Stadsboerderijen

© Klaas Bouwer; digitale bewerking 13-10-2017 Mark van Loon/Stichting Noviomagus.nl

Wandeling langs Nijmeegse stadsboerderijen

door Klaas Bouwer

Inleiding

In Nijmegen hebben, net zoals in veel andere steden, vroeger tientallen stadsboeren gewoond in zogenaamde stadsboerderijen: woningen met een stal voor rundvee en varkens en vaak ook een mestopslag. In 1814 stonden binnen de wallen nog bijna 200 stadsboerderijen, waarbij in 99 panden twee of meer koeien werden gehouden.

In 1817 werden in de binnenstad nog 389 koeien en 216 paarden gehouden. Inwoners met een ander beroep hielden vaak slechts 1 of 2 koeien. De meeste burgers hielden ook een of twee varkens in een schuurtje of aanbouw voor eigen gebruik.
Na de ontmanteling van de vestingwerken (1875-1876) is het aantal boeren in de binnenstad snel afgenomen, mede door de strengere gezondheidswetgeving vanaf rond 1890. In 1911-1917 werd nog op 48 adressen vee gehouden, in totaal 96 stuks rundvee en veel varkens. Veel restanten van stadsboerderijen gingen verloren in WOII.
De boeren hadden hun akkers buiten de stadswallen liggen, vee weidde men in de Ooijpolder of op de heide. Buiten de wallen lag een zone die vrij van bebouwing moest blijven omdat Nijmegen een vestingstad was.

Routebeschrijving


1. Ziekerstraat 116
In de Ziekerstraat stonden in 1868 nog 12 stadsboerderijen, in 1917 nog 5.
Het pand Ziekerstraat 116 was zoals veel boerderijen smal en lang. Het woongedeelte lag rechts, links was achter de grote deur een binnenplaats waarlangs de stallen bereikbaar waren. Hooi en stro werden door het luik boven de baanderdeur naar de zolder gebracht. In 1917 woonde hier boer Verwey, hij hield toen nog 6 koeien. Alleen de gevel is nu nog herkenbaar als stadsboerderij, binnen is alles verbouwd.
Langs de Tweede Walstraat lagen tot 1874 de stadsmuren en -wallen. Vaak werd daartegenaan mest en stadsvuil gedumpt. Aan de Vlaamsegas stonden in 1911 nog 2 stadsboerderijen (westzijde, met lage daken).


Karrengas 3


2. Karrengas 3
Aan de Karrengas stonden een aantal boerderijen. Nummer 3 is helaas de enige stadsboerderij die op de gemeentelijke lijst van monumenten staat (zonder schildje). Links lag de woonruimte, rechts de stal (in 1912 kolenberging, hier woonde kolenhandelaar Biessels) met daarachter een kleine open plaats. Het huis was één geheel met een boerderij aan de Zwanengas (thans Piersonstraat).
In de Bloemerstraat stonden rond 1817 nog 8 boerderijen, de meeste aan de noordkant.





3. Door de Zeshuizenhof bereiken we de Regulierstraat. Hier is behalve nr. 124 nog redelijk herkenbaar als stadsboerderij nr. 66. Ook nr. 73 is een kleine boerderij geweest. In 1817 stonden hier 5 boerderijen, in 1917 nog 4, waarin toen 13 koeien werden gehouden.
Langs de Doddendaal en de Parkweg gaan we naar de Lange Hezelstraat. Dit was voor 1940 een straat van winkels, werkplaatsen en stadsvilla's, bewoond door onder meer leden van de families Rappard, Quack en Knippinck. Toch had men hier nog vier adressen waar vee werd gehouden, alle aan de noordkant.


Bottelstraat 15


4. De Bottelstraat had vier boerderijen, waarvan één op de hoek met de Lange Hezelstraat (gecombineerd met stalhouderij) stond. Een andere boerderij stond op de hoek met de Kloosterstraat.

5. Aan de Papengas stond aan het begin rechts één boerderij en halfweg een andere, waar in 1917 nog in totaal 12 koeien werden gehouden.

6. Nijmegen had ook enkele herbergen waar vee op stal stond. Op de hoek van de Ganzenheuvel-Lange Hezelstraat hield S. van der Wedden in 1817 achter zijn herberg 'De Star' 12 koeien en 4 paarden. In 1854 werd De Ster verkocht; "ruimte voor 6 koebeesten en 25 à 30 paarden".

7. Ook in de Houtstraat stonden in 1817 2 boerderijen (waarvan één op nr. 60) in 1817 samen 6 koeien. De voormalige stadsboerderijen zijn in het centrum van de binnenstad het eerst verdwenen, er kwamen woonhuizen en winkels voor in de plaats.

8. In de Pauwelstraat hield P. Kloosterman waar nu nr. 5-7 staat, in 1817 nog 2 koeien. In de omgeving van het Arsenaal vond men geen stadsboerderijen. Wel werden hier in de kazernegebouwen veel paarden gehouden, die voor de stadshygiëne ook problemen opleverden.

naar Stadswandelingen naar Gastredactie-overzicht

Reactie 0:

Klaas Bouwer, 15-10-2017: Wandeling Stadsboerderijen
Reactie 1:

Ans van Cromvoirt, 12-11-2017: Ik ben in 1950 geboren op Bottelstraat 6. In dat pand was een kruidenierswinkel. Op nr 4 woonde een gezin met de naam van Megen. Tussen dat huis en de winkel hadden we een stal met hooizolder die toen in gebruik was als opslagplaats. Op no 8 woonde een smid Hendriks, hij had een smidse aan huis en woonde met zijn gezin daarboven. Dan kwam de boerenbond en daarna de melkhandel van Dientje Reuskens volgens mij.
Tegenover ons huis was toen nog een stadsboerderij. Daar heeft nog een schillenboer in gewoond. Later is dat huis en de stal ernaast afgebroken en heeft garage van Bon die plaats ingenomen.
Op de hoek was een winkel met visspullen.
Reactie 3:

Albert Cloosterman, 12-11-2017:
Beste Ans, u bent geboren in 1950 in de Bottelstraat nr. 6. Wellicht interessant te weten dat mijn grootvader Jan Cloosterman in 1871 is geboren in de Bottelstraat nr. 7. U kunt dit lezen in mijn artikel: Het gezin van slager Piet Cloosterman, Dommer van Poldersveldtweg 55.
Beste Klaas Bouwer, weet u zeker dat P. Kloosterman in de Pauwelstraat niet een schrijffout is en Cloosterman moet zijn?
Reactie 4:

Klaas Bouwer, 13-11-2017:
Beste Albert, het kan ook Cloosterman zijn, de schrijfwijze hing soms af van de ambtenaar. In de lijst van 1817-1818 staat Ant. Kloosterman.
Nog wat informatie over de Bottelstraat, uit een inspectie in 1911 (RAN, Gezondheidscommissie inv. nr. 2222): Albers, Bottelstraat 9 hield 2 koeien, Gelderman, Bottelstraat 15 hield 5, H. Klaassen op nummer 31 hield 3 en een kalf, Fr. Verwey op nr. 49 3, en H. Willemse op nr. 32-34 hield 5 koeien.
Reactie 5:

Albert Cloosterman, 13-11-2017: Beste Klaas, het barstte van de koeien in de Bottelstraat. Het is dan ook niet voor niets dat mijn vader slager is geworden.
Reactie 6:

Wim Ockers, 18-02-2018: ik ben geboren in 1951 op Bottelstraat 9, ben dus een kleinzoon van boer Bart Albers. Tot 1953 hebben wij daarbij ingewoond en zo lang als mijn opa en oma daar woonden was ik alle vakanties daar.
Vanmorgen heb ik met mijn moeder Stien Albers (88 jr.) deze site bekeken en herinneringen opgehaald. Samen kwamen we tot het volgende:

Op de foto in het artikel staan van links naar rechts nummer 11, 13 en 15. De plattegrond-tekening ernaast is de tekening van nummer 9 in spiegelbeeld en links daarnaast was de karrestal met daarboven de hooiopslag.
Tegenover was de Boerenbond, op 8 was smid Hendriks, op 6 was Bart Jansen de kruidenier, op 4 van Megen met heel veel kinderen waarvan Leo en Nico ongeveer van mijn leeftijd waren, op 2 woonden 2 oude dames.
Op de hoek Hezelstraat was een winkel waar ze klompen, laarzen en gereedschap verkochten dachten wij.
Aan de andere kant van de Boerenbond was de melkwinkel van Dien en Jan Linders.
Op 7 was in die tijd geen woonhuis meer maar een blinde muur van garage van Bon.
Op 11 was een pakhuis waar begin jaren 50 een stalling was van een man die rond ging met boeken in een kar met een pony ervoor.
Op 13 woonden oudere mensen (klonk als Boetsjee), op 15 fam. Van Tent (bovenwoning), op 17 Ockers de kolenboer, daarnaast een boog naar de opslag van de kolenboer, op 19 fam Holten, op 21 vermoedelijk fam. Kersten, dan een lange muur van de school, daarna een open plek waar alle schillenboeren de schillen heen brachten (schillenplats), verder stonden aan beide kanten woonhuizen.
Volgens mijn moeder woonde er een fam. Kloosterman op de Nieuwe Marktstraat, zij ging naar school met Tini en Doortje Kloosterman.
Ook kende zij een Bernard Kloosterman die een boerderij had op de Voorstadslaan.


ca 1955, het hoge pand links is nr. 9

Reactie 7:

Albert Cloosterman, 19-02-2018: De naam Cloosterman is afkomstig van Peter Gijssen, die pachter was van de grond van het Agnetenklooster in Neerbosch. Hij heeft toen de naam Cloosterman aangenomen. Peter leefde rond 1590.
De naam Bernardus Cloosterman zien we pas terug bij de zoon van Johannes Cloosterman (1759 - 1845), maar nog steeds Cloosterman met een C! Zelf kan ik geen familieband leggen met de K's. Wellicht dat mijn zwager Ron van Swelm hier meer van weet.
Reactie 8:

Leo van Megen, 19-02-2018: Ik ben in 1947 geboren in het huis Bottelstraat 4, mijn ouders woonden toen in bij mijn Opoe, de grootmoeder van vaders kant. Het was een bijzonder huis waar in de gang nog een ouderwetse handwaterpomp stond. Ook sliep mijn Opoe totdat ze het huis verliet in de aanwezige bedstee. Ik heb er als kleine peuter vaak met haar in geslapen.
In de woning op no 6 woonde inderdaad het kruideniersgezin van Bart Jansen. Ik kan mij herinneren dat ik daar vaak op de deel gespeeld heb, en niet in de laatste plaats omdat er een grote krententon stond, waarin zich de krenten voor de verkoop in de winkel bevonden. Overigens waren de vrouw van Bart Jansen en mijn grootmoeder schoonzussen van elkaar.
Ik kan mij ook nog heel goed de smederij en de NCB silo herinneren evenals de Steenkolenhandel van Ockers onder de boog. En natuurlijk de garage van van Bon. Op de hoek aan dezelfde kant was een inderdaad zoals Ans van Cromvoirt aangeeft een winkel in visspullen en daar tegenover een cafe dat er nu nog zit.
Samen met Ans en haar zus Ineke heb ik heb veel plezier gehad in de Bottelstraat.
Echte nostalgie.
Reactie 9:

Annelies Janssen, 01-11-2019: Mijn betoverouders zijn Elisabeth Cloosterman en Bernardus Pierlo.... Zij woonden in 1880 aan de Karrengas, Bernardus Pierlo was stalknecht.... Ik heb er een hele mooie foto van, hij staat voor de deur van een stal met een riek.

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.