Zuuk t mar uut - Wim Janssen

Uit het Nimweegs verleden 30

1981

De kolonialen 4 (slot)
Er is vroeger een tijd geweest dat diverse kolonialen het in de oude stad zo bont gemaakt hadden, dat het betreffende hoofdofficierskorps het raadzaam achtte om strenge maatregelen te nemen. Zij vaardigden een order uit waarin het de kolonialen ten strengste verboden was om zich, om wat voor reden dan ook, in de oude stad op te houden.

De kolonialen hadden, natuurlijk ook hun vaste stamcafés waaronder vooral de volgende gelegenheden geweldig in trek waren. Op de allereerste plaats het café "De Loopgraaf" in de Jodengas. De Jodengas was een smal gasje dat van de Houtstraat naar de Stikke Hezelstraat liep. Het café werd gedreven door de Hr. Hellegers, 'n vader van elf kinderen, die nog allemaal in leven zijn (1981). Het café dankt de naam aan het volgende voorval. Op een dag staat de Hr. Hellegers voor zijn café een luchtje te scheppen als „De Del" (Thé Delgijer), de bekendste Nijmeegse huisschilder aan komt lopen. „De Del" was een zwierige en fantasierijke figuur die goed met de letterpenselen overweg kon. Hij droeg altijd een vlinderdasje en een grote flambard, had altijd goede zin en hield op zijn tijd wel van een borreltje.
Op de vraag van „De Del" of Hellegers niets voor hem te doen heeft, antwoordt Hellegers eerst ontkennend, maar dan zegt hij: weetje wat, zet maar een naam op mijn café. Dat is goed, is het antwoord van „De Del", maar welke naam moet ik er op schilderen? Zonder na te denken zegt Hellegers: zet er maar „De Loopgraaf', op, want er wordt in mijn café zó vaak en fel gevochten dat ik soms het idee heb niet in een café maar op een slagveld te staan. Zo is het café van Hellegers aan die naam gekomen. „De Loopgraaf' stond met naam en faam bekend in Nijmegen en omstreken, en wel in die mate dat wanneer een koloniaal te kennen gaf dat hij nog nooit in "De loopgraaf" geweest was, hij niet als echte koloniaal erkend werd. 
Dan had men op de Grotestraat het café van „Moeder de Goey" en in het Wintersoord dat van „Moeke Linders". Het café van „Jan van Nimwegen" was op de Houtmarkt, bij het Mariënburg gevestigd en de „Sierkan" op de hoek van de Hertogstraat en de Derde Walstraat. In de Ridderstraat woonde „De Griese" (De Grijze) deze was een van de eerste die in onze stad een eethuisje opende, en wel op de Augustijnenstraat waar hij begon met eenvoudig Indisch eten te verkopen. Natuurlijk kwamen de recruten ook in andere dan bovengenoemde gelegenheden, maar bij deze opsomming wil ik het laten.

Een gepensioneerde luitenant van het K.N.I.L. richtte een voormalig hotel, op de Oude Varkensmarkt, in om daar andere gepensioneerden K.N.I.L. militairen met hun gezinnen onderdak te verschaffen. Dat tehuis is de voorloper geweest van het latere „Huize Insulinde" in Hees, dat inmiddels ook alweer gesloopt en weg is. Het grootste gedeelte van de recruten probeerden zich op een normale wijze aan het Nijmeegse leven en de ingezetenen aan te passen. Zij bezochten film- toneel- en cabaretvoorstellingen. (Er is een tijd geweest dat zij hierbij gediscrimineerd werden doordat zij alleen maar op de laatste rangen plaats mochten nemen), en zochten verder vertier in rustige café's waar zij konden biljarten, kaartspelen of gesprekken met andere bezoekers voerden. Verder flaneerden zij, net als de Nijmeegse jongelieden door de binnenstad op zoek naar kennismaking met leden van het vrouwelijk geslacht. Menige recruut heeft daar een verbintenis voor het leven aan over gehouden. Er zijn dan ook verschillende huwelijken (zogenaamd) met de handschoen gesloten. Het sluiten van zo'n huwelijk ging als volgt in zijn werk. De recruut, die inmiddels al over zee was, wees hier in Nederland een plaatsvervanger voor hem aan die in zijn plaats de huwelijksbeloften, in het bijzijn van ambtenaar en getuigen, tegen het bruidje uitsprak. Zo'n uniek huwelijk is in Nederland nog mogelijk maar dat gaat niet zo makkelijk, omdat er een koninklijk besluit aan te pas moet komen. Andere meisjes en recruten bleven wachten totdat de diensttijd in Indië er op zat en hielden er intussen, net als andere jonggeliefden, een innige briefwisseling op na. De meeste van deze paartjes vestigden zich in Nijmegen. Het is ook wel gebeurd dat het meisje de overtocht naar het warme land waagde om dan daar te trouwen met haar geliefde. Wanneer 'n meisje zo'n stap deed dan ging dat natuurlijk met de nodige traantjes gepaard bij haar en haar familieleden.

Klik hier en reageer daarmee per email als u uw reactie hieronder wilt laten plaatsen

Bron (©) 1980 Wim Janssen - Nieuwsblad De Brug Nijmegen

terug

Reactie 1:

Louise Hoogenboom, 07-07-2014: als kleindochter van opa Anton Hellegers uit Nijmegen kwam ik op deze side een stukje geschiedenis tegen over mijn grootvader.
Leuk om nog eens terug te kunnen blikken naar vroeger toen mijn moeder nog klein was.
Reactie 2:

Gerard Centen, 17-04-2022: als ik mijn hond voor de nacht nog even uitlaat dan loop ik vanaf de Veemarkt soms door de benedenstad en dan kom ik langs plaatsen waar heel vroeger de koloniale reserve gelegerd was 1891-1911. Daar is al veel over geschreven.
Jan Laamers, een oom van mijn schoonmoeder, woonde toen in de benedenstad en was kaaisjouwer. Later had hij een taxibedrijf met één auto. Maar in zijn jongejaren kwam hij soms in cafés waar ook kolonialen en kaaisjouwers kwamen. Hij werd daar eens door een koloniaal aangesproken als het boertje, en dat pikte hij niet, en dat werd knokken. Na het knokken was hij zijn petje kwijt, maar een andere koloniaal riep hem en zei jongeman je hebt je kranig verweerd, hier staat een glas bier en hier ligt ook je petje. Jan Laamers had later in de benedenstad een water en vuur winkeltje en was getrouwd met Dien Trouwgod.
Ik weet niet de naam van het café waar deze knokpartij plaatsvond, misschien wel in café De Loopgraaf van de familie Hellegers (de oprichters van boksvereniging DOS - Door Oefening Sterk).
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.