Mariënburg 26, Mariënburgkapel: 

Kloosterkapel
De Mariënburgkapel staat midden in het culturele kwartier van Nijmegen, omringd door het Regionaal Archief, de bibliotheek en filmhuis Lux. Vroeger was de situatie geheel anders: het huidige Mariënburg lag in het begin van de 15de eeuw zelfs nog buiten de stadsmuren. Vanaf circa 1410 stond hier een begijnhuis, bewoond door de zusters van het Gemene Leven. In 1431 vroegen zij de paus toestemming om een kloosterorde te stichten waar naar de regels van Augustinus werd geleefd. Het klooster kreeg de naam Mons Mariae, ofwel Mariaberg – een naam die later zou worden verbasterd tot Mariënburg. In 1453 trad de orde toe tot het Kapittel van Windesheim. Het was rond 1431, ofwel rond 1453 dat de bouw van de Mariënburgkapel plaatsvond.
De gotische kapel verrees als een dubbelkerk. Dat is aan de binnenzijde goed te zien: het westelijke gedeelte bestaat uit een onderkerk met daarboven een door zuilen en gewelven gedragen nonnengalerij. De mis in het koor kon op deze manier worden gevolgd door zowel burgers (beneden) als nonnen (boven), zonder dat onderling contact mogelijk was – iets wat paste bij de beslotenheid van de kloosterorde.
Hoewel het kloostercomplex in 1476 door een uitbreiding van de stad binnen de wallen werd opgenomen, zou het nog eeuwenlang door hoge muren van de rest van de stad gescheiden blijven. Aan de religieuze bestemming kwam echter al vrij snel een eind. Met de inname van Nijmegen door prins Maurits in 1591 kregen de protestanten het voor het zeggen. Uitoefening van het katholieke geloof werd verboden, zodat na circa anderhalve eeuw gedwongen een eind kwam aan de religieuze activiteiten in klooster en kapel. De overgebleven kloosterlingen mochten het complex wel blijven bewonen (tegen betaling en het verlenen van hand- en spandiensten) en in 1626 stierf de laatste non een eenzame dood.

Honderd-en-één functies
Ondertussen waren de voormalige kloostergebouwen ingericht als kazerne en militair hospitaal. De laatste nonnen droegen hun steentje bij en verzorgden gewonde soldaten. Nadat de soldaten in 1618 de kazerne hadden verlaten werd de kapel voor honderd-en-één verschillende doeleinden gebruikt. Zo stond in het koor enige tijd een podium waarop komedies werden opgevoerd. In 1634 werd de kapel ingericht als opslagplaats voor haver en stro, enige jaren later lag het vol met wapens en munitie. Van 1650 tot 1655 was het een oefenruimte voor kunstenaars, waarna het de functie kreeg van stedelijke turfschuur. Waarschijnlijk was de kapel toen al ingrijpend verbouwd: binnen waren drie verdiepingsvloeren aangebracht, terwijl de hoge gotische spitsboogramen waren dichtgemetseld en voorzien van kleinere rechthoekige vensters op de verschillende etages.
Het opeenvolgende hergebruik van de kapel hield niet op. Nadat ze Nijmegen in 1672 hadden bezet, sloten de Fransen er hun krijgsgevangen gemaakte soldaten op. Ook parkeerden ze er hun oorlogstuig. Tijdens de onderhandelingen voor de Vrede van Nijmegen (1676-1678) was het een Frans theatergezelschap dat de begane grond van de kapel bezette, nu voor het opvoeren van toneelstukken. De eerste verdieping werd betrokken door een kunstschilder, de tweede deed dienst als verkleedruimte voor de toneelspelers en de derde was bedoeld voor opslag. Toen het gebouw in 1678 door de Fransen was verlaten herkreeg het zijn bestemming van turfschuur, terwijl een gedeelte – waarschijnlijk de benedenverdieping – werd benut als brandspuithuis. Rond 1725 verhuurde de gemeente een van de verdieping aan een schermmeester, die er enige jaren schermlessen verzorgde voor leden van de stedelijke burgerwacht.
Na ruim een eeuw als turfschuur te hebben gediend werd de Mariënburgkapel in 1781 omgetoverd tot stadsgehoorzaal/concertgebouw. Maar een inval van (opnieuw) de Fransen in 1794 maakte een eind aan de muzikale klanken. Net als 200 jaar eerder werd de kapel militair hospitaal. Omstreeks 1813 zullen de soldaten het Mariënburgcomplex hebben verlaten, waarna de gemeente de kapel in 1816 verhuurde aan een garen- en katoenspinnerij. Dit bedrijf bloeide op en bood in de hoogtijdagen werk aan 160 mensen, met name vrouwen en kinderen. In 1843 stopten de machines.
Inmiddels had het Rijk de grond rondom de kapel aangekocht, de oude kloostergebouwen laten afbreken en het geheel bestemd als kazerneterrein. Op de fundamenten van het klooster verrees in 1823-1824 het L-vormige Arsenaal, dat aansloot op de zuidzijde van de kapel. Elders op het terrein verrezen een kruithuis, loodsen en barakken. Toen de kapel in 1843 vrijkwam, kocht het Rijk ook deze aan. Deels huisvestte men er de soldaten, deels was het een kleding- en wapenmagazijn. Het kerkkoor deed zelfs dienst als stal voor zieke paarden!

Restauratie
Aan het eind van de 19de eeuw was de Mariënburgkapel zodanig uitgeleefd dat de gemeente besloot hem te slopen. De gezaghebbende architect P.J.H. Cuypers stak hier een stokje voor en wist het middeleeuwse bouwwerk te behouden. Nadat de laatste infanteristen in 1905 naar de nieuwe kazernes aan de Groesbeekseweg en Gelderselaan waren vertrokken werden de ommuring van het terrein en bijna alle kazernegebouwen afgebroken. De korte vleugel van het Arsenaal ging tegen de vlakte, zodat de middeleeuwse kapel vrij kwam te staan op een groot driehoekig plein. In 1910 volgde een ingrijpende restauratie onder leiding van stadsarchitect J.J. Weve en onder toezicht van de eerder genoemde Cuypers. Het in de loop der tijd verlaagde dak werd weer hoog opgetrokken en bekroond met een dakruiter, de verdiepingsvloeren werden uitgebroken en de spitsboogvensters hersteld. Ten behoeve van het gemeentemuseum, de nieuwe gebruiker, werd binnenin een enorme gietijzeren stellage met galerijen geplaatst. Daarin konden museumstukken worden opgeslagen.

Van Gemeentemuseum tot Huis van de Nijmeegse geschiedenis
In 1941 voegde het gemeentearchief zich bij het museum. Achteraf bezien een groot geluk, want als een van de weinige monumentale gebouwen in de binnenstad doorstond de Mariënburgkapel het oorlogsgeweld van 1944. Een groot deel van het stadsarchief bleef zo bewaard. Overigens ging de directe omgeving van de kapel wel in vlammen op door achtereenvolgens het februaribombardement, de brandstichtingen door vluchtende Duitsers in september en beschietingen in de eerste dagen na de bevrijding. Na de Tweede Wereldoorlog vonden de Waalse en hervormde gemeente tijdelijk onderdak in de kapel, waarmee deze na ruim 350 jaar weer even een religieuze functie had.
Het aanzicht van het Mariënburg veranderde compleet tijdens de wederopbouw, die in deze hoek van de stad pas in de jaren ’60 begon. Het driehoekige plein veranderde in een rechthoekig parkeerterrein en, omringd door betonnen blokkendozen van het politiebureau en de Dienst Sociale Zaken, stond de kapel er als een welhaast wezensvreemd element bij. Dat zou pas ten goede veranderen met de complete herontwikkeling van het Mariënburg in de jaren 1998-2000: de kapel vormt sindsdien weer het middelpunt van het plein, dat zijn driehoekige vorm in aangepaste vorm herkreeg. Doordat het pleinniveau bij deze drastische ingreep werd verhoogd verloor het monument wel iets van zijn rankheid.
Ook in de laatste tientallen jaren heeft de Mariënburgkapel diverse bestemmingen gehad. Het gemeentemuseum verhuisde in 1974 naar de Commanderie van Sint-Jan en vier jaar later verhuisde het gemeentearchief naar het Arsenaal. Het restauratieatelier en het depot van het archief bleven echter tot 2000 en werden toen verplaatst naar het nieuw geopende Regionaal Archief tegenover de kapel. De metalen stellages werden verwijderd en vervolgens onderging het interieur een opknapbeurt. Na geregeld als expositieruimte te zijn gebruikt is het monument sinds eind 2009 voor publiek toegankelijk als ‘Huis van de Nijmeegse geschiedenis’. Na 2011 zal de gemeente – nog steeds de eigenaar – bekijken of er een permanente bestemming voor het veelzijdige gebouw te vinden is.

Bron:
Glaudemans, R. en R. Gruben, Nijmegen, Mariënburgkapel e.o. Bouwhistorische opname en waardestelling, Instituut voor Bouwhistorische Inventarisatie en Documentatie, ’s-Hertogenbosch, 1998.

 

001-PICT0283.jpg 002-P0002465.jpg 003-DSC01516.jpg 004-PICT0716.jpg 005-P0003967.jpg
006-P0000658.jpg 007-PICT0305.jpg 008-P0002468.jpg 009-P0000568.jpg 010-PICT0302.jpg
011-DSC00994.jpg 012-DSC00997.jpg 013-DSC00995.jpg 014-DSC00996.jpg

terug naar Gebouwen terug naar Rijksmonumenten


REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.