eerder op de Westerheling dan Rob. We moeten elkaar dus gekend hebben. Helaas ben ik vrijwel alle namen vergeten, maar door de procentenlijsten en de foto's kwam een en ander echter langzaamaan weer binnendruppelen. Veel gebeurtenissen staan me nog uitstekend voor de geest, maar ik vrees in mijn enthousiasme alles wat me nu te binnen schiet dwars door elkaar te vertellen. De chronologie wordt in het volgende dus beslist enig geweld aangedaan.

Welaan: de bijnaam van Lübke was in onze tijd (1959-1963) naast ‘Lübke’ ook ‘Herr Kratz’ omdat deze leraar Duits zich regelmatig aan ‘een centraal gelegen lichaamsdeel’ zat te krabben. Ook van zijn proefwerken of overhoringen herinner ik me nog iets. De laatste kondigde hij altijd aan door 'neblap' op het bord te schrijven, hetgeen stond voor 'neem een blaadje papier'. Een enkel zinnetje daaruit zal ik ook niet snel vergeten: 'Der schwarzweisse Daf hat die Berge der Schweiz bestiegen'. Herr Kratz, in de klas notoir kettingroker, reed een Dafje terwijl zijn vakgenoot Speller in die tijd rondtufte in een zeer begerenswaardige Renault Dauphine. Een aardig gebruik was dat bij binnenkomst van Herr Kratz iemand zijn tas aanpakte en, terwijl hij naar zijn lessenaar schreed, de klas diende te scanderen: Wer in Deutsch nicht tut die Pflicht, ist der Freund des Lehrers nicht!’
Van de beminnelijke Speller herinner ik me de uitdrukking 'moet je niet doen, moet je latuh', terwijl Van Merwijk -bijnaam Mercedes- zeer interessante biologielessen gaf. Pum was uiterst zachtaardig en had moeite de klas in het gareel te houden. Uit mijn tijd herinner ik me alleen de 'oude' Sut en die betrapte me tijdens het stiekem roken in de klas waarop mijn pijp in elkaar werd getrapt en ik de klas uitgeslagen. Een tergend lang wachten in de hal van de school volgde. Dubbel rood in dit geval, het kon erger. Wie gebruikt er ook Clan-tabak bij een verstokt pijp rokende, ik meen, leraar Frans. Dit vak werd, meen ik ook onderwezen door frater Frans Berchmans. Van hem is mijn meest op het netvlies liggende herinnering: 'Jan, kom eens hier en zet je bril af'. In het geheel niet voorbereid op hetgeen zou volgen, voldeed ik aan dit vreemde verzoek en enige ogenblikken later lag ik volkomen in elkaar geslagen onder of in de nabijheid van de radiator. Kom daar nog eens om! Toen hij me later 'twintig kantjes strafwerk' opgaf, deed ik daar enkele uit een schrift gescheurde bladzijden bij, maar bij de ontdekking van deze omissie verhoogde hij de penitentie naar veertig kantjes. Die heb ik om een of andere reden echter nooit ingeleverd. De man boezemde zo'n angst in dat ik hem dit verzuim zelfs enkele jaren later bij een reünie niet heb durven opbiechten.

Bij ‘Jan Kont’ moest je Engelse woordjes leren, maar dat is me in de daarop volgende jaren in de kweekschooltijd ook slechts met grote moeite gelukt. In mijn tijd kon je Mulo-examen doen met wiskunde én boekhouden. Hierdoor mocht ik de ‘geheugenvakken’ aardrijkskunde en geschiedenis laten vallen, wat me tijdens de erop volgende kweekschooltijd nog menig probleemmoment heeft opgeleverd, want daar waren die uiteraard verplicht. Eddy van Swelm leerde me een paar piano-akkoorden en Ben Beekman, die ook onderwijzer is geworden, speelde gitaar waarbij ik hem op piano mocht begeleiden.
Boris gaf mij ooit sexuele voorlichting, maar liet het tijdens zijn onderricht gelukkig uitsluitend bij de theorie. Handtastelijkheden heb ik op dat gebied nooit meegemaakt al hoorde ik wel eens dat iemand 's avond bij een of andere frater op zijn kamer moest komen, waarbij ‘ondeugende’ dingen gebeurden. Daarvan snapte ik toen ondanks Boris' voorlichting ook nog helemaal niets. Hij eindigde zijn, toen voor mij geheel nieuwe, inzichten met: 'en dan gaan we nu drie weesgegroetjes bidden omdat ik dit allemaal zo mooi heb verteld'.
Een ander frater prefect, wiens naam ik niet meer weet, noemde we 'de Kameel' en die riep eens luid door de studiezaal; 'Awel, wie heeft hier neukebootjes zitten eten', toen de vloer bezaaid lag met resten van een boomvrucht met de hierop lijkende naam. De Kameel mepte er overigens ook stevig op los.
Tijdens de zanglessen van Boris, die plaats vonden in de 'bar' in de buurt van de filmzaal, leerden we liedjes uit een boekje van Toon Hermans zoals: Als je niet je bordje op hebt, als je niet je bordje op hebt, moet je slabber los of niet, moet je slabber los of niet. Eet je pappie op.
Terwijl we wandelden in het bos aan de rand van het terrein, wisten we de aandacht van de broodjes ventende bakker te trekken. Dat was smullen totdat de door de buurt gealarmeerde prefect ingreep. Er was daar ook ergens een dikke boom met een mariabeeld waarbij soms onduidelijke bijeenkomsten plaatsvonden.

Je ziet er komt veel naar boven na het doornemen van je geweldige site. De meteen op de Westerhelling volgende jaren heb ik doorgebracht op weer een internaat, de Sint Ludgeruskweekschool in Hilversum. Over twee weken (28 septembeer 2013) hebben we daarvan een reünie omdat het dan precies vijftig jaar geleden is dat we daar als kwekeling aan de ontgroening begonnen. Fons Wierink heeft toegezegd ook van de partij te zijn en met hem maakte ik destijds de sprong van Nijmegen naar het Gooise. Op de 'kweek' was het regime begrijpelijkerwijs minder dictatoriaal, desondanks heb ik het daar niet tot het laatste jaar uitgehouden. Mijn 'hoofdakte' deed ik in het voor mij als Silvoldenaar nabije Doetinchem, waarna de avond-kunstacademie in Arnhem volgde. Hierdoor kwam de weg vrij voor een heerlijk bestaan als handenarbeidleraar en later leraar beeldende vorming en CKV aan een school voor Havo en VWO. In 2010 ging ik met de FPU/Bapo om drie dagen later naar Rome te fietsen. Tijdens de Westerhellingperiode was de fietstocht van Silvolde naar Nijmegen ook niet ongewoon en wanneer het van thuis verstuurde reisgeld aan lekkernijen uit de missieclubkast, die door Maarten te Dorsthorst werd beheerd, was opgegaan, ging het even gemakkelijk in tegenovergestelde richting via Kleef weer naar huis.



Ergens wordt de zeepdoosradio genoemd en in die tijd heb ik ook menig jaargenoot van een dergelijk kristalontvangertje voorzien. Om de nostalgie helemaal compleet te maken, zit hierbij het schemaatje van het ding dat via spiraalmatras en kraan de stiekeme radiopret bewerkstelligde; nog niet zo lang geleden op het internet gevonden. Het was overigens een Pionier I, bij de Pionier II had je een batterij en twee transistors nodig. De zeepdoosjes die dienden als verpakking kocht ik op rekening in de procure van Boris, hetgeen vreemd genoeg nooit enig argwaan wekte.
Ik 'de keet' kon je 's avonds linosnijden en solderen en ik herinner me dat, was het niet Hein Vergeer, zomaar een spijker in het stopcontact duwde, hetgeen gevaarloos bleek omdat de vloer in het gebouw van hout was. Bij de uitgang naar de Kwakkenbergseweg, naast de keet, strandde eens een klein autootje en Maarten te Dorsthorst wist dat, toen geheel onbeheerde, ding na enig prutsen aan de praat te krijgen. Hij had dan ook oudere broers die hem het autorijden hadden bijgebracht.
Mijn tien jaar jongere zwager Marcel Kemperman herinnerde me er onlangs fijntjes aan dat ik hem als twaalfjarige naar de Westerhelling had gelokt onder het als vals gekwalificeerde voorwendsel dat je daar na de maaltijd af en toe een grote bak ijs kreeg als dessert. Zou ik hem ook verteld hebben dat je van Boris leerde hoe je een dessert-appel diende te schillen en de partjes met een mes zo moest bewerken dat je daarin geen afdrukken van je gebit veroorzaakte?
Als je lid werd van de 'Mariaclub' werd je wijsgemaakt dat je bij de eerste bijeenkomst op de knieën moest vallen voor de pater die deze schimmige club leidde, onder de woorden: 'eerwaarde vader geef mij uw zegen', waarop de anderen in luid gelach uitbarstten. Ook wij gingen op vrije woensdagmiddagen naar de Sint Maartenskliniek om met aan rolstoel gekluisterde patiëntjes te spelen of hen te gaan rondrijden. Bart, van cafe Hengstdal deelde onze verontwaardiging als we vertelden dat zijn etablissement tot verboden gebied voor ons was verklaard en zo is er nog veel meer…

Ik begon mijn verhaaltje echter met frater Jozef aan wie ik mijn interesse voor kunst te danken heb. Tijdens de lessen ‘esthetische vorming’ liet hij ons ondermeer kennismaken met de mozaïeken van Ravenna, runentekens en heraldiek en ook mijn interesse in film -door 'Joof’ steevast aangeduid met 'fiejum'- is bij hem ontstaan. Ik herinner me vooral de filmavonden, waarbij we zelfs kennis maakten met de 'Nouvelle Vague' en een cultfilm als de 'Roverssymfonie'.
G.B.J. Hilterman gaf eens een voor ons volkomen onbegrijpelijke referaat over 'de toestand in de wereld' en verder waren er cabaretvoorstellingen waarin de neven Piet en Peter Ultee schitterden met hun versie van Tom Manders als Figaro in de barbier van Sevilla. Die twee brachten toen ook het lied van de 'kikker met een kleine op haar knie' en dat heb ik onlangs nog aan mijn jongste kleindochter kunnen leren.

Alles bij elkaar was ‘de Westerhelling’ ondanks het zo goed als ontbreken van de menselijke maat toch niet zo erg als het voor een buitenstaander lijkt. Mijn jongste zoon Joep vroeg, nadat ik mijn verhaaltje over frater Berchmans’ hardhandige optreden had verteld of de man nog leefde. Ik geloof dat hij hem nu na ruim vijftig jaar nog te lijf zou gaan. Andere tijden dus. Kleinzoon 'Boris!' hoeft die gelukkig niet meer mee te maken.

Jan Verheijen 14-9-2013

toevoeging 03-10-2013: hierbij een tweetal exemplaren uit de 'schoenendoos'.

 

Reactie 27:

Jan Verheijen, 29-11-2013: Van klasgenoot Jos Gerritsen kreeg ik een aantal pagina's te leen van zijn fotoalbum uit onze gezamenlijke Westerhelling-periode. Hier volgt een selectie:


Rx27-07d

Rx27-07f

Rx27-10-2

Rx27-13

Rx27-14

Rx27-23

Rx27-26

Rx27-28

Rx27-29

Rx27-35

Rx27-36

Rx27-38

Rx27-43a

Rx27-49

Rx27-51

Rx27-51a

Rx27-56

Rx27-58

Rx27-59

Rx27-67

Reactie 28:

Ton Beekes, 24-01-2014: Fantastisch en zeer herkenbaar verhaal. Ik zat tussen 1964-1968 op de Westerhelling.

Reactie 0:

Rob Boumans, 18-02-2019: artikel Westerhelling
Reactie 29:

Jan Verheijen, 09-12-2013: Fons Wierink, mijn klasgenoot op de Westerhelling, beschikt duidelijk over een beter geheugen dan ik en hij kwam tot de conclusie dat enkele foto’s in Zenderen gemaakt moeten zijn: "bij onze retraite in het Retraitehuis in Zenderen. Ik meen dat wij daar in de tweede klas naartoe geweest zijn. Vooral de seksuele voorlichting staat me nog helder voor de geest."
Het betreft de foto's Rx27-10-2, Rx27-13, Rx27-14 en Rx27-59.
Reactie 30:

Loek Etmans, 30-05-2014: Ik heb zelf ook op Maria Assumpta gezeten en wel van 1953 tot 1957.
Ik heb grote bewondering voor Rob Boumans en zijn vader, die voor dit enorme Westerhelling-archief hebben gezorgd. Mijn complimenten.
Ik ben momenteel bezig mijn belevenissen op papier te zetten en zal ze binnenkort toezenden.
Loek Etmans
Reactie 31:

Andries van Melsen, 01-06-2014: Heel herkenbaar verhaal. Ik heb een vreselijke tijd aldaar gehad en liet absoluut niet met me sollen. ik heb strafwandelingen gewijgert en ook een her meetkunde proefwerk op zaterdag, vrije weekend. Het hele jaar dus geen meetkunde les meer. Verschillende keren bedrijgt met slaag, maar dat hebben die hufters nooit gedurft, want ik stond klaar om me dood te vechten. Uiteindelijk hebben ze me van school gestuurt, waarna ik in Utrecht op een normale Mulo mijn diploma heb gehaalt. Frater Boris en George waren de ergste, Bernard viel wel mee te praten.
Door deze kostschooltijd heb ik altijd tegen onrecht gestreden. nu ben ik gepensioneert en heb gelukkig geen trauma aan die tijd overgehouden.
Ik woon al jaren op Curacao en ben gelukkig dat ik hier mensen kan helpen die door omstandigheden het slecht hebben.
Ik heb alleen klas 1 en 2 doorlopen daar. Hadden ze me niet weggestuurt had ik zeker een frater in elkaar geslagen. Andries.
Reactie 32:

Loek Etmans, 06-06-2014: Vanaf 1953 heb ik vier jaar op Maria Assumpta gezeten. Het grote internaat-gebouw bestond nog niet en de school moest ook nog gebouwd worden. Het gehele pensionaat toen bestond uit de villa, het slaapgebouw en een noodschool. Het geheel moet korte tijd voor mijn aantreden in gebruik genomen zijn als internaat, is misschien in 1950 geopend, maar dat weet ik niet zeker.
Wij sliepen in het slaapgebouw, dat overigens nog steeds bestaat, gingen naar school in tijdelijke gebouwtjes, althans dat meen ik mij te herinneren en aten in de villa. In de villa was ook de keuken en de verblijven van een paar fraters. Niet allen, want zo had frater Jozef zijn kamer in het slaapgebouw.
In 1954 werd aan de bouw van de school begonnen en op 15-5-1955 werd hij geopend. Er was een aula in, die ook als kapel gebruikt werd, dacht ik.
In dat zelfde jaar werd met de bouw van het internaat-gebouw begonnen. Een riant gebouw, zeker behoorlijk luxe voor die tijd, met een eigen slaapkamertje voor elke leerling en eet- en recreatiezalen en andere ruimtes. Iets later werd er een kapel aangebouwd. Het benodigde geld daarvoor werd voor een zeker deel door de leerlingen bijeen gesprokkeld door loten te verkopen. Elk lot kostte een kapitaal. In mijn beleving was het 40 gld per lot.

De regels waren streng op de Westerhelling, De fraters, die ik mij nog kan herinneren waren frater Overste (een Waalse Belg), frater Jules de Vries, een strenge man, maar ik kon goed met hem opschieten, frater Victor, de jongste frater, frater Odile, de portier en Jozef, de kunstenaar, die een fresco in de slaapzaal had gemaakt.
Frater Jules gaf Duitse les op school, de Overste Frans en Godsdienst, dacht ik en voor de overige lessen waren er leken-leraren. Zo gaf meneer van de Berg, tevens hoofd van de school, Engels, de andere namen van leraren zijn mij ontschoten. Van de Berg woonde in een aparte woning op het terrein. Het was een aimabele man. Hij is in 2008 gestorven, zijn woning staat er nog.
Frater Jules gaf Duits aan de eerste klas en deed dat zo voortreffelijk dat ik daar mijn hele leven plezier van heb gehad. Met het Frans van Frater Overste had ik dat niet zo, wel met het Engels van Van de Berg.

Wij aten toendertijd 4 keer per dag: Ontbijt, warme lunch, om vier uur een broodmaaltijd en om zeven uur een kale boterham met margarine en zonder beleg. Veel jongens namen van huis suiker of zoetjes mee, want de thee of koffie was smakeloos.
Eenmaal per maand mochten we naar huis, van zaterdag na schooltijd tot zondag 20.00 uur. Ging je niet naar huis, dan mocht je bezoek ontvangen van jouw familieleden. Op de zondagen, dat je op de Westerhelling verbleef moest je verplicht een brief naar je ouders sturen, die in een open envelop aan de fraters moest worden gegeven. Censuur dus.
Op woensdagen werd er in de middag gewandeld, op vrijdagmiddag werd er gezwommen in het Sportfondsenbad en gedoucht, want in de beginjaren kon dat op de Westerhelling niet. Daar waren geen douches. Later in het nieuwe internaat wel.
Op de zondag werd er weer de hele middag gewandeld, na de Hoogmis en de studietijd. Dan liepen we in colonne op de Zevenheuvelenweg of op de Berg en Dalseweg en pauzeerden even bij Hotel Erica voor een consumptie, die je wel zelf moest betalen. Soms gingen we naar de film of naar NEC, als die thuis speelde. Zo heb ik in Nijmegen Rock Around The Clock gezien, samen met de fraters. Foei fraters.... Rock en Roll was toch even erg als meisjes en vrouwen...
Contact met meisjes was uit den boze.
Leuk was het daarom, dat in de dagen na het examen, in afwachting van de diploma-uitreiking, de regels iets versoepelden en wij op de avond vrij op het terrein mochten struinen. Ja, meisjes buiten het hek betekende dat het hek het moest ontgelden. Wij leefden ons uit.

De regels waren duidelijk, er mocht niet zoveel. In de jaren eind zeventig van de vorige eeuw heb ik nog eens een bezoek gebracht aan het internaat. Heb toen met frater Jules een fles cognac, die ik meegenomen had, soldaat gemaakt. Hij zei toen o.a.: Wij hebben het toen niet echt verkeerd gedaan, maar NU zou ik het echt geheel anders doen.

Van seksueel misbruik heb ik in de vier jaren Maria Assumpta niets gemerkt. Ik zeg niet, dat het dus niet voorgekomen is, maar IK heb er nooit iets van opgemerkt.
Van slaan en dergelijke heb ik ook nooit last gehad en ook niets van gemerkt, dat dat bij anderen gebeurde. Maar ik was een goede leerling, soms de beste van de klas en behoorlijk onschuldig.

Terugziend was het niet altijd een mooie tijd, ik had elke dag heimwee, maar ik heb wel geleerd wat discipline is en tijdens mijn diensttijd in het Nederlandse leger had ik minder moeite met het geheel dan mijn krijgsgenoten. Ik had mijn diensttijd namelijk al gehad op Maria Assumpta en heb de echte militaire diensttijd afgesloten als officier.
Na mijn Nijmeegse tijd heb ik in Haarlem de HBS vanaf de vierde klas gevolgd en heb het diploma 5-jarige HBS-A behaald.
Maria Assumpta heeft mij gevormd, de militaire dienst gekneed. Het bedrijfsleven heeft de zaak afgerond, zodat ik op een vruchtbaar leven kan terugkijken.Succesvol in het zakenleven, actief als bestuurslid bij behoorlijk veel instellingen, elf en een half jaar in een gemeenteraad gezeten, geridderd door Hare Majesteit, benoemd tot erelid van een politieke partij.
Op mijn 73ste jaar kijk ik terug op een spannend leven, waar Maria Assumpta de aanzet van is geweest.

Loek Etmans, Zwolle
Reactie 33:

Jeroen de Groot, 03-08-2014: Foto WHRx11-Westerhelling klas 4 1964
1. Jos Gerritsen, 2. Wim Goossens, 3. Nico Bongers, 4. Chris Verdegaal, 5. Jeroen de Groot, 6. Pubben, 7. NN, 8. Henk Döll, 9. Harry Delsink, 10. Sparnaij, 11. Rob Boumans, 12. Theo van Laake, 13. Jos Mulder, 14. Van Elk, 15. Smulders, 16. Nn, 17. Nn, 18. Danny Cornelissen, 19. Frits van Opstal, 20. Dekkers, 21. Nn, 22. Jos Doorman, 23. Raedts, 24. Pater nn, 25. Nn, 26. Richarz, 27. Willy Sengers, 28. Peter Voortman, 29. Willy Frenken, 30. Meijerink, 31. Nn, 32. Pater nn, 33. Coppens, 34. Rob van Meeuwen, 35. Nn, 36. Houbaer, 37. Gerry v.d. Heuvel, 38. Nn, 39. Huisman, 40.
Reactie 34:

Egbert De Mulder, 05-03-2015: Verbeteringen bij Foto WHRx11: 21: G. Zeegers, 13: Harry De Mulder.
Reactie 35:

J.K., 14-05-2015: Beste Mensen,

Het is nu al weer vijf jaar geleden dat ik me bij de Commissie Deetman wegens seksueel misbruik door Frater Frans heb gemeld. Het is vanwege traumatische herinneringen een harde tijd geweest die nog steeds niet helemaal voorbij is. De commissie heeft mijn klacht en die van andere slachtoffers van Frater Frans erkend en de orde heeft zich daar openhartig en loyaal bij neergelegd. De laatste fase, de compensatie procedure is nu in gang gezet.
Ik heb diverse intensieve en goede gesprekken gevoerd met Dhr de Haan, momenteel internationaal overste van de orde Maristen. Ik kan niet anders zeggen dan dat deze gesprekken beter waren dan spreken met een zgn deskundige psychotherapeut bekend met het Katholieke Geloof van Centrum 45. Niet in de laatste plaats omdat Dhr de Haan het hele systeem en de atmosfeer van de Maristen (her)kende. Indertijd leefde en werkte Dhr de Haan in Azelo, kende Zenderen en kende Westerhelling en de meeste Fraters bij naam. Zeker Frater Frans, die kennelijk ook in Azelo al slachtoffers had gemaakt. Ik was, zoals ik hierboven in 2010 al beschreef reeds eerder op 4-jarige leeftijd misbruikt en ben ook later na Frater Frans nog misbruikt.(ook dat is inmiddels erkend) Dat komt mede omdat je als kind in de voogdij in een kwetsbare situatie zit. De symbiotische band met mijn ouders is dan immers verbroken, vriendschappen zijn oppervlakkig en taboes gevaarlijk. Als eenling ben je dan een gemakkelijke prooi. Maar goed.....dat was in het verleden. Diverse oud-leerlingen hebben op mijn verhaal gereageerd dus wil ik jullie het goede nieuws niet onthouden. Voor mij is de zaak wat de orde der Maristen betreft afgedaan!! Ik bedank en heb respect voor de leiding van de huidige Maristen orde (die wereldwijd nog zeer actief is) voor de verantwoordelijkheid die zij hebben genomen voor hetgeen in mijn geval (en diverse anderen) vroeger vreselijk fout is gegaan. Deze houding staat wat eerlijkheid, warmte en schuldbewustzijn betreft in schril contrast met wat je sommige bisschoppen soms in de pers hoort verkondigen en andere Ordes ondanks bewijzen van het tegendeel, nog steeds pogen te weerleggen als fantasie. De gesprekken met Dhr de Haan vonden, op mijn verzoek, plaats in de villa op het terrein aan de Sophiaweg. Door de warmte die ik mocht ervaren is mijn emotionele pijn zeer verzacht.
Nu is er ook bij mij ruimte voor positieve herinneringen zoals de vriendschap met kunstfotograaf Michel Krzyzanowski. En zoals op deze site voelbaar is, zijn er bij de meeste oud-leerlingen heel veel zaken goed gegaan of konden in de loop der jaren genezen.

SUCCES allen!!
Reactie 36:

Jos Mulder, 28-05-2015: uit de beginperiode:(1ste jaar)
Toen de nieuwbouw in gebruik werd genomen 1957 was ik leerling in klas 2a.
Het regime was zeer zeer streng!
Frater Jules was onze prefect en en hij regeerde dagelijks over de groep.

Tijdens dat jaar moest De kapel een 'Gezegende status' krijgen, en werd de kapel dan ook feestelijk met een 'hoogmis' met 3 Heren geselebreerd, en ingeweid (waaronder pater van montfoort). Ook belangrijke mensen en de geldschieters voor de bouw van het pensionaat waren uitgenodigd.
Dit bouw-geld kwam weg bij de bank van 'kerkelijke leningen' gevestigd aan de catharijne singel in Utrecht (later spaarbeleg). Toevallig was mijn oom daar directeur en was hij met zijn vrouw uitgenodigd om bij deze plechtige gebeurtenis aanwezig te zijn.
Tante Mien had voor mij in haar tasje een plak chokolade meegenomen met de bedoeling om deze lekkernij tijdens haar bezoek aan mij te geven. Om dit lekkers aan mij te geven vroeg tante Mien aan een van de fraters of ze iets aan Josje Mulder mocht geven.
Toen ik later van haar hoorde dat gezegd werd dat ik 'de groep' niet mocht verlaten om dit cadeautje te ontvangen was ik vreselijk teleurgesteld en boos. (de plak chocolade ging weer mee terug naar Huis ter Heide)

Dat was het Regime van de Westerhelling, en je zult begrijpen dat ik dit de fraters nooit zal vergeven.
Reactie 37:

Vincent Wouters, 19-06-2015: Alvast wat aanvullingen
Het Kameel was frater Alfons = de AWEL frater voor de komst van frater Theo van de kleine afdeling Neukebootjes was van mij afkomstig waar die belg zich in vergiste. Had mij ook met zijn losse handjes een daverde klets om mijn rechter oor gegeven. Dreunt nu nog na.
Ben zelf ook bij Boris op een avond geweest voor seks-info. Zelf geen last gehad.
Wel vertrouwde ik perfect Theo niet: in de eetzaal - refter - kregen de tafelburen rechts opvallend veel de schaaltjes beleg aangeboden.
Boven de recreatiezaal/filmzaal was ook een slaapafdeling met uitzicht op Kwakkenbergseweg. In mijn tijd was Carlos daar de hulp-perfect.
Achter de hal van de kapel op eerste verdieping bevond zich nog een kleine ziekenzaal /minihospitaal.
Carlos heeft ook een bezoek gebracht in de avond op jacht naar ??? Had radio aan maar was in DIEPE SLAAP voor Carlos. Geen handel voor Carlos. Radio zat in afgesloten koffer overdag. Heeft mij ook bedreigd wegens opgelegde Carlos orders maar geen verdere problemen gehad en ontweek hem maar verder.
Op een gegeven moment tijd warm voorjaarsweer moesten de zweetvoeten gewassen worden. Hulp frater-perfect Bernard had dienst en Boris kwam er aanstappen met grote Borisstappen en met het 'zwarteboek' onder de arm. Met een Boris-graai onder zijn habeit / circustent kwam de pen te voorschijn en begon met Boris hartenlust ïedereen een aantekening te geven die weg rende na de uitroep "wie heeft zijn voeten nog niet gewassen?" Ik bleef staan bij Bernard met enkele andere ongewassenvoeten leerlingen en werden niet afgestraft met kruisjesaantekening en risico van BLAUWE KAART of ROOD die al de nodige kruisjes hadden verzameld.
Bruine bonen of Capucijners waren zeer gewild als schietprojectielen tegen ramen en muren met de lepel als de maaltijd niet te pruimen was. Aardappelen-inkoop ging ook wel eens niet goed: resultaat waren erg blauwe aardappelen bij het middagmaal.
Op zondag avond waren bij de broodmaaltijd regelmatig nassi/reis met goulash of marcronie van goede smaak.
Ben eerder van de Westerhelling vertrokken wegens gat van circa 1 cm diep en vierkant in mijn rechter arm met pijn wat Boris wel goed verzorgde maar Jozef vond het maar nix dat gedoe iedere keer: werd wrevel voor Jozef met jozef humeur: - dagelijks schoon verband - veroorzaakt door en heet tegenwoordig voedselallergie. Heb er nu ook nog last van maar weet NU de oorzaak en hou er rekening mee en heb geen open wond.
Leef nu met chronische ziekte DIABETES wat ook een big job is met allerlei vage probleemjes en HYPO's dat is te weinig glucose in het bloed.
Misschien nog meer info: later.
Groetjes van Vincent Wouters lj 1959-60
Reactie 38:

Vincent Wouters, 20-06-2015: Op de info van 19-06 nog enige aanvulling
Bij de Fraters hoort ook nog Alfons perfect kleine afdeling
en Frater technische dienst -klussen frater / naam vergeten - had werkplaats onder de keuken bij de C.V.verwarmingskelder
en filmoperator = collega filmoperator van Frater Jozef grote afdeling.
Frater Carlos gaf frans maar ook aardrijkskunde,
van Rooij gaf engels en bijnaam was Joepie en had ook chronisch gebrek aan nicotine voor de klas,
van Merwijk had als bijnaam Mercedes Kwam door Mercedes kuiltje in kin.
Reactie 39:

Jos Mulder, 21-06-2015: Als je een goed leven wilde hebben op de Westerhelling dan was het verstandig om je aan te melden als "juvenist" (toekomstige Frater) want dan werd je in de watten gelegd.
Dat blijkt uit het feit dat deze jongens los kwamen te staan van de groep/frater prefect, en als er wat speciaals ging gebeuren deze mannen ook altijd "vooraan "stonden (zelfs beter eten). Van te voren kon je dat niet weten, maar ik denk dat dit weinig "nieuwe zieltjes" heeft opgeleverd.
Reactie 40:

Jos Mulder, 22-06-2015:
De kostsschooltijd onder frater Jules was voor mij letterlijk overleven. Het eten bv:
Op de houten tafel stonden bij het ontbijt 2 schalen met gesneden brood en 2 stalen bakjes met een lepeltje met beleg (meestal 1 met jam, en 1 met hagelslag) en 2 schaaltjes met op ieder schaaltje een 1/2 pakje boter.
Als je aan de 2de boterham wilde beginnen, moest je haast maken want de belegporties waren erg klein d.w.z. dat het derde sneetje brood alleen nog maar met boter kon worden belegd, en het was dan ook een race tegen de klok. (Zelfs nu eet ik nog steeds te vlug zegt mijn vrouw).
Plus dat de hele tafel commentaar leverde als de betreffende persoon iets teveel broodbeleg had opgeschept.
Als de broodschalen op de tafel leeg waren, konden uit een mand die bij de tafel van de prefect stond nog extra brood worden genomen, maar het beleg was dan allang op!
Daarom werden er ook door veel jongens tubes met mayonaise vanuit huis meegenomen.
Ook zal ik de "berenlullen" nooit vergeten (verse worst).
Maar ondanks dat ben ik toch nog uitgegroeid tot 1.94 m

Leuk om dit nog te kunnen vertellen. Ik hoop dat er nog een keertje een reunie komt zodat ik mijn verhalen en herinneringen nog een keer kwijt kan.
Houd mij s.v.p. op de hoogte als dit gaat gebeuren (josengretha@hetnet.nl).
Groetjes, Jos Mulder.
Reactie 41:

Aja Sars, 09-07-2018: Ik heb samen met mijn broer Je Sars op het internaat gezeten vanaf de opening.
Volgens mij was er bij de gymzaal en in het verlengde van het huis van meester v/d Berg een houten gebouw waar een meisjesschool in gehuisvest was. Als we met een bal op het grote speelplein bezig waren rolde er vaak een naar beneden richting de meisjesschool en was het vechten om hem terug te halen, dit erg tegen de zin in van fraters.
Ook hadden wij nog geen voetbalveld, wij voetbalden aan de overkant van de Kwakkenbergseweg.
[Redactie: zie ter verduidelijking van de omgeving deze luchtfoto.]

Inmiddels ben ik 75 jaar jong, maar ik herinner me ook nog de dagelijkse ellenlange soms tot aan de Duitse grens reikende wandelingen met achter ons aan frater Jules.
En de 2 plakjes broodbeleg die we in vieren sneden om iets op alle boterhammen te hebben.
Reactie 42:

Peter van de Pol, 20-01-2019: Ik heb de schooljaren 1972-1973, 1973-1974, 1974-1975 op het internaat gezeten. Het eerste jaar in de groep frater Griffioen, het tweede jaar bij de hr Collaris en het laatste jaar bij Juf Henriette (klopt Nico Evens), dhr Eijkman en Jos Hermens. Dhr Eijkman was net terug in Nederland, hij had jaren in Chili gewerkt maar moest vluchten voor het militaire regime, Jos Hermens was een bekende hardloper in die tijd.

De eerste twee jaar was mijn groepsverblijf in de nieuwbouw bij het voetbalveld. Het laatste jaar op de eerste verdieping van het hoofdgebouw, aan de linkerkant.
Omdat het aantal leerlingen terugliep, waren de groepsverblijven vanaf 1974 niet meer 's middags open maar werd het houten gebouwtje, links van de weg tegenover het schoolgebouw, een soort dagverblijf. Men noemde het geloof ik 'Het cafeetje'. Er werden o.a. films vertoond, ik kan me Animal Farm nog herinneren.

Het eerste jaar bij Frater Griffioen was nog redelijk streng, maar daarna werd het minder en minder. Het laatste jaar was er nauwelijks nog toezicht. Er waren ook nauwelijks nog Fraters, maar veel "burger"groepsleiders.

Ik deed MAVO, dus ik zat op de school bij het Internaat. Leerlingen die andere opleidingen deden, fietsten naar hun school in de stad.
Ik zat met 3 andere internaatjongens in de klas, de rest van de klas waren stadskinderen, jongens en meisjes.
De school had ook geen hoefijzervorm meer, maar was nu vierkant, met een binnentuin. De school was onderdeel geworden van Scholengemeenschap Oost.
Op de school werd alleen les gegeven aan klas 2, 3 en 4 van de MAVO.
In het eerste jaar was er nog verplichte studie in het groepsverblijf, de andere jaren studeerde ik op mijn kamertje.

Omdat er zo weinig toezicht was ging ik regelmatig door een gat in het hek, ergens achter het huis van de Hr van de Berg, even naar de snackbar Bernie om frietje te eten, of soms zelfs naar de stad, naar de bioscoop.
Ook bij mij is een keer een radio in beslag genomen, in het eerste jaar, daarna is er nooit meer een controle of zo geweest.

Omdat er dus in mijn tijd al bijna geen religieuzen meer waren, herken ik niets van de verhalen over streng regime, seksueel misbruik of slaan e.d.
De burgergroepsleiders zaten al helemaal in de jaren zeventig mentaliteit van opvoeden van vrijheid, blijheid.
Ook eten was er voldoende, en meestal wel goed te eten (anders even naar de snackbar).

Ik heb dus wel een prima tijd gehad op het Internaat.
Als ik de verhalen lees over de jaren 60 en daarvoor, realiseer ik me wel dat ik daar in een heel andere tijd/regime zat.
Reactie 43:

John Leer, 02-02-2019: Ik heb daar in 1973/74 gezeten, ja zo kan ik het wel noemen vond het verschrikkelijk maar moest van mijn ouders. We gaan vanmiddag kijken naar het oude internaat: ik mocht maar 1 keer in de veertien dagen naar huis, woonde in Zwolle.
Volgens mij heette mijn frater Griffioen, daar was op zich niks mis mee.
Vriendelijke groet, John Leer Heino
Reactie 44:

Bert Coppens, 18-02-2019: Beste Rob,
Bij toeval ontdekte ik het digitale mededelingenbord over De Westerhelling. Met veel aandacht heb ik alle verhalen gelezen en naast herkenning mag ik voor mezelf zeggen dat ik veel van de beschreven ervaringen kan onderschrijven. Ik houd goede herinneringen over aan mijn schooltijd op De Westerhelling. Als ik in de buurt ben, maak ik dan ook wel eens een ommetje via de Sophiaweg en de Kwakkenbergweg. Maar wat is het daar veranderd zeg.
Het zelfbouw Philips Pionier radiootje waarvan sprake is, zo een had ik ook en heb het later nog lange tijd als stille getuigenis bewaard. De lange wandelingen, die ik overigens wel leuk vond, heb ik dan ook nooit als echte straf ervaren.
Ik herinner mij het tienkamp diploma dat je kon behalen. Je moest daarvoor een aantal sportprestaties leveren. Tjonge, wat was ik trots toen dat diploma eindelijk in mijn bezit kwam. De afbeelding erop kwam ontegenzeggelijk van de hand van frater Jozef Bossaert. Wij kregen handarbeidles van hem. Ik vond die man ook indrukwekkend als hij op zondagavond de filmvoorstelling inleidde. Meestal iets kerkelijks of in ieder geval stichtelijks. De film ‘De Fietsendieven’ van Vittorio de Sica is nadien onuitwisbaar in mijn geheugen blijven hangen.
Toen de hoogtijdagen van Ajax aanbraken mochten we op tv naar de wedstrijd Ajax Liverpool kijken in de als recreatiezaal ingerichte barak tegenover het gymlokaal. Feyenoord tegen Real Madrid hebben we deels gezien omdat de tv op zwart werd gezet door frater Bernhard toen het voor ons net interessant begon te worden (schoppartij).
Soms komen herinneringen bij mij heel levendig terug, bijvoorbeeld de architectuur van het gebouw of de afbeelding van het schilderij Guernica van Picasso in de lange gang op de eerste(?) verdieping.
Voor mij betekende De Westerhelling ook contact met jongens uit de grote stad, Nijmegen, Den Haag en zo. Ik kwam zelf uit een Brabants dorp. En dankzij hen kwam ik dus in aanraking met voor mij totaal nieuwe muziekstromingen, het waren de beginjaren '60. Ik hoorde voor het eerst 'Paint it Black' en dacht waar heeft die zanger het over.
De regelmaat en de structurele gang van zaken op De Westerhelling heeft voor mij niet negatief uitgepakt in mijn verdere leven. Maar de gedachte om mijn eigen kinderen naar kostschool sturen is nooit bij mij opgekomen. Ik heb er hooguit misschien eens mee gedreigd.
Als aandenken aan De Westerhelling bewaar ik nog steeds mijn tienkamp diploma en herinner mij dan de moeite en inspanning die het me gekost heeft om het te bemachtigen.

Reactie 45:

Jean, 27-02-2021: Kleine correctie: "Azelo bij Borne" ligt niet in de Achterhoek maar in Twente.

Daarnaast: is bekend vanaf welk jaar er ook meisjes in Azelo zaten?
Het aantal leerlingen steeg; dat kan mede kloppen doordat er ook externe leerlingen op zaten, welke vanuit de omgeving (meest Bornerbroek/Almelo) daar naar school gingen.
Reactie 46:

Gerard, 19-11-2022: Om helderheid te verkrijgen van enkele gevallen van misbruik van wat ik heb gezien en zelf heb meegemaakt wil ik als het mag ook reageren.

Redactie: Wil de schrijver van deze reactie contact opnemen?
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.