Zuuk t mar uut - Wim Janssen

Uit het Nimweegs verleden 71

20-04-1983

Hoog water

De Waal heeft altijd een grote aantrekkingskracht gehad op de Nijmeegse bevolking in het algemeen en op de oude stadsbevolking in het bijzonder. Niet alleen op de volwassenen maar ook op de jeugd oefende de Waal een grote invloed uit. Dat deze invloed ook gevaarlijk was voor lijf en leden is in het verleden maar al te vaak bewezen. Menig jeugdig slachtoffertje is dan ook te betreuren geweest.

Of het nu hoog of laag water was, mijn kameraadjes en ik waren regelmatig aan de waterkant te vinden. Natuurlijk werd dat door onze ouders en andere volwassenen verboden. Wij hebben dan ook menig standje en straf opgelopen als wij betrapt werden door onze opvoeders. In andere gevallen konden wij liegen of het gedrukt stond, dat had ons de school van het leven wel geleerd. Maar op een keer zijn twee kameraadjes en ik op een geweldige manier door de mand gevallen. 

Het was in het jaar negentienhonderdendertjg dat er voorspeld was dat het water van de Waal op een bepaalde tijd weer over de kade zou stromen. Als jongens waren wij natuurlijk haantje de voorste om dat schouwspel bij te wonen. Het water begon langzaam maar zeker over de kade tegenover de Firma Post te stromen. Een meneer, met een fototoestel bij zich, stond daar ook naar te kijken en vroeg ons of wij over het stukje overgestroomde kade durfden te lopen, want hij zou daar graag een foto van in zijn album willen hebben. Nou, het woordje durven moest hij tegen ons niet gebruiken, want wij zouden hem wel eens iets van drie elfjarige jonge „helden" laten zien. Thuis gekomen kreeg ik een geweldige uitbrander van mijn ouders omdat mijn schoenen - die zo lek als een mandje waren - en kousen van het water dreven. 

Natuurlijk hadden wij met ons drieën van tevoren al een smoesje verzonnen. Wij zouden namelijk tegen onze ouders zeggen dat enige grotere jongens ons wilden slaan en onze enige redding geweest was om door het water de vlucht te nemen. Dat smoesje werd met de nodige twijfel door onze ouders aangehoord. Wie schetst echter onze grote schrik toen er de volgende dag bijgaande foto in het dagblad „De Gelderlander" stond. Vooraan loopt Jan Luiken, de tweede ben ik zelf en de derde is Adriaan v. d. Marel. U kunt duidelijk zien hoe wij proberen om onze voeten droog te houden. Thuis werd ik door mijn moeder plus mijn broers en zusters natuurlijk danig geplaagd met de woorden „Wacht maar jongetje, als vader maar eens thuis komt dan zit er wat voor jou op, daar kunt je van opaan". In angst en beven wachtte ik de thuiskomst van vader af en wat voor straf hij toe zou passen. Toen vader eindelijk thuiskwam, begonnen mijn zusters en broers als om strijd vader tegen mij op te hitsen. Maar ik had al gauw door dat zij er niets van meenden en maar deden alsof. Mijn vader bekeek de foto in de krant aandachtig en zei toen tegen mijn moeder: „Dat had jij toch ook nooit gedacht, dat onze Wimke zo kon liegen" en begon weer de foto te bekijken. Vader moet zelfs een tijdje met de foto op zak gelopen hebben. In de buurt en op school werden wij als helden vereerd.

Klik hier en reageer daarmee per email als u uw reactie hieronder wilt laten plaatsen

Bron (©) 1983 Wim Janssen - Nieuwsblad De Brug Nijmegen

terug

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.