Den 25 September was den eersten oploop binnen Nijmegen; men bracht de Baender op de markt; op dien zelven dag kwamen de oproerigen, zoo mans als vrouwen, met stokken, knodzen, zwaarden, hellebaarden, pieken, en allerhande geweer te voorschijn, vielen met gewelt in de huizen der Gereformeerde Christenen, zochten den Predikant, en dien niet vindende, versloegen sij verscheide Burgers van de Gereformeerde Religie, en leiden ze met vrouw en kinderen ter Stads-poorten uit: Omtrent den avond hebbense aan alle hoeken der straaten de Markt bezet met wagenen, en karren, die met veele haaken, en allerlei geschut waren voorzien; maar in de nacht bewaarden zommige op de markt de Baender; andere deeden de ronde om de wal en straaten; veele zoopen bij de Brouwers en elders, en dronken zijnde gedroegen sij zig als dolle menschen, liepen en schreeuwden door alle de straaten, sloegen, hieuwen, en stieten op de deuren den geheelen nacht.