Herinneringen Oorlog

Herinneringen

Ingezonden op 27-01-2016 door Gerard Centen

 

In die September dagen 1944 heb ik het allemaal beleefd in de Wolfskuil als negenjarig jongetje. 17 tm 20 september, die spanning dat vergeet ik nooit meer, de eerste Geallieerde militairen van de 82 airborne devisie kwamen lopend sluipend van boom tot boom op de Wolfkuilseweg, het waren net mensen van een andere planeet. Wat vooral indruk maakte was hun kleding, jumpsuit en jumpboots. Iedereen dacht: nou is de oorlog zoo voorbij, dus het werd feestvieren en tussendoor dekking zoeken. Helaas liep het allemaal anders, Nijmegen werd een halfjaar lang frontstad, eerst nog zinloze vernielingen door vluchtende Duitsers, en zeker 4 maanden granaatvuur en bommen (kapokfabriek 100 doden), V1 in het Waterkwartier, en vooral plunderen, Nijmegen was stuurloos!

Maar nu na 71 jaar is dankzij de Overbetuwe veteranen iedere dag de Sunset march op de Oversteek-brug, een eerbetoon aan de 48 militairen van de 82 airborne division die omkwamen bij de waalcrossing op 20 September 1944, informatie op www.sunsetmarch.nl. Wat zo jammer is, de oversteek is een prachtige brug met een bijzondere lift maar die is vernield door????
Zinloze vernieling, to remember those who fought for our freedom.

terug

Reactie 1:

Gerard Centen, 18-11-2016: Ik ben op dinsdag 15-11-2016 naar de lezing geweest van Bart Janssen over zijn 2e boek Nijmegen in de oorlog, over de vernielingen en slachtoffers in september 1944 en Nijmegen als frontstad in de winter van 1944-1945. Ik heb begrepen dat Bart nog naar veel informatie op zoek is voor dat boek.
In die winter was ik 10 jaar en woonde in de Mosstraat (Wolfskuil). Wij deelden onze buurt met een gedeelte van de Polar Bears. De meesten soldaten werden ondergebracht bij de bewoners, meestal de hogere, andere sliepen in hun voertuigen met dikke kleding aan.
Mijn verhaal gaat over een van die Polar Bears soldaten, die heb ik bij toeval ontmoet in Engeland in maart 1958 in Southport waar ik toen werkte voor Willem Smit ovens met nog vier andere Nijmegenaren, dat waren Gerrit Martens - Hein Grutters - Kees de kloet - en Henk Prudon, ik hoop dat ze nog leven, ik was in ieder geval de jongste, en de enigste die in de Wolfskuil woonde.
De Engelse veteraan hoorde dat wij uit Nijmegen kwamen en hij vertelde dat hij in de winter 44-45 in Nijmegen Ericastraat gelegerd was dus in de Wolfskuil. Hij liet mij een foto zien van twee leuke meiden die ik gelijk herkende. Ik wist ook dat hun vader in die winter niet thuis was, de moeder wel. Ik kreeg van hem een foto in uniform met het verzoek als ik weer terug was in Nijmegen hun de groeten wou doen.
Nou weer terug in Nijmegen heb ik dat gedaan voor onze bevrijder. De Fam woonde nog altijd op het zelfde adres. Ik belde aan en de man opende de deur, ik kon hem nog van vroeger, het hele verhaal verteld maar hij snapte er helemaal niks van. Ik kon binnen komen en de foto aan zijn vrouw laten zien, maar die herkende de soldaat ook niet, en de twee leuke dochters waren intussen uit huis. Daar stond ik, op die manier zou je ongewild een huwelijk naar de kloten helpen.
Verder heb ik ook geen moeite gedaan, de foto weer opgestuurd naar Engeland met de mededeling: veteraan, je wordt niet herkend, maar wel bedankt voor onze bevrijding. Ik heb later gehoord dat de man van die vrouw na de bevrijding in september 1944 is geplaatst in kamp Vught, waarom?? Maar hoe dan ook, er was een liedje in die tijd gezongen door Albert de Booij Trees heeft een Canadees, ik heb het vanmiddag nog gehoord, het is te vinden op Youtube.

DE OORLOG VERGEET JE NOOIT.
Reactie 2:

Gerard Centen, 30-11-2016: Nijmegen heeft in de 2e wereldoorlog natuurlijk heel wat meegemaakt gezien het aantal slachtoffers en de grote vernielingen aan de stad.
En het wilde leven toen Nijmegen frontstad werd met onze bevrijders. Wij als jongetjes ravotten op de puinhopen, want school was er niet, minutie en kapotte wapens zoeken. En de tiener meiden en volwassen vrouwen mochten met de Britten en Canadezen mee naar de cinema en dansen leren op de muziek van Glenn-Miller, en sommige werden stront verlieft met alle gevolgen van dien. Zondags in de kerk werd op de preekstoel genoeg gewaarschuwd voor deze duivelsdingen!!
Het leven ging door in Nijmegen met ups en downs.
Tot 17 augustus 1945 toen kreeg Nijmegen en heel Nederland te maken met de verandering van Nederlands-Indië naar Indonesië. De jaren 1945-1949 staan helemaal in het teken van de Indonesische kwestie. Soekarno en zijn nationalistische medestanders roepen de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Nederland erkent dit niet en zet alles op alles om Indië te behouden. Dus Nederland weer in oorlog, soldaten vrijwillig en dienstplichtig komen daar terecht in, men noemde het geen oorlog maar politionele acties.
Ieder jaar ga ik naar Roermond voor de doden herdenking. Indië en Nieuw- Guinea gesneuvelden, in het park Hattem staan de namen van 6000 gesneuvelde Nederlandse militairen op bronzen platen, waarvan 60 Nijmegenaren. Die namen staan ook op de gedenksteen van de gedeputeerdenplaats naast het stadhuis in Nijmegen.

Nou iets leukers. In de Wolfskuil opende ik denk in 1949, op de hoek Floraweg-Ericastraat, Hendriks ijssalon. Het was een oud pakhuis van de gemeente. Opa en oma Hendriks maakten voortreffelijk ijs. Voor 25 cent kreeg je tussen twee wafels een flinke schep ijs en daar tegenaan slagroom. Maar tijden veranderen want in de stad werden ook al Bami- en Nasi ballen verkocht. Opa Hendriks wou die ballen ook gaan maken en hij vroeg aan Jan Koolwijk die was pas terug uit Indië was of hij wist wat er van lekkers in zo'n bal zat. Jan noemde een paar dingen op maar vertelde er bij dat ze in Indië daar geen ballen van maakten. Opa ging toch aan de slag en maakte een nasibal. Met het eerste product kwam hij naar buiten, en de keeper van Krayenhoff Has Eichelsheim mocht hem testen. Has nam een hap en de bal viel uit mekaar, Opa kreeg advies: "opa hou die dingen plat en verkoop ze tussen twee wafels!"
Reactie 3:

Gerard Centen, 20-04-2018: ik kan mij herinneren dat mijn oudere broer vanuit de Wolfskuil, Mosstraat nr 1, op 18 of 19 september 1944 naar mijn vader een tas ging brengen waarin wat brood en drinken zat, want mijn moeder kreeg het bericht van een luchtbeschermingsman dat haar man niet naar huis kwam vanwege de gevechten in de stad. Mijn vader werkte op de gasfabriek in de Nieuwe Marktstraat. Mijn moeder was intussen ook al gewend aan de oorlog en het eerste wat zij dacht was: hij moet toch eten, en op die gasfabriek daar is alleen gas.
Dus mijn broer heeft alle geluk van de wereld gehad dat hij die opdracht heeft overleefd. Mijn vader stond stijf van de schrik toen hij met het tasje met wat brood en drinken aankwam, en nog erger mijn vader had geen honger. Hij kreeg toestemming om met zijn zoon terug naar huis te gaan, weer dezelfde weg terug tussen Duitse en Amerikaanse soldaten.
In een oorlog als je hem overleefd moet je veel geluk hebben.
Als mijn broer Andre Centen nog leefde was hij nu 86 jaar. Hij werd 67 jaar.
DE OORLOG VERGEET JE NOOIT.
Reactie 4:

Nick Lambrechtsen, 03-07-2018: Het verhaal van Gerard Centen over de Polar Bears doet mij denken aan een Britse veteraan, nu 98 en heel erg bij, ook een Polar Bear die samenwerkte met mijn vader om een brug bij Gennep over de Maas te ontwerpen die in februari 1945 in gebruik werd genomen. Het was voor een paar dagen de langste drijvende Bailey brug in WO2, want hij was meer dan een kilometer lang.
Op 5 mei dit jaar was deze veteraan nog in Wageningen. Hij is van plan om in september naar Den Bosch te komen want hij was een van de eersten die de stad binnenkwam om speciale kaarten op te halen over de waterstanden van de Maas, verborgen zodat de Duitsers er geen gebruik van konden maken. Hij is ook in Utrecht geweest waar een Polar Bear monument is. Dus sommige Polar Bears leven nog steeds!!
Toen wij nog in Hees woonden, heeft hij ons opgezocht in 1945. Wij hadden toen de "Three Witches" in ons huis gehad maar dat is een ander oorlogsverhaal.
Groeten, Nick Lambrechtsen

Redactie: Weet je de naam van die veteraan? En je maakt ons nu wel benieuwd naar het verhaal van de 'three witches'!
Nick, 23-08-2018: Ik heb gisteren eindelijk weer met mijn Britse veteraan vriend kunnen praten en hem herinnerd aan de email die ik hem in juli zond. Hij had dat over het hoofd gezien. Maar nu geeft hij toestemming om zijn naam toe te voegen aan dat verhaal. Zijn naam is Major Ted (Edwin) Hunt MVO. MVO is Member of the Royal Victorian Order, een persoonlijke onderscheiding van de Britse koningin. Hij werkte voor haar als Royal Bargemaster. Zie zijn website http://mickygrc.wixsite.com/ted-hunt en ook https://en.wikipedia.org/wiki/Edwin_Hunt_(waterman)
Major Ted Hunt attendeerde mij ook op de 3 meter lange foto van die langste drijvende Bailey brug bij Gennep die in het museum in Overloon is. Hij heeft hem persoonlijk overhandigd een paar jaren geleden.
Reactie 5:

Gerard Centen, 14-06-2020: Op vrijdag 12-6-2020 is bij mij een poststuk aangetekend afgeleverd, het door mij aangevraagde mobilisatie-oorlogskruis (postuum) voor mijn vader Jan Centen.
Dit kruis is in 1948 door koningin Wilhelmina ingesteld voor militairen die ten minste vanaf 6 april 1939 tot voor 20 mei 1940 zeker 6 maanden in dienst waren. Na 15 november 1951 konden geen aanvragen meer worden ingediend. De gedecoreerden moesten toen f 7.50 betalen voor deze decoratie, dat riep natuurlijk weerstand op.
Maar in een koninklijk besluit van Beatrix op 1 oktober 1992 werd het kruis opnieuw ingesteld. Ik heb de dienststatus van mijn vader opgevraagd bij het ministerie van Defensie voor een toekenning postuum van het mobilisatie-oorlogskruis, en uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat wijlen mijn vader voldoet aan de in het Koninklijk besluit van 1 oktober 1992 gestelde voorwaarde het mobilisatie- oorlogskruis is toegekend. Het desbetreffende versiersel en het daarbij behorende certificaat is na 80 jaar toch aangekomen.
Reactie 6:

Gerard Centen, 11-09-2020: ik kan mij herinneren dat in Nijmegen in de oorlog een boksclub was met de naam DOS (door oefening sterk) opgericht door Antoon Hellegers 26-5-1876. Er werd toen getraind in de Nieuwstraat en de trainer was Ferdi of Ferry Hellegers.
Mijn oudere broer ging daar ook boksen, ik was 9 jaar en mocht wel eens mee om te kijken.
Na het bombardement werd er geloof ik niet meer gebokst, trouwens mijn broer Andree ging gitaar spelen in plaats van boksen. Ik weet niet of DOS nog bestaat of misschien is het nu boksacademie Nijmegen. DOS dat was in de oorlog de familie Hellegers.
Reactie 7:

Gerard Centen, 18-08-2021: Ik was op 20 september 1944 10 jaar en overal in Nijmegen was het spannend. Duitsers die de vlucht namen maar ook Duitsers die terugvochten, en burgers die aan het plunderen gingen in gebouwen waar Duitsers uit gevlucht waren, dus voor ons jongetjes een spannende maar ook levensgevaarlijke tijd.
Wat ik nooit vergeet: wij woonden in de Wolfskuil en daar tussen de Oude Graafseweg en de Molenweg kwamen de Engelsen met zwaar geschut. Bij de eerste schoten vlogen alle dakpannen en ruiten in de omgeving de lucht in.
Een oom en tante waren gevlucht uit de Dijkstraat, want daar was de voorbereiding voor de Waaloversteek met tanks en Amerikaanse para's. Oom Dorus Loermans nam daar de benen maar slachtte eerst twee konijnen en nam die mee op de fiets en kwam naar ons in de Wolfskuil. Hij liet een konijn bij ons en is verder gevlucht naar familie in Wijchen.
Ik heb twee keer de Sunsetmars gelopen als veteraan. Dat was in 2016, toen kon ik het tempo van de 48 lights nog wel aan maar dat red ik niet meer.
Reactie 8:

Gerard Centen, 10-06-2022: Ik ben dit jaar ook weer in Normandië geweest bij de herdenking van D-Day 6 juni 1944. In een museum in Arromanches speelt een film met ouwe beelden uit 1944. Ik hoorde in die film een frans lied Douce-France gezongen door Charles Trenet. Dat lied is in 1943 door hem gemaakt in Berlijn voor de Franse gevangenen, en ook in Frankrijk voorgedragen als een soort verzet. Ik kan het mij herinneren, in het laatst en na de oorlog, het is een prachtig chanson, en werd ook wereldberoemd. Het hele verhaal over dit lied is te vinden op Wikipedia, erg mooi.
Reactie 9:

Frans van Laanen, 14-06-2022: Reactie op 7
Dorus Loermans kwam oorspronkelijk uit Beuningen, woonde later in de Kanaalstraat 24. Hij was familie van mijn Vrouw. Zij woonde toen in de Waterstraat 185. Ze was geboren op 24-02-1944, twee dagen daarna moest de familie de schuilkelder in bij Bart Cornelissen, de slager hoek Waterstraat Kanaalstraat. Mijn vrouw (baby van twee dagen) zette het op huilen en was niet stil te krijgen. Bart de slager wist hier wel raad mee, pakte de jeneverfles, voerde de kleine een glaasje en stil was het.
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.