Zuuk 't mar uut - Wim Janssen

Nimweegse liedjes 6

27-12-1978

Onderstaand liedje gaat over de Nijmegenaar, Jan van Kilsdonk die in de Lange Hezelstraat, tegenover de Bottelstraat woonde. Naast sigarenfabrikant was hij ook: Groothandelaar, winkelier en.. .Smokkelaar!
Men noemde hem „de smokkelkoning" en hetgeen hij meemaakte leverde menig smakelijk verhaal op wat op sappige wijze in Nijmegen rondverteld werd. In de gehele grensstreek en de steden in het roergebied had hij ontelbare afnemers van zijn produkten. Natuurlijk werd er allang door de grenswachten op hem geloerd, maar hij was erg leep en haast niet te pakken omdat hij alleen maar het geld inde en het echte gevaarlijke smokkelwerk aan anderen overliet. Twee van die handlangers werden op heterdaad betrapt bij het uitladen van kisten uit de locomotief, kolenwagen en wagons, het waren namelijk spoorwegmensen.
De douane zette een val voor J.v.K. op, en ja hoor, hij liep er in en werd in de Zwanentoren in Kleef opgesloten. De Duitse overheid wilde J.v.K. voor enige jaren achter de tralies zetten en hem met een boete van ƒ 50.000 mark ook nog financieel ruïneren.
Maar J.v.K. was niet zo gauw voor een gat te vangen, en begon meteen een ontsnappingsplan op te stellen. De richtlijnen voor dat plan gaf hij aan zijn vrouw via briefjes door. Deze briefjes bracht hij, tijdens een hartstochtelijke omhelzing, van zijn mond in de hare over.
Het plan was als volgt: wanneer J.v.K. naar het gerechtsgebouw overgebracht zou worden, zou hij zich losrukken en in een gereedstaande auto er vliegensvlug van door gaan. 

Zo gebeurde het inderdaad op 5 mei 1911. J.v.K. rukte zich los, sprong in de gereedstaande auto en met een, voor die tijd duizelingwekkende snelheid van 50 km per uur ging men er van door. Na in het Reichswald van nummerplaten verwisseld te hebben ging men richting Plasmolen. Van daar ging men in optocht met open landauers, gevolgd door een grote stoet fietsers, naar Nijmegen waar hij als een vorst ontvangen werd. 

Niet veel later bracht J.v.K. sigaren op de markt onder de volgende namen; „De Zwanetoren", „De Officier van Justitie" en „De Domme Hollander". 

Hieronder volgt het liedje dat door een onbekende is opgemaakt.

Rene van Hoften, Franc Jansen, Wim Janssen

SMOKKELAARSLIEDJE

Iemand hier in de stad,
die veel gesmokkeld had,
had men na véél moeite gepakt.
En betaalde hij niet,
wat men eiste subiet,
dan werd 'ie de doos ingesmakt.
En zo kwam onze Jan,
die er een ieder wel kan,
in Kleef in de gevangenis.
Hij zat vies in het nauw,
en dan nog zonder vrouw,
wat heus nog zo lollig niet is.

Refrein

O, was ik vrij, vrij, vrij. 
Van die smokkelarij.
In Duitsland daar kregen zij mij niet meer. 
Ik heb al genoeg van die ene keer. 
Was ik vrij, vrij, vrij, dan was ik blij, blij, blij.

Eindelijk brak de dag aan,
dat hij terecht moest staan,
voor het misdrijf hem ten laste gelegd.
Door twee man van de wacht,
werd hij over gebracht,
van de toren naar het gerecht.
Maar onderweg trok die guit,
er stiekem tussen uit,
in een auto die te wachten stond.
En met vliegende vaart,
ging hij toen onvervaard,
naar Plasmolen Nederlands grond.

Refrein

auteur: anoniem

Dit liedje kregen wij (in 1978 red.) toe gezonden door Mevr. Michon-Willems, Domincanestraat 147a, Nijmegen. Hartelijk dank.

Klik hier en reageer daarmee per email als u uw reactie hieronder wilt laten plaatsen

Bron (©) 1978 - Nieuwsblad De Brug Nijmegen

terug

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.