Den 26 September, wanneerse des voorigen daags of nachts den Predikant nergens wisten te vinden, welke twee dagen en eenen nacht in een lakenkist was opgesloten geweest, en sijn dood op een wonderlijke wijze was ontkomen, hebben veele zoo vrouwen als mannen in den vroegen morgenstont omtrent vijf uuren uit St. Jans Kerk den Predikstoel gehaald, dien sij eerst op den blaauwen steen met roeden gegeeselt, en daar na nevens den hoed des Predikants (die het ontkomen was) openlijk verbrand hebben.
Op den zelven dag veele voorname Belhamels van het oproer in de groote Schoole bij een gekomen zijnde, hebben beslooten, dat alle, die bij haar suspect waren, uit haare bediening zouden worden gezet., en andere, die haar waren toegedaan, in hunne plaats zouden worden gestelt, en dat met eenen die Gereformeerde, die sij ter Stad met vrouw en kinderen hadden uitgeleid, nu en ten eeuwigen dage daar uit zouden gebannen blijven. Dit besluit wierd van 't gemeene volk dadelijk toegestemd, en bij de Magistraat (die tegens dit oproerig volk niets konde verrichten) terstont toegestaan, waar op men van stonden aan alle die suspect wierden gehouden uit haare bedieningen en Ampten, zelfs ook eenigen uit den Raad heeft gezet, ook wierd een nieuwe Regeering verkooren, die haaren eed op den 2 October heeft gedaan; Ondertusschen als 'er alle nacht in deze Stad zeer sterke wacht, dan van twee, dan van drie, vier en vijf Hopmanschappen te gelijk wierd gehouden, zoo heeft de afgematte Borgerij, des lang wakens moede zijnde, zig zeer beklaagt.