J. van Geelkercken ca 1650, Uitgave Lionsclub i.s.m. Gemeentearchief Nijmegen 1991 t.g.g. aktie concert gehandicapten



terug
Reactie 1:

Rob Essers, 05-08-2022: Dit is niet de kaart van "J. van Geelkercken ca 1650", maar die van Nicolaas van Geelkercken uit 1653; zie RAN documentnummer KPA-II-36. Dezelfde kaart is gepubliceerd in Alle de XIV. Boeken van de Geldersse geschiedenissen. (Arnhem: Jacob van Biesen, 1653) van Arend van Slichtenhorst. De kaarten in het eerste boek zijn getekend door "Nicolaes van Geelkerken, Land-meeter des Vorstendoms Gelder en Graefschaps Zutphen. In 1898 schreef Van Schevichaven in Penschetsen uit Nijmegen's verleden (p. 8):

"Het werk van Pontanus werd vertaald door Slichtenhorst, wiens »XIV Boeken van de Geldersse Geschiedenissen” het licht zagen in 1654. Ook daarin komt een goede plattegrond van Nijmegen voor. Het is evenwel geen oorspronkelijke opname, maar een copie van die in Blaeu, met de veranderingen er op aangebracht, die in de vijf jaren, verloopen sedert de uitgave van het Stedeboek, hier waren voorgevallen."

In Toonneel der steden van 's konings Nederlanden van Joan Blaeu uit 1649 zit een zelfde kaart met precies dezelfde genummerde Namen der Kercken, Cloosteren, Gebouwen en Straten., maar zonder het profiel van Nijmegen aan de bovenzijde. In de cartouche staat onder meer: Tabulam hanc L.M.Q. dicat et dedicat met daaronder I. BLAEU. Wie de de oorspronkelijke kaart uit 1649 heeft vervaardigd, is niet duidelijk.

vader en zoon
In de biografie 'Isaac van Geelkercken 1615-1672, landmeter, wijnroeier, vestingingenieur en postmeester', in het Biografisch Woordenboek Gelderland (deel 10) (pp. 51-54), schrijft Martin Hendriks:

"Nicolaes van Geelkercken werd in juni 1628 door het Hof van Gelderland naar Arnhem gehaald om daar de zieke vaste landmeter van het Hof, Bernard Kempkens, te vervangen. In het bijzonder werd Van Geelkercken aangetrokken als kaartmaker voor een groot boekproject, de Historiae Gelricae libri XIV van Johannes Isacius Pontanus. Voor dit werk zou Nicolaes kaarten vervaardigen van het gehele hertogdom, de vier kwartieren en van de steden afzonderlijk. Reeds vanaf het begin heeft de jonge Isaac zijn vader hierbij geassisteerd. De opmeting van het Overkwartier van Roermond heeft Isaac zelfstandig uitgevoerd en hij heeft waarschijnlijk ook de kaart vervaardigd. Vast staat dat Isaac van Geelkercken de maker is van de kaart van Nijmegen."

De kaart in Historiæ Gelricæ Libri XIV. Deducta omnia ad ea usq. tempora nostra, quibus firmata sub Ordinibus respublica (Harderwijk: Nicol. à Wieringen, 1639) is in ieder geval van Isaäc van Geelkercken. Hij was was in de periode 1644-1656 werkzaam in Noorwegen.

Gelet op zijn staat van dienst ga ik ervan uit dat de kaart van Nicolaas van Geelkercken uit 1653 geen slaafse nabootsing van andermans werk is. Het ligt meer voor de hand dat de kaart van Blaeu uit 1649 van de hand van Nicolaas van Geelkercken is. Het profiel van Nijmegen aan de bovenzijde is ontleend aan de kaart die zijn zoon in 1639 heeft vervaardigd.
Reactie 2:

Rob Essers, 31-08-2022: De in reactie 1 vermelde titel Toonneel der steden van 's konings Nederlanden en het jaartal 1649 zijn niet juist. De titel van het tweede deel is Toonneel der Steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen. De oorspronkelijke uitgave was in het Latijn. De Nederlandse vertaling verscheen in 1652. Daarin zit dezelfde kaart van NOVIO MAGUM uit 1649.

Volgens Van Schevichaven is de kaart van Nicolaes van Geelkercken een kopie "met de veranderingen er op aangebracht, die in de vijf jaren, verloopen sedert de uitgave van het Stedeboek, hier waren voorgevallen.". De kaart van van Nicolaes van Geelkercken is in 1653 in druk verschenen. Welke veranderingen uit de periode 1649-1653 zouden hierop aangebracht kunnen zijn?

verschillen
Tot nu toe heb ik nog maar één opmerkelijk verschil kunnen ontdekken, op de plaats van de latere Korenmarkt. Van Schevichaven schreef in Oud-Nijmegens Kerken, Kloosters, Gasthuizen (1909), dat op 13 februari 1650 werd besloten de St. Janskerk te slopen. Het merkwaardige feit doet zich voor dat de St. Janskerk en de St. Jansboog op de kaart van Blaeu reeds verdwenen zijn.

De kerk en de boog zijn afgebeeld op de kaarten van Isaac van Geelkercken (bron: Pontanus 1639) en Nicolaes van Geelkercken (bron: Van Slichtenhorst 1653). Bij Blaeu staat '38. St. Iohan' nog wel in de legenda, maar op de kaart ontbreken de kerk en het bijbehorende nummer. Dateert de kaart van Blaeu niet uit 1649 of liep de maker vooruit op de sloop?

Zie ook Stratenlijst gemeente Nijmegen > kroniek 1649.
Reactie 3:

Rob Essers, 31-08-2022: Mijn veronderstelling dat in Novum ac magnum theatrum urbium Belgicæ liberæ ac foederatæ (Blaue 1649) dezelfde kaart zit als in Toonneel der Steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen (Blaeu 1652) blijkt bij nader inzien niet juist te zijn. De kaart in de Nederlandse uitgave is op een aantal plaatsen aangepast. De kaart met de St. Janskerk (nr. 38) is afkomstig uit de Latijnse uitgave. De kaart met de nog naamloze Korenmarkt (ongenummerd) dateert uit 1652.

Reactie 4:

Antoon Reijnen, 07-09-2022: @Rob Essers (reactie 1) - De plattegrond van Blaeu uit 1649 is niet gemaakt door Nicolaas van Geelkercken.
De wordingsgeschiedenis van de kaart van Nijmegen, door Blaeu in 1649 gepubliceerd, wordt uitvoerig beschreven in Gerard Lemmens, Nijmegen in 1669. Vogelvluchtgezicht van Hendrik Feltman (Nijmegen 2003)'.
In het kort: Begin 1646 ontving de Nijmeegse magistraat van uitgever Johan Blaeu uit Amsterdam het verzoek om hem een actueel, nieuw opgemeten stadsplan van Nijmegen toe te sturen.
Op 22 april 1646 gaf de raad aan een zekere mr. Jan Ridder opdracht om "een pertinente caerte van dese stadt te maecken, mitsgaders nog een andere grote caerte van dieselve stadt die men in de Raedtcamer zal moegen hanghen”. Een paar maanden na aanvang was een commissie uit de raad zo ontevreden over het verrichte werk, dat de opdracht aan Ridder weer werd ingetrokken.
Na dit debacle benaderde de raad "den schilder in die corte burghstraet wonende". Deze schilder was Hendrik Feltman, die een woning tegenover het stadhuis huurde van boekhandelaar/uitgever Nicolaes van Hervelt.
Op 10 juli 1647 contracteerde een raadscommissie voor een salaris van 100 daalder "Hendrik Veltman schilder tott Cleef" met de taak dat hij "dese stadt met eene penne pertinentelick sall afteykenen, und daervan leveren twee caerten, die eene klein, om in het Caertboeck dat tott Amsterdam vuijtgegeven sall worden, gestelt, ende die ander in een groot plan, datt inde Raedtkamer gehanghen sall worden."
Feltman ging secuur te werk. Hij mat het verloop van de straten opnieuw uit en maakte voorstudies van de straatwanden.
Een drietal voorstudies van Feltman uit 1647-1648 zijn bewaard gebleven:
RAN F45971
RAN F27077 - Molenstraat
RAN F45460 - Brouwerstraat
Blijkbaar was de raad tevreden over het geleverde werk. Twintig jaar later liet men Feltman namelijk een geschilderde plattegrond van Nijmegen vervaardigen.
Reactie 5:

Rob Essers, 08-09-2022: @Antoon Reijnen (reactie 4) - Gerard Lemmens baseerde zich in 2003 ongetwijfeld op Van Schevichaven. In de rubriek 'MENGELWERK' in de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant van 14 en 15 oktober 1894 (zie PGNC 14/10/1894, p. 9) wordt de opdracht uit 1647 "aan zekeren Hendrik Veltman van Kleef" beschreven. Daarin staat een zelfde citaat gevolgd door de opmerking "Voor het teekenen van beide kaarten ontving hij f 150. Het Cairtboeck van Blaeu verscheen in 1649, en vertoont een zeer nauwkeurig en uitvoerig plan van Nijmegen, doch zonder naam van teekenaar en graveur. Van het groote plan voor de Raadkamer verneemt men vooreerst niets meer."

Het is alleszins aannemelijk dat Feltman de tekening heeft gemaakt. Ik weet echter niet of hij ook de graveur is van deze kaart die in 1649 door Blaeu werd gedrukt en uitgegeven. De oorspronkelijke versie verscheen in Novum ac magnum theatrum urbium Belgicæ liberæ ac foederatæ. In 1652 verscheen de Nederlandse uitgave met de titel Toonneel der Steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen. Of de daarop aangebrachte wijzigingen eveneens van de hand van Feltman zijn, betwijfel ik.

Op de aangepaste versie in de Nederlandse uitgave en de derde editie van de Latijnse uitgave staat '38. St. Iohan' alleen nog in de legenda. Op de kaart ontbreken de kerk en het bijbehorende nummer. Ook op andere plaatsen is de kaart aangepast. Het Soldatenpesthuis binnen de muren van het gelijknamige bolwerk is verdwenen. Tussen de Stratemakerstoren en de Lapperstoren (Lappentoren) is een deel van de muur veranderd. Bij de Weurtseweg is een molen toegevoegd en er staan weer bomen aan de zuidkant van de Nieuwe haven (Oude Haven).

Op de kaart van Nicolaes van Geelkercken die in 1653 werd gepubliceerd, heb ik geen veranderingen aangetroffen "die in de vijf jaren, verloopen sedert de uitgave van het Stedeboek, hier waren voorgevallen." Op het schilderij van Feltman uit 1669 is wel een aantal wijzigingen te zien, maar er zijn ook weer enkele van bovengenoemde wijzigingen verdwenen. Bovendien heb ik mijn twijfels bij de nieuwe invulling van de Korenmarkt. Het lijkt alsof er panden op de plaats van de St. Janskerk staan met daarachter een (naamloos?) straatje dat in het verlengde van het Kattengasje ligt.

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.