Namens de erfgenamen van Wim Janssen

Biografie Wim Janssen

WIM JANSSEN 1919-1996

Wim Janssen werd geboren in het hart van de benedenstad, in de Vleeschouwerstraat, recht tegenover de Onze Lieve Vrouwentrappen, in een tijd dat armoede daar troef was. Het gezin bestond uit vader, die bootwerker was, moeder, die met negen jaar als dienstmeisje voor dag en nacht moest gaan werken en daardoor analfabete was en twaalf broers en zussen.
Om bij te dragen aan het gezinsinkomen was het dan ook niet zo verwonderlijk dat hij na 6 klassen lagere school moest gaan werken. Toen zijn vader met hem op 12-jarige leeftijd bij het arbeidsbureau kwam en de ambtenaar zei dat er alleen maar een schildersknecht werd gevraagd, zei zijn vader dan ook: “hier staat de schildersknecht”.
Toen Wim 16 jaar was ging hij als bijverdienste werken in het Olympia Theater als chocoladeboy alwaar hij spelenderwijs de Engelse taal machtig werd aan de hand van de speelfilms. Ook was hij actief in het Vincentius jeugdwerk waar zijn belangstelling voor het toneelspelen ontstond. Hij bleek er een bijzondere aanleg voor te hebben, wat uitmondde in enkele jaren bij het professionele gezelschap van Paul Steenbergen met optredens in de wijde omgeving.


Aangezien hij in die periode trouwde en het inkomen uit het toneelspelen zeer wisselend was besloot hij toch maar weer schilder te worden om zijn gezin een regelmatiger inkomen te verschaffen. In de periode dat hij huisschilder was werd hij actief bij het Don Bosco jeugdwerk alwaar hij een toneelvereniging “De Lanteern” oprichtte en cabaret voorstellingen verzorgde. Daar is ook het schrijven van liedjes begonnen waarvan de bekendste wel zijn; “Ik hou van de ouwe stad” en “De cent”, waarvan Dr. Jan Brinkhoff in een recentie in het blad Numaga schreef dat het goede staaltjes van echte volksvertelkunst waren.
Na een carrière als schildersuitvoerder in de utiliteitsbouw,moest hij op 50 jarige leeftijd om medische redenen stoppen met werken en kon hij zich volledig bezig gaan houden met het schrijven over het wonen en werken in de oude stad. Dit resulteerde vanaf 1978 in een zevenjarig, bijna wekelijkse, rubriek “Het Nijmeegs Verleden” in weekblad De Brug.

In 1979 schreef hij samen met René van Hoften en Franc Janssen het boek “Huus toe, lillekerd”. Liedjes en verhalen uit en over Nijmegen, uitgegeven door uitgeverij de Stiel, oplage 1500 stuks.

In 1981 verscheen het boekje “Zuuk’t mar uut”, uitgegeven door weekblad De Brug. Een verzameling van reeds eerder in De Brug verschenen artikelen aangevuld met een twaalftal liedjes in Nijmeegs dialect en met tekeningen van Leo van Stijn.
Eerste druk: september 1981 oplage 2500 stuks.
Tweede druk: november 1981 oplage 1500 stuks

In 1983 verscheen “De vroege jaren van de Nijmeegse vakbeweging” waaraan hij een belangrijke bijdrage leverde.

Verder schreef hij veel stukjes in wijk-, club- en jubileumbladen. 

Ook zong hij in deze periode mee op twee LP’s namelijk “Nimweegs mot blieve” (Ik houw van de ouwe stad) en “Nijmegen Plat” (De lompe koopman en De cent). 

Ook verzorgde hij in veel buurt- en bejaardenhuizen en scholen diavoorstellingen en vertelde hij over oud Nijmegen. Ook zong hij liedjes in het Nijmeegs dialect.
Toen hij in 1985 stopte met zijn rubriek “het Nijmeegs verleden” in De Brug, is hij zich gaan toeleggen op het schrijven van een Nijmeegs dialect woordenboek, wat hij zag als de kroon op zijn werk als amateurschrijver. “Zeg ’t mar op z’n Nimweegs” is in 1987 uitgebracht door uitgeverij Dwarsstap in een oplage van 2000 stuks. In dit boek heeft hij het Nijmeegs dialect, zoals dat in de beneden stad gesproken werd en hij het van zijn ouders geleerd had, in geschrift vastgelegd. Ook heeft hij samen met drs. P.Goosens van de Nijmeegse Centrale voor Dialect en Naamkunde een manier bedacht om alle verschillende klanken die in het Nijmeegs dialect bestaan in een schrijfwijze vast te leggen.

Naar aanleiding van het eerste Nimweegs dictee in 2000 en een cursus Nimweegs voor tunukus proaters van Stichting Openbaar Carnaval Nijmegen, is eind 2000 de tweede druk van “Zeg ’t mar op z’n Nimweegs” verschenen in een oplage van 1000 stuks, uitgegeven door S.O.C.N. Een derde druk is waarschijnlijk eind 2005 te verwachten. Deze zal aangevuld worden met nog niet in het boek voorkomende woorden en zal uitgegeven worden door de Lionsclub Keizer Karel stad.

terug

Reactie 1:

Dick Jacobs, 06-08-2018: In bovenstaand verhaal kom ik de naam van de acteur Paul Steenbergen (1907-1989) tegen. Mijn ouders hebben lang in Nijmegen Oost gewoond; mijn vader wist me te vertellen dat de familie Steenbergen in de Stenenkruisstraat woonde en er vaak aan huis toneelvoorstellingen gaf. Was zo'n voorstelling succesrijk geweest en was er dus behoorlijk wat geld binnengekomen, dan vierde de familie dagenlang feest. De buurt kon hier dan steeds van meegenieten.

Redactie: meer over de acteursfamilie Steenbergen leest u op http://resources.huygens.knaw.nl
Reactie 2:

Theo Janssen, 25-11-2019: Wim Janssen was mijn oom. Ik ben de zoon van zijn broer Jo Janssen bijnaam Peerdehert. Ik denk nog met weemoed terug aan de verjaardagen, wij vonden het heerlijk als ome Wim weer kwam, dat was lachen drinken en zingen. Ik ben van 1949.
Reactie 3:

Cor Klaassen, 09-03-2021: Ik ben op zoek naar de tekst van het lied van Wim Janssen " Ik houw van die ouwe stad" Wie kan mij helpen?

Redactie: elders op onze site vind je de liedtekst, en de elpee waarop Wim Janssen het lied zingt.
Reactie 4:

Pieter van Wissing, 12-11-2021: Via het Prikbord vroeg ik of iemand wist wie zich achter het pseudoniem Waolkanter verschool. Hij schreef in de jaren vijftig stukjes in het Nijmeegs dialect in De Gelderlander. Iemand suggereerde dat dat Wim Janssen wel eens zou kunnen zijn. Het zou inderdaad passen in de biografische schets hierboven. Zou iemand kunnen bevestigen dat Janssen Waolkanter is?
Reactie 5:

Harry Janssen, 02-07-2023: Reactie op reactie 4
Ik ben de zoon van Wim Janssen en kan bevestigen dat Wim Janssen NIET onder het pseudoniem van Waolkanter in de Gelderlander heeft geschreven.
Reactie 6:

Pieter van Wissing, 02-07-2023: Dank Harry Janssen, voor deze bevestiging. Ik denk nu dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid Louis Frequin is, destijds hoofdredacteur van De Gelderlander (zie mijn De tovenaar van Timor (Hilversum 2022), p. 89-90).

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.