Parkweg 5 en 65: ommuring en waltorens in het Kronenburgerpark: 

Van de Nijmeegse vestingwerken, die in de jaren 1876-1880 voor het grootste deel werden gesloopt, bevinden zich in het Kronenburgerpark nog belangrijke overblijfselen. Naast de uit 1425 daterende Kronenburgertoren zijn een stuk van de stadsmuur en twee rondelen bewaard gebleven.
De stadsmuur ten zuiden van de Kronenburgertoren dateert uit de jaren '20 van de 16de eeuw, toen Nijmegen in zuidwestelijke richting uitbreidde. In de bakstenen muur verwerkte men ook vele natuursteenfragmenten van Romeinse origine, die ter plaatse werden gevonden.
De stadsmuur in het Kronenburgerpark werd in de jaren 1880-1884 gerestaureerd door de vermaarde architect P.J.H. Cuypers. Die restauratie omvatte onder andere een gedeeltelijke verlaging van de muur, zodat deze een wat meer romantische aanblik kreeg.
Ruim honderd meter van de Kronenburgertoren ligt het rondeel 'De Roomse Voet', dat in 1526-1527 werd gebouwd op het gelijknamige terrein. Het bouwwerk heeft twee met koepelgewelven gedekte vertrekken, waarvan de bovenste via een lange smalle gang te bereiken is. De ingangspartij aan de Parkweg (nummer 65) dateert uit omstreeks 1880. Het rondeel herbergde tot voor kort een paddenstoelenmuseum. Vanaf het dak van de Roomse Voet heb je een mooi uitzicht over het Kronenburgerpark.
Ongeveer 125 meter verderop - enigszins verscholen in een hoek van het park - ligt de Sint-Jacobstoren, die omstreeks 1525 werd gebouwd. Ook dit bolwerk telt twee verdiepingen, die beiden een koepelgewelf hebben. Bovenop de Sint-Jacobstoren verrees in 1581 de Sint-Jacobsmolen. De gemeente wilde de standerdmolen in het kader van de ontmanteling zo snel mogelijk kopen en afbreken, maar de eigenaar van de molen wist het gevaarte, dat de bijnaam Sans Souci had gekregen, nog tot 1887 te behouden. De herinnering aan de molen blijft voortbestaan in een reliëf boven een venster van het pand op de hoek Parkweg-Van Berchenstraat.
Na afbraak van de molen werd de Sint-Jacobstoren gebruikt als ijskelder. In de winter werd het ijs uit de parkvijver in de kelderverdieping gegooid, zodat groenten en fruit in de verdieping daarboven gekoeld konden worden opgeslagen. De toren werd in 1971-1972 gerestaureerd. Uit die tijd dateert het kleine arkeltorentje bovenop de toren.
De Sint-Jacobstoren is slechts af en toe voor publiek toegankelijk.

Opvallend is dat de Roomse Voet en Sint-Jacobstoren - verdedigingswerken uit het begin van de 16de eeuw - veel lager zijn dan de honderd jaar oudere Kronenburgertoren. Laatstgenoemde toren komt uit een tijd waarin pijl en boog en de katapult nog de belangrijkste wapens waren. Hoe hoger de stadsmuren en torens waren, des te moeilijker was de stad in te nemen. In de loop van de 15de eeuw werd echter steeds zwaarder oorlogsgeschut ontwikkeld. Het buskruit werd uitgevonden en het kanon deed zijn intrede. Hoge torens werden nu zwakke plekken in de verdediging. Nieuwe verdedigingstorens bleven daarom laag en stadsmuren werden aan de achterzijde verzwaard met aarden wallen. Dit bood tegelijkertijd de mogelijkheid om kanonnen op de stadswallen en torens te (ver)plaatsen. Al met al zijn de torens in het Kronenburgerpark nooit het mikpunt van vijandige belegeringen geweest.

 

001-DSC04097.jpg 002-DSC02229.jpg 003-DSC01248.jpg 004-DSC01436.jpg 005-DSC02231.jpg
006-DSC02239.jpg 007-DSC01432.jpg 008-DSC02819.jpg 009-DSC01433.jpg 010-DSC02796.jpg
011-DSC02799.jpg 012-DSC02821.jpg 013-DSC02791.jpg 014-DSC02823.jpg 015-DSC01422.jpg
016-DSC02787.jpg

terug naar monumenten naar noviomagus.nl

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.