Geertsen

Brief uit de bevrijdingstijd

Dit is een doorslag (kopie) van de brief die mijn grootvader W.H. (Wim) Geertsen vlak na de oorlog heeft gestuurd aan zijn broer in Rotterdam. Daarin beschreef hij alle wetenswaardigheden van hun gezin, vanaf 17 september 1944 tot aan het eind van de oorlog. Mijn grootvader was in 1938 weduwnaar geworden, met 5 dochters waarvan de jongste op dat moment 3 maanden was. Een van zijn zussen werd toen in huis gehaald om het huishouden te gaan organiseren, dat is de Tante Marie die in de brief genoemd werd.

Tijdens het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944 had hij 1 van zijn dochters (Lenie) verloren. De arme man heeft na het bombardement, toen zij niet thuiskwam, 3 dagen lang langs alle plaatsen in Nijmegen gelopen waar lichamen lagen, en uiteindelijk kon hij zijn dochter herkennen aan het sjaaltje dat ze toen droeg. Zij staat ook vermeld in het boek dat een aantal jaren geleden is verschenen over het bombardement en alle slachtoffers daarvan. [Redactie: zie ook oorlogsdodennijmegen.nl, en haar bidprentje elders op Noviomagus.nl].

Het gezin woonde aan de Dommer van Poldersveldtweg 4, in de brief kortweg de Dommer genoemd.

De originele brief heb ik toegezegd aan het NIOD.
Met vriendelijke groet, Wim Teunissen

Nijmegen 29 Mei 1945

Beste Jan, Marie en kinderen.

Wij ontvingen de brief van jullie van 15 Mei en ook de briefkaart waaruit we dus van elkaar weten dat we er nog allen zijn. Wij vernamen ook dat onze kaart is aangekomen. Nu wil ik jullie eens wat uitvoerig schrijven over hetgeen wij hebben meegemaakt.

Zoals jullie wel zult hebben gelezen, werden op 17 Sept. '44 in de buurt van Groesbeek parachute-troepen neergelaten. Die zondag was reeds een dag vol spanning voor ons. Des s'morgens om half elf ging het luchtalarm en even daarna gingen de bommenwerpers over, die de omgeving hier bombardeerden. We zagen de Typhoons uit de vliegtuigen afschieten en 3 kwamen er direct in de omgeving neer. Waarvan een de geheele Thermionfabriek te Lent vernielde. Daarna kwamen zo tegen een uur of een de Spitfires, die vooral het luchtdoelgeschut van de stad aanvielen, met boordwapens en kleine bommen. Wij konden alles goed zien en kenden toen nog niet het gevaar ten volle. Geheel Nijmegen stond buiten en alleen als er een [vliegtuig] boven je hoofd verscheen dook je even in de kelder. Tegen drie uur in de middag verschenen de groote transportvliegtuigen en wierpen de mannetjes en materiaal naar beneden. Dit was een pracht gezicht. Wij konden het op balcon goed zien en des avonds hoorden wij al dat ze in Groesbeek en Berg en Dal waren doorgedrongen.
Dien nacht sliepen we voor het laatst in bed. Des morgens om een uur of vijf lieten de moffen in de buurt verschillende munitiedepots in de lucht vliegen en toen om een uur of zeven verschenen de eerste vier Amerikanen. Prachtkerels, die gewoon alsof er geen mof bestond de Berg en Dalseweg afkwamen en daar in de gauwte eenige moffen bij het [Canisius] College doodschoten.
Onze buurt was in rep en roer, overal liep men met Oranje. Een paar uur daarna kwamen de eerste paar honderd man stoottroepen en toen begon het lieve leven. De kogels vlogen ons om de oren en het is een wonder dat er niet meer burgers getroffen werden. In den middag kwam het eerste geschut in actie. Wij hingen op zolder uit het raam, waar wij de geheele stad konden overzien, toen de eerste granaten bij ons in de buurt uit elkaar spatten. Wij wisten niet hoe gauw wij naar beneden moesten komen. Het huis vlak tegenover ons kreeg een treffer en op No 8 ging een granaat door de bijkeuken en ontplofte in de keuken van No 10, waarbij de vader en een meisje van den overkant doodelijk getroffen werden. Bij ons vloog al het glas in de voorkant er uit. Van dat ogenblik af zaten wij in de kelders. Wij konden echter dien nacht niet in de kelder blijven met zes man en wisten het zoo te regelen, dat Tante Marie, Ans, Willie en Tinie ondergebracht werden in een kelder achter ons, je weet wel onder dat gymnastieklokaal bij de tennisbaan. Hier was een kelder waar wel veertig mensen in konden. Ook van de buren gingen de meesten weg. Riet en ik bleven in huis en hebben die nacht met buurman Albers en 2 jongens doorgebracht, meer wakend dan slapend. Wij kregen toen de gevechten om de stad, en de granaten, bommen en wat er al zo is brak over onze hoofden los.

Die Dinsdag was het zo erg dat wij des namiddags besloten om ook te trachten in de schuilkelder van Sikkema een onderkomen te vinden. Dit lukte dan ook en wij hebben hier de gevechten van de stad in den vollen omvang beleefd. Drie dagen kregen we geen warm eten en was er geen water en we moesten onder de kogels door om in de buurt broden te halen.
Des nachts waakten we om beurten en zagen we de stad successievelijk in vlammen opgaan. Aangestoken door de Hitlerjugend en SS. Dit was nog wel het ergste van al. Als er even met vuren werd opgehouden kropen we op het dak en konden dan de brand van de stad zien en horen en de menschen om hulp roepen. Vreeselijk om te horen.

Woensdag tegen zeven uur ging een zucht van verlichting door de stad toen we de eerste tanks over de brug hoorden rollen. De Waalbrug was gered en de stad genomen. Het ergste is gevochten om het fort, dat die rotmoffen van het Valkhof gemaakt hadden. Maar van de stad was weinig over. Als je nu hier

2

komt, zal je niet meer weten wat je ziet. Hele straten zijn eenvoudig weg. Als je je even oriënteert snap je dat wij er dik in hebben gezeten. De Museum Kamstraat, dat is de derde straat links op de Berg en Dalscheweg, is aan de linkerkant een ruïne en wat daarachter ligt is bijna geheel weg. Kelfkensbosch, St. Jorisstraat, Barabrossastraat, Batavierenweg, Berg en Dalscheweg, Jacob Canisstraat is een kale vlakte met hier en daar nog een huis heel alleen. De stad was al deerlijk gehavend in Febr., maar nu is het zo dat je als je bovenaan de Ziekerstraat staat de Hezelpoort kunt zien. Toen we dus vrij waren begon de ellende eigenlijk nog pas. De stad werd van alle kanten beschoten en de bevolking van de schuilkelders groeide met de dag. We waren op het laatst met ± 50 menschen. Overdag en snachts granaten, en snachts luchtaanvallen. Op 27 Sept. waren we aan het eind van onze krachten en op van de zenuwen. Wij besloten te evacueren. We hebben ons beddegoed op 2 fietsen geladen en zijn naar Malden gevlucht. Ons huis hadden we zo goed en zo kwaad als het kon dichtgespijkerd, aan de voorkant was bijna al het glas eruit (achter niet een ruitje), en zijn vertrokken. Tante Marie, Riet, Willie en Tinie vonden een onderdak bij de Familie van Beuningen te Malden. Een dochter hiervan was een vriendin van Riet, en Ans en ik kwamen terecht bij de Fam. Verhoeven bijna in Heumen.
We kwamen hier aardig op rust en hadden het [goed] naar omstandigheden. We kregen iedere dag een warme maaltijd van het Rode Kruis, die hier voor de geëvacueerden zorgde. Riet ging daar de hele dag aardappelen schillen en groenten schoonmaken, en dan werden wij smiddags het eerste geholpen. Anders moest je uren wachten, en was je eten koud voor je thuiskwam.
Ans en ik hebben het erg goed gehad, we waren bij landbouwers. Ik heb hier van alles gedaan, het vee verzorgd, appels en peren geplukt, enfin alles wat er op een boerderij te doen is.
Doch geleidelijk aan kwam ook Malden onder granaatvuur te liggen, en we moesten op 11 Oct. weer naar huis, daar we anders naar België gebracht zouden worden. We hebben toen de boel opgepikt en zijn naar de Dommer getrokken. We durfden echter niet in bed te slapen en onze kelder was te klein. Alle mensen in de stad sliepen in kelders. Wij kregen van de buurtorg. van de Luchtbescherming een kelder aangewezen in de Rembrandtstraat. We gingen daar dan savonds naar toe en sliepen daar met 10 man, wij en het hele gezin van onze Buurman Deflers.

Intussen ging het wat levensmiddelen betreft in de stad steeds beter. We kregen geleidelijk aan meer brood en begin Dec. werd het broodrantsoen gebracht op 2400 gram per week, wat we nu nog hebben. We kregen zo van alles en konden vooral veel kopen. De geallieerde soldaten hielpen ons aan alles. Corned-beef, chocolade, zalm, sardines, kaas, biscuits, enfin zo van alles, je moest het allemaal kopen maar niet zo ontzettend duur. Sigaretten kochten we bijvoorbeeld voor 10 ct. per stuk. Je zult het niet geloven maar half Oktober rookten we gemiddeld 15 tot 20 sigaretten per dag. Die kochten we niet allemaal hoor, de Tommies waren erg royaal, ze gaven de sigaretten en ook wel andere dingen wel met bosjes weg.
Daartegenover stond dat je de hele dag in angst zat.

Begin October werden weer de werkzaamheden, ondanks de granaataanvallen, hervat. Je ging smorgens naar je werk en je wist niet of je savonds nog thuis kwam. Ons kantoor was ondergebracht naar een Fabrieksruimte aan de Groenestraat. Ik heb heus dikwijls in de rats gezeten, als je zo over straat moest, die vuile granaten vielen over de gehele stad, vooral aan onze kant. Ik heb meermalen op het kantje af mazzel gehad, blijkbaar een goede beschermengel. Zo gauw we elkaar weer eens weerzien vertel ik je hiervan uitvoeriger.

Zo sukkelden we door. De actie der geallieerden bij Arnhem mislukte en de moffen deden steeds maar aanvallen op de stad. Jullie weet niet wat het betekent, granaatvuur. We waren zo afgericht dat we konden horen wanneer er een werd afgeschoten, een eigenaardige doffe knal dan een suizen door de lucht en een ontzettende klap, en weer waren er slachtoffers.
Snachts sliep je maar half ook al door het kanonvuur der geallieerden. Hier in Nijmegen en omgeving stonden zeker wel 500 stukken geschut, van de z.g. Big gun 28 mm tot het zware kanon 88 mm mortieren enz., een soortement om van te rillen. We kenden zo zoetjes aan aan het geluid al horen hoe zwaar het kanon was, om van te rillen. Het was werkelijk een geruststelling als je savonds een Tommie in je huis had, en die kwamen met bosjes opdagen. Prettige jongens die ons over heel wat moeilijke uren hebben heengeholpen. Alleen daarvoor zou je ze al dankbaar zijn.

3

Maar nu ga ik verder, want het verhaal is nog niet uit. Begin December hadden we het weer zwaar te verduren. We hebben toen van Zaterdagmiddag 2 Dec. tot Dinsdagmorgen 5 Dec. een uur of negen onafgebroken in de kelder geleefd. Onze buurt lag weer onder geconcentreerd granaatvuur en we hebben die nacht eigenlijk op een inslag liggen wachten. Ik hoef je niet te zeggen dat we heel wat geleden hebben, trouwens al die tijd. De oostelijke buurt zag er na deze beschietingen treurig uit. Ik geloof dan ook gerust te mogen zeggen, dat wat granaten betreft onze buurt er het meeste heeft gehad. We konden het dan ook niet meer langer uithouden en vluchtten voor de tweede keer weg. We vonden een onderkomen in het huis van een onzer ambtenaren (die geëvacueerd was naar Ewijk) aan de Muntweg 56. Dat is in Nijmegen West en het was alsof we in een andere stad waren. Daar was nog helemaal niets gebeurd, de menschen hadden daar nog geen granaten gehoord. We sliepen hier weer gewoon boven in bed. Het was een hele sleep daar naar toe onder al dat geschiet door maar we zijn er heelhuids gekomen. Van toen af kwamen we eigenlijk op rust. We hebben hier gewoond tot 5 Febr. Hier leerden we een Canadees kennen, Jimmy, die ons al de maanden die we hier waren van hout voor de kachel voorzag, zodat we ook daar niet al te veel kou geleden hebben. Want alles moesten we op de Dommer gaan halen en kolen waren er niet. Hier rondom Nijmegen zijn bijna alle bossen weg. De mensen gingen maar gewoon de bomen omhakken.
We hebben hier een prettig huis gehad. We waren met 10 man, wij en het gezin van Deflers. We moesten hier op 5 Feb. weg omdat Augustinus, zo heet mijn collega, weer terugkwam. Weer troffen we het beroerd want op 8 Febr. werd de groote aanval op Cleve, Kranenburg en Reichswald ingezet. Maar dit was dan ook het laatste. Hier werden in 30 uren 240.000 granaten afgeschoten. Dit werd ons door Jimmy verteld die nu regelmatig naar de Dommer kwam. Een beste jongen, niet zo luidruchtig, en katholiek. We plagen Riet met haar Jimmy, ze zijn goede vrienden.
Van toen af aan ging alles op rolletjes. We kregen inkwartiering, eerst Engelschen van het rode kruis, 5 leuke kerels die een week lang de gehele dag bij ons waren. Ze beweerden nog nooit zo'n prettig tehuis te hebben gehad. We schrijven nog geregeld met elkander en als er een in de stad komt is hij ook bij ons. Daarna kregen wij 5 manschappen van een tankdivisie, ook bijzonder goede kerels die ook nog geregeld contact met ons houden. Ze bleven 10 dagen bij ons. Daarna kregen we een 1e Luitenant, Canadees Oorlogscorrespondent die meer dan een maand bij ons was. Al die tijd hadden we het goed. We kregen nu en dan iets extra's en hadden vrij roken. We kregen volop petroleum wat we nodig hadden voor de lamp, want ook hier was gas en electriciteit gerantsoeneerd. Het licht werd drie keer per dag afgesloten en we hadden twee keer per dag gas.

Als ik je vertel dat Tante Marie, Riet en Ans roken als jongens, dan zal je stiekem in jezelf lachen, maar het is zo hoor. Ze lopen met de sigarettenkoker op zak. En Engels kletsen, very good. Zelfs Tiny spreekt haar mondje Engels als de beste. Er waren van die groepen die we gehad hebben eenige waarmee ze zeer goede vriendjes was.

Luitjes, het is een heel verhaal geworden en ik hoop dat deze brief jullie bereikt. We hebben deze dagen een pakje aan iemand meegegeven. Ik hoop dat je het intussen ontvangen hebt. We moesten dat pakje vlug klaarmaken en vergaten nog het een en ander dat jullie ook wel niet meer zullen hebben. Als er een gelegenheid komt maken we nog wel weer eens een pakje klaar.
Op het ogenblik is de toestand hier tamelijk goed te noemen. We krijgen zo geleidelijk aan wat meer, en de algehele toestand wordt beter. We hopen dat het ook in Rotterdam weer gauw goed mag zijn. Wij mogen O.L. Heer dankbaar zijn voor het feit dat bij ons alles gespaard bleef. Zo gauw er gelegenheid komt, moeten jullie maar eens naar Nijmegen komen. Dat zal dan een prettig weerzien worden.
Beste luitjes, ik eindig met de hartelijke groeten aan jullie allen en tot ziens.

z.o.z.

terug

Reactie 0:

Wim Teunissen, 29-09-2023: Brief uit de bevrijdingstijd

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.