Zuuk t mar uut - Wim Janssen

Uit het Nimweegs verleden 106

13-07-1983

De Nijmeegse politie (10)

De zaak Ederveen

Ederveen wordt verzocht om op vrijdag 17 september 1943 voor een bespreking naar Nijmegen te komen. Aan het station worden posten uitgezet om hem op te vangen en naar de politiepost aan de Koninginnelaan te transporteren. In die post zal de Nijmeegse knokploeg korte metten met hem maken. Adjudant van Arkel die daar dienst doet is daarover inmiddels al ingelicht. De adjudant treft niet alleen de nodige maatregelen maar geeft tevens zijn volle medewerking aan dit gebeuren. 

Ederveen komt echter niet opdagen en daarom wordt het besluit genomen dat rechercheur Wim de Jonge naar Den Haag zal gaan om hem op te zoeken en te schaduwen. Hij krijgt daarvoor clandestien verlof. Toen De Jonge op 14 september in Den Haag overnachtte, deed hij dat uit nood in een hotelletje. Omdat men een hotelbriefje in moest vullen is dat reuze gevaarlijk. Dat briefje heeft mr. Perrick, op een tactische wijze laten verdonkeremanen, want ook de recherche in Den Haag kampte met foute rechercheurs. Men heeft nu een burgeradres voor hem opgeduikeld waar het minder gevaarlijk voor ontdekking is. Vlak daarna krijgt Wim de Jonge versterking bij zijn werk van rechercheur Herman Oolbekkink sr. Weer worden er aan het station posten uitgezet om de verrader op te vangen maar wéér laat hij het afweten. Later blijkt dat hij een dag tevoren al reeds in Nijmegen gearriveerd is en de nacht heeft doorgebracht bij inspecteur M. Verstappen, óók een NSB-er en SS-er.

Ederveen is om twee uur 's middags uitgenodigd voor een gesprek in het huis van drogist Dolf Poelen aan de Daalseweg. Poelen is met zijn gezin ondergedoken en heeft zijn hele hebben en houden achtergelaten. Het is de bedoeling dat Ederveen het huis niet levend verlaten zal. Hij zal eerst ontwapend en verhoord worden. De commandant van de knokploeg, Theo Dobben, is met enkele mensen van zijn ploeg reeds binnen. Buiten hebben enkele rechercheurs post gevat om bij onverwachte gebeurtenissen in te kunnen grijpen. Men had afgeproken dat binnen niet geschoten zou worden. 
Waarschijnlijk door een samenloop van omstandigheden, krijgt Ederveen achterdocht en wil door de openstaande tuindeuren ontvluchten. Nu is men wel genoodzaakt om te schieten, wat men dan ook doet. Hij valt gewond in de tuin neer waarbij men denkt dat hij dodelijk is getroffen en niet meer op zal staan. Maar men heeft het mis. Als de knokploeg weg is, klimt Ederveen over de tuinmuur en begeeft zich naar het postkantoortje aan de Tooropstraat waar hij het hoofdbureau op laat bellen. Rechercheur Toon Schouten gaat met W. Berkhout naar het bewuste postkantoortje waar zij bemerken dat het misgelopen is. Ederveen wil met hen niets te maken hebben en wil alleen met inspecteur M. Verstappen spreken. Deze wordt dan ook gewaarschuwd waarop hij meteen de SD in Arnhem alarmeert. 

Ondertussen is de recherche bezig een onderzoek in te stellen in de drogisterij van Dolf Poelen. Als de SD - na een gesprek met Ederveen - ook daar arriveert wordt meteen politiefotograaf Wim Beerman gearresteerd. Even later wordt rechercheur Herman Oolbekkink in zijn woonhuis aangehouden, ook rechercheur A. H. Marcusse wordt in hechtenis genomen. Bij de aanhouding van rechercheur Oolbekkink treft men ook nog een onderduiker aan, die later in Duitsland bij een vluchtpoging doodgeschoten wordt. 

Er is afgesproken dat alle betrokkenen samen zullen komen in de woning van Wim de Jonge aan de Sikkelstraat. Daar besluit men dat zij die gevaar lopen om gearresteerd te worden onmiddellijk onder zullen duiken. Ook Wim de Jonge duikt onder en komt bij de landelijk werkende falcificatiecentrale terecht. Na Wim Beerman, Oolbekkink en Marcusse worden ook nog de rechercheurs Ernst ter Welle en Jacques van der Maar gevangen genomen door de Duitsers. Aan de twee laatste rechercheurs wordt ten laste gelegd dat zij in beslag genomen voorwerpen - in de zaak Ederveen - zoek gemaakt hebben. Zij worden allen naar het huis van bewaring in Arnhem overgebracht, waar zij op een hardhandige wijze door de SD aan een verhoor onderworpen worden. Ook burger De Jong van de Hazenkampseweg deelt hun lot. Later worden de politiemensen en burger De Jong naar het concentratiekamp Vught vervoerd. 

Op vier juni 1944 houdt het polizeigericht zitting in Velp bij Arnhem, waar meteen het vonnis uitgesproken wordt. Het vonnis luidt: Dood „Durch Erschiessung". In de nacht van zes juni - de dag dat de geallieerden in Normandië landen - worden zij door een Duits executiepeloton gefusilleerd. Het zijn de politiemannen: Albertus Henricus Marcusse, Hermanus Oolbekkink, Wilhelmus Adrianus Beerman en Bartholomeus Hendriks. Ook de verzetstrijder De Jong ondergaat hetzelfde lot. De rechercheurs Ter Welle en Van der Maar komen na enkele maanden weer vrij. Dr. van Vught is - zoals ik al eerder vermeld heb - in het kamp Sanbostel op twee mei 1945 aan ontberingen overleden. Mejuffrouw Van Velzen komt nog levend in Nederland terug. Zie hiervoor mijn stukje over de Nijmeegse politie nr. 4 van 1 juni 1983.

Klik hier en reageer daarmee per email als u uw reactie hieronder wilt laten plaatsen

Bron (©) 1983 Wim Janssen - Nieuwsblad De Brug Nijmegen

terug

Reactie 1:

Koos Swinkels, 06-05-2021: Dolf Poelen dook met zijn vrouw An en zoon Fons onder in Venray, in eerste instantie bij mijn ouders. Ze zijn altijd bevriend gebleven.

Zoals op veel plaatsen, werd thuis weinig over de oorlog gesproken. Mijn vader heeft de Grebbelinie overleefd en had wel wat anders aan zijn hoofd.
Mijn moeder diende in de jaren '30 enige tijd bij een gegoede familie Van Kessel in Nijmegen. Ik weet geen adres, heb alleen een statiefoto van het echtpaar. Na haar huwelijk is er altijd een goede verstandhouding gebleven. Ik meen, dat mevrouw Van Kessel later in Gennep terechtkwam. Er kwam zelfs in de jaren '60 een enorme buffetkast als erfenisje bij ons thuis te staan. Ik vermoed, dat er een link kan zijn geweest tussen Van Kessel en Poelen.
Toen Dolf hals over kop moest onderduiken, zal het Noord-Limburgse platteland een goede optie zijn geweest. En via Van Kessel zouden de lijnen kort zijn geweest. Hij kwam met vrouw en kind bij ons thuis, toen een jong gezin met twee kleine kinderen en de volgende onderweg. Dat werkt dus niet. Na een paar weken heeft de Venrayse ondergrondse, in dit geval goede vriend en koster Toon Vermeulen, een veiligere plek gevonden. Hierbij houdt mijn kennis op.
Zij kwamen bij ons later geregeld op bezoek, en omgekeerd. Ik herinner me het huis aan de Hermelijnstraat 4 nog goed, net als hun beider uitvaarten.
Zoon Fons woont nog altijd in Mook.

Aanvulling 07-05-2021: Ik heb nog wat gevonden over Van Kessel. Mijn moeder bewaarde een bidprentje van Maria Hendrina Cornelia van Kessel. Geboren te Nijmegen 20 januari 1904, overleden aldaar 11 maart 1928. Kennelijk ongeneeslijk ziek geweest, en: Geliefde ouders en eenige broer, weent niet om mij enz. Ik vermoed de dochter van het paar waar mijn moeder diende. Ik weet, dat zij pas later in het gezin kwam. Dat was in 1931, voor een periode van een jaar of drie. In 1934 ging ze terug naar huis omdat de hulp op de boerderij dringender was.
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.