Selms
Dagboek van de zeven maanden frontstad Nijmegen door Ds. J.A. van Selms
Verslag van de frontstadtijd in Nijmegen-Oost waar de schrijver van dit dagboek woonde op Berg en Dalseweg 108. Zijn kleindochter, mevr. Annejet van Waasbergen-van Selms, stelde het september 2013 beschikbaar voor publicatie op Noviomagus.nl. Haar man schetste als voorwoord een beeld van de persoon Jan van Selms.
Met dank aan DirkJan Rozema die het dagboek onder onze aandacht bracht.
Inhoud
september
oktober
november
december
januari
februari
maart
april
mei
NAAR HET DAGBOEK   voorwoord  door Ds. Willem van Waasbergen
  17   18   19   21   23   24   25   28   29   30
  1   2   3   4   6   7   8   15   19   20   23   29
  4   6   7   10   11   16   21   25   26
  1   2   4   5   10   15   17   21   25   31
  6   9   12   16   20   24   28
  1   8   9   11   15   17   18   24   25   26
  4   9   10   11   22   31
  2   12   28
  4   5   9   10
Voorwoord door Ds. Willem van Waasbergen

JAN ADAM van SELMS
predikant bij en van de Gratie Gods

Mijn moeder liet ons het antieke bureautje na, waarop bijgaande foto staat. Die neemt er een markante plaats in. Het is een soort familie-altaar geworden.
De beeltenis zelve stamt uit de periode eind zestiger jaren, toen de Grote of Sint Stefanuskerk in Nijmegen weer in gebruik zou worden genomen, nadat de puinhopen, die er door het oorlogsgeweld van was gemaakt, weer was gerestaureerd. In dit boekje is opgenomen een macabere foto van die ruďne die er van de kerk overbleef.
De kerkvoogden meenden, dat hun oude Steven niet beter kon worden geďnaugureerd dan door aan de oude Jan Adam te vragen of hij nog een keer de zegen zou willen geven vanaf de monumentale kansel, waarop hij zevenentwintig jaren dat had gedaan: "De Here zegene u en Hij behoede u...". En aldus geschiedde. Een fotograaf van de Nijmeegse Courant was er bij en deed zijn plicht. Sindsdien hebben wij dit kleinood op het altaar... Opa van Selms staat daar met een nauwelijks ingehouden emotie en doet zijn apostolisch werk in de geest van zijn grote naamgenoot Sint Jan Evangelist, van wie de legende zegt, dat hij op hoge leeftijd al zegenend alleen nog maar kon uitbrengen de woorden: "kinderkens hebt elkander lief!" Een zegen als een opdracht. En misschien is dat van origine ook wel zo iets.
Het is niet overdreven om te zeggen, dat Ds. Jan Adam van Selms in deze eeuw de meest Nijmeegse van alle hervormde predikanten is geweest. Hij was met de stad vergroeid. Daarvóór had hij in Grijpskerke en Dedemsvaart gestaan, maar zonder kort te doen aan die perioden: het waren stepping stones voor de sprong naar de andere oever: de zuidelijke stad aan de Waal. Hij kwam er in 1922, 41 jaren oud, als zoveelste in de rij van predikanten in het geslacht van Selms. Hij was zogezegd gepredestineerd voor het domineeschap. In 1881 geboren in het Bevelandse Nisse was hij toch minder een "luctor-et-emergo-type" dan wel een zuidelijke Bourgondische levensgenieter met een daaruit voortspruitende emotionaliteit. Vandaar dat "Nijmegen" een logische consequentie was in zijn predikantenloopbaan. Het had natuurlijk ook "Den Bosch" of "Maastricht" kunnen zijn. Maar de academische statuur van de stad Nijmegen trok hem zeer aan. Contacten met mensen als van der Pol en van Duinkerken maakten zijn predikantsbestaan boeiend, breed van werking en ruim van sfeer.
Hij was de eerste dominee in Nijmegen, die de oecumene ook in praktijk bracht. Hij liet de theologische haarkloverijen links liggen en bepaalde zich tot het wezenlijke; hij was in de allereerste plaats pastor, mens-bij-de-mensen. Toen ik in de zeventiger jaren een paar keer gecommitteerde bij de eindexamens was aan het befaamde Ursulinen onderwijs instituut Mater Dei College bleek me, dat vele docenten hem kenden en waardeerden. Hij was toen allang met emeritaat, maar zij wisten van zijn originaliteit, zijn betrokkenheid-op-de-stad-Nijmegen, zijn hartelijke omgang met de mensen. Ze noemden hem de "fluitende dominee" vanwege het feit, dat hij altijd musicaal op z'n fiets zat: de psalmen gingen over de straat..! Hij was ook de eerste predikant in Nijmegen, die in de kerstnacht diensten hield in de bioscoop, toen nog bijna als een blasfemie beschouwd door de rechtervleugel van de protestantse kerken.
Ondat er een aantal predikanten was in de Hervormde Gemeente en er maar één kerk ter beschikking stond, had hij (net als zijn collegae) de mogelijkheidom 's zondags elders diensten te doen. Hij deed dat uitbundig. Dat waren (gezien de vervoersproblemen) meestal uitjes, die zaterdag aanvingen, en zondagavond eindigden. Logeren bij vrienden in de betreffende plaats. Goed van eten en drinken; "we hadden ook een heerlijk maal", was een gevleugeld woord van Oma van Selms in die omstandigheden. In vele gemeenten, waar ik zelf diensten mocht doen, kwam ik in het "Dienstenboek" de naam van J.A. van Selms tegen, en dat dan jaar na jaar. Hij hield in sommige van die gemeenten in de zestiger jaren zelfs nog "Jeugddiensten". Als tachtigjarige! En dat niet als een oude-van-dagen, die "vlot" probeert te doen, maar als een pastor, die zeer bij-de-tijd was, die zo jong van geest was gebleven, dat hij wist wat er in zijn jeugdige gehoor omging. Bovendien had hij een reservoir van goede grappen, die hij als een geboren cabaretier wist te serveren. Collecten-opbrengsten in de diensten wist hij daarmee omhoog te stuwen. Hij was vermaard om zijn gevoel voor humor en gevatheid-in-reageren. Maar het was altijd mild en fijngevoelig. Ook vermaard waren zijn doordeweekse lezingen. Die gingen eveneens door het hele land heen.
Met name de lezing over het werk van Selma Lagerlöf was befaamd; zelfs zo, dat toen ik een keer in mijn eigen gemeente Baarn in de zeventiger jaren de euvele moed had voor te stellen om over "Gösta Berling" een avond te organiseren de scriba opmerkte: "doet u dat maar niet, dominee, de grootvader van uw vrouw heeft dat in de veertiger jaren al gedaan.....". De wijze waarop hij dat deed was kennelijk onvergetelijk. Na zijn emeritaat in 1949 bleef hij met zijn vrouw in Nijmegen wonen. Dat kon ook bijna niet anders. Zijn emotionele vervlochtenheid met de stad en de mensen daar liet niet anders toe. Hij zou elders compleet ontworteld zijn. Julianaoord werd hun plek, en zij hadden er een apparternent op het zuiden. Altijd de zon dus. Een terecht symbool!
Wat er niet in kon, dat was zijn gigantisch grote bureau. Het was een klassiek "bureau-ministre"; ooit had het toebehoord aan Prof. van Oosterzee in de negentiende eeuw. Hoe het in de familie van Selms beland is is mij onbekend, maar het functioneerde voor hem als een pastoraal altaar. Al zijn preken en lezingen kwamen er aan tot stand en niet te vergeten zijn zeer uitgebreide en trouw onderhouden correspondentie. Om daarin onbekrompen en getrouw te zijn, dŕt had hij van Anton van Duinkerken geleerd, zei hij me ooit: "een brief binnen een week beantwoorden". Het maakte zijn Pastoraat betrouwbaar en beklijvend. Maar het bureau was te groot voor het appartement.
Het mocht "van het Huis" toen een plaats vinden in de grote bibliotheek, en daar had hij dan 's ochtends vroeg zijn "schrijf-tijd". "'s OCHTENDS VROEG...": Jan Adam van Selms was een matineus mens. Hij beminde het ochtendgloren. Steevast begon hij de ochtend met zijn gymnastische oefeningen. Hij noemde dat "Mülleren". Naar een boek van een Deense fysiotherapeut avant-la-date. Het hield hem fit. Met name zijn eerste gemeente was aanvankelijk verbijsterd: een dominee, die aan lichamelijke oefeningen deed. En dat nog wel naakt. En dan onder koud water douchen: het was ongehoord...! Hij deed het Mülleren zomer en winter op het achterbalkon van zijn pastorie aan de Berg-en-Dalse weg in Nijmegen; de nonnen in het erachter liggende klooster werden gedurende die acties met gebedsopdrachten binnen gehouden. Ik denk dat Onze Lieve Heer met een glimlach de gebeden aan beide kanten van de tuin zal hebben aangehoord...
Negentig jaren oud en van het leven verzadigd stierf grootvader van Selms in 1971. Op een zaterdagmorgen herd hij weer de gerestaureerde Stevenskerk ingedragen. Het was mijn taak als oudste (aangetrouwde) kleinzoon om grootmoeder van Selms te escorteren. Toen we via de ingang in het koor de enorme kathedraal betraden bleek die tot de laatste plaats bezet te zijn.
Een zeer verraste Oma: "dŕt had Jan nog eens moeten zien...!" zei ze me al lopende. Na de dienst vertrok de stoet auto's naar de begraafplaats der hervormde gemeente in het zuiden van de stad; op alle straathoeken, die we passeerden, waren politieagenten geposteerd, die een ordelijke vrije doorgang waarborgden. Ook dat was dus "in stijl". Op een open, zonnige plek tussen de bomen werd zijn lichaam ter aarde besteld. Dat paste bij hem: "zonnig". En het graf werd door de Hervormde Gemeente geschonken. Een gebaar van een stijlvolle kerk!
Het Dagboek, dat u hierbij aantreft, werd door hem (schuilend in de kelder van de pastorie) bijgehouden gedurende de periode, dat het strijdtoneel in 1944 heen en weer golfde in en om de stad.
Moge dit geschrift een inzicht geven in de geschiedenis van die dagen en in de ziel van hem die het schreef!

Ds. Willem van Waasbergen
Wassenaar, mei 1995

NAAR HET DAGBOEK

  © copyright digitale bewerking: Mark van Loon / Stichting Noviomagus.nl

naar oorlogspagina naar Noviomagus.nl

Reactie 1:

Jos Spierenburgh, 21-05-2014: Het huis van ds. van Selms lag met de achterzijde gericht naar de Vermeerstraat. Het klooster daar is het studiehuis / klooster van de paters Franciscanen (Vermeerstraat 7). Er hebben daar in zijn tijd geen zusters religieuzen gewoond. Het verhaal over zusters in de kerk, die zijn gymnastische oefeningen niet konden / mochten zien, behoort tot de familieverhalen, die soms niet 100% correct zijn.
Reactie 2:

Liesbeth Blauw Wijnbelt, 16-05-2019: Heel interessant om het dagboek te lezen. Ik kan mij Ds. Selms nog wel herinneren. Mijn grootouders woonden in het het Centraal Gebouw. De verjaardag van mijn grootvader wordt gemeld op 2 december 1944. Broeder van Gaalen (evangelist) en zijn familie woonden boven het Centraal gebouw. Als kind heb ik er samen met mijn broer en zus de meeste schoolvakanties doorgebracht. Wijzelf woonden in Terwinselen want mijn vader werkte op de Staatsmijn Wilhelmina.
Mijn grootouders hebben een Joods echtpaar bij hen laten onderduiken, de bekende bakker Jacob Levitus en zijn vrouw van de Grote Markt. Helaas verraden na 1 jaar en op 13 februari 1944 (3 weken na arrestatie door 3 Nederlandse politiemensen) vergast in Auschwitz. Mijn grootvader werd gevangengenomen en naar Arnhem gestuurd om verhoord te worden door de SS, door een wonder is hij vrijgelaten. Mijn ouders verborgen de jongste dochter Yvonne (14 jaar oud) en zij verzorgde mij toen ik geboren werd in mei 1943.
Ik heb nog veel meer gegevens maar laat het hier bij. Mag mij altijd om meer gegevens vragen. Ik woon in Nieuw Zeeland. Geschiedenis mag niet verloren gaan, dit mag nooit meer gebeuren.

Redactie: Zie ook oorlogsdodennijmegen.nl.
Reactie 3:

Dick Jacobs, 05-05-2020: Nu, 4 en 5 mei 2020, is de dodenherdenking en de 75e bevrijdingsdag, door het Coronavirus, heel anders ingericht dan andere jaren. Kwam het hierdoor dat ik ook anders met WO2 bezig was en aan de familie Levitus moest denken? Ons gezin woonde in die jaren op Daalseweg 28. Op onze zolder waren van triplex 2 kamers getimmerd. Tussen die kamers en de buitenmuren was een ruimte ontstaan. Op een donkere avond kwam meneer Levitus vragen of hij bij ons met zijn vrouw, al was het maar voor één nacht, kon onderduiken omdat het onderduikadres waar ze zaten was verraden. Denkend aan hun gezin stemden mijn ouders er aarzelend mee in. Meneer Levitus ging weg om zijn vrouw te halen. Mijn ouders hebben nooit meer iets van ze gehoord.......
Reactie 4:

Auke Hermanides, 03-08-2021: met zeer veel interesse las ik het dagboek van J.A. van Selms. Hij was bevriend met mijn grootvader: W.L. (Pim) Hermanides (1883-1964). Zij studeerden beiden in Utrecht en waren 'Borger-vrienden'. 'Appie', zoals Jan Adam in onze familie bekend was, memoreerde Pim bij zijn overlijden in 'Woord en dienst' (één van de kerkbladen) in 1964. Als kleinzoon houd ik het familiearchief bij. Ook opa Pim schreef een bevrijdingsbrief op 11 oktober in zijn standplaats Hulst ter herinnering voor de familie. Ik ben benieuwd of er in de familie van Selms overleveringen zijn van hun beider studenten tijd of de tijd nadien. Ik heb weliswaar studentenfoto 's van opa Pim, maar kan 'Appie' niet identificeren.
De naam 'Karel' waarover in het dagboek gesproken wordt, is dat zijn zoon? En is dit dezelfde figuur (K.H.L. van Selms) die het stuk over 'Borger' geschreven heeft op blz. 366-369 in 'Het Utrechts studentenleven 1636-1936'? [Redactie: contact is gelegd met een kleindochter van J.A. van Selms]
Reactie 5:

Lennie de Lange, 06-08-2021: @Dick Jacobs (Reactie 3). Mijn naam is Lennie de Lange, dochter van Yvonne Levitus de jongste dochter van Jacob en Leentje Levitus - Cohen. Ik kreeg uw reactie doorgestuurd door Liesbeth Blauw, zie reactie nr 2 hierboven. Als u nog meer gegevens heeft over de relatie tussen uw gezin en mijn grootouders dan hoor ik dat heel graag. [Redactie: contact is gelegd]

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.