Nieuwe pagina 1

© copyright: Janna Groot, Freek van Herwijnen, Rianne Jongerius en Marjolijn van Keep, 

Digitale bewerking; Henk Kersten/Stichting Noviomagus.nl

Excursie Nijmegen

 

Excursie Nijmegen

 

OPGRAVINGEN

 

26 april 2001

 

Door: Janna de Groot, Freek van Herwijnen, Rianne Jongerius, Marjolijn van Keep


 

 

Inleiding

Donderdag 26 april 2001 gingen wij met alle tweede klassen en een paar leraren op excursie naar Nijmegen. Als eerste gingen we met 2D en een deel van 2C naar de opgravingen waarover ons groepje een werkstuk moest maken. Het opgravinggebied was een bouwput waarin archeologen zochten naar Romeinse resten, want daar hadden vroeger Romeinen gewoond. Na daar ongeveer driekwartier te hebben rondgelopen, reden we met de bus naar "Museum Het Valkhof". Daar kregen we een rondleiding. Ook dat ging over de oude Romeinen; ze hadden daar alle dingen die men bij de opgravingen gevonden had. Als laatste kregen we nog een rondleiding door de binnenstad van Nijmegen, maar dit deel van de dag werd ingekort omdat we te weinig tijd hadden. Toen gingen we weer naar school en naar huis. Het was best een leuke dag, al was er bij de opgravingen niet zo heel veel te zien. Veel plezier met het lezen van ons verslag.

Opgraving

Zoals in de inleiding aangegeven, was ons eerste onderdeel de opgraving. Toen we bij de plek van de opgravingen aankwamen dachten we aanvankelijk dat er daar gebouwd werd. Maar na nadere uitleg bleek dat dit toch echt de opgraving was, want het was een stuk grond waar ze iets hadden afgebroken maar voor ze er iets nieuws op gingen bouwen wilden ze in de bouwput eerst opgravingen doen. Het weer zat ons niet echt mee en het was behoorlijk modderig, wat jammer was want anders hadden we het een stuk leuker gevonden.

Toen we met de bus aankwamen werden we eerst een keet ingeleid, waar onze klassen in twee groepen werd verdeeld. Onze groep bleef eerst even in de keet terwijl de andere groep vast naar buiten ging. In de keet kregen wij uitleg over een aantal gevonden objecten zoals een pijp en andere dingen. Ook liet de rondleidster ons een aantal kaarten zien over het gebied; daarop konden we zien waar de vroegere vestiging had gestaan. Er waren verschillende kaarten van verschillende perioden. Ook vertelden ze dat de archeologen de kaarten vaak vergeleken met elkaar en met kaarten van andere gebieden omdat de Romeinse kampen bijna altijd dezelfde opbouw hadden. Na deze uitleg zijn we met onze groep naar buiten gegaan en toen we naar buiten liepen konden we een blik in een van de andere keten werpen en zagen daar een soort spoelbak. In deze spoelbal konden de gevonden objecten makkelijk worden schoongemaakt.

Er werd ook verteld dat er in Nijmegen twee keer een Romeins leger is geweest. De eerste keer, rond 60 voor Christus, was het kamp helemaal van hout. Dat leger ging weer weg, maar een tijd later, in 71 na Christus, kwam het tiende legioen (Leg X) en dat bouwde een nieuw kamp. Dat kamp was van steen, dus daar waren nog een paar restjes van over. Dit stenen kamp heeft er gestaan tot 104 na Christus.

Er waren verschillende kuilen waar ze bezig waren en bij de eerste kuil waar we stopten werd ons verteld hoe ze wisten waar wat had gestaan. Door de kleurverschillen in het zand wisten ze dat er op bepaalde plekken een houten palissade en ook waar andere gebouwen eventueel stonden. Alles wat ze zagen, tekenden ze op een grote kaart op een tafel die in de kuil stond. Zo kon bijvoorbeeld iemand, die een andere dag verder ging met onderzoeken, weten waar de ander was gebleven en dan wist hij wat hij moest doen. In de volgende kuil waren een aantal mensen aan het werk. Dit was zeer handig voor ons want zo konden we meteen zien hoe ze te werk gingen. Wij mochten zelfs door een soort telescoop kijken; met die telescoop konden ze de verschillende lagen van elkaar onderscheiden door voorgetekende lijnen die op de lens stonden. Zo kon je dus zien welke lagen van welke data waren.

Hierna mochten wij in een grote hoop aarde en zand kijken of we iets konden vinden, maar als het echt waardevol was moesten we het wel inleveren. Tot grote spijt van de dame die ons rondleidde was Manolis de enige die zich vol overgave in de modderige berg stortte.

Toen we nog ietsje verder liepen kwamen we bij een kuil die ze nog aan het graven waren. Dit was ook wel interessant want net toen wij voorbij liepen, schreeuwden ze dat de graafmachine moest stoppen omdat ze misschien wat hadden gevonden. Dit was waarschijnlijk loos alarm maar we konden daar niet lang blijven staan want we moesten weer verder. Terwijl we bij een andere kuil kwamen dacht Anne-Sophie dat ze een stukje Romeinse tegel had gevonden maar dit bleek ook weer een gewone scherf te zijn. Er werd ons ook nog verteld dat Romeinen meestal dakpannen met de naam van hun legioen er op hadden, in dit geval dus LX. Ook vertelde de gids dat ze vroeger dachten dat ze die dakpannen meenamen uit Rome, maar het bleek dat ze niet de hele dakpan maar alleen de stempel meenamen zodat ze zo weer nieuwe konden maken. En een stempel is veel lichter om mee op reis te nemen.

De archeologen hadden verschillende manieren om te graven. Bij de ene manier groeven van een groot stuk grond lagen af en onderzochten dan de bodem van zo'n stukje; daarna haalden ze er weer een laagje af en onderzochten daar de bodem weer van, en zo gingen ze steeds dieper. De tweede manier was in de diepte; er werd een stuk uit de grond gehaald en dan onderzochten ze de zijkanten.

Al met al vonden we het zeer leerzaam, maar toch ook wel anders dan we ons hadden voorgesteld. We dachten dat het er toch wel anders uit zou zien, want we hadden verwacht dat we toch nog wel een aantal oude stenen op elkaar zouden zien staan, net zoals later bij de stadswandeling. Maar het was toch wel leerzaam en een stuk beter dan een dag op school.

Museum Het Valkhof

Ons tweede bezoek was aan Museum Het Valkhof; dit is een museum waar ze een grote verzameling Romeinse archeologie hebben en ook een collectie moderne kunst. Ook hebben ze oude kunst met veel over de geschiedenis van Nijmegen. Vroeger lag in Nijmegen een groot Castra (Romeins legerkamp), waarvan teruggevonden stukken in het museum staan uitgestald. In het museum hebben we de meeste aandacht geschonken aan de Romeinse archeologie. We werden rondgeleid door een vrouw die alles duidelijk uitlegde en ons na de rondleiding ook nog even zelf liet rondkijken.

In het museum was veel te zien. Er was veel informatie over de Romeinen die zich ten westen van Nijmegen hadden gevestigd. Daar heeft men ook veel voorwerpen gevonden. In veel van die voorwerpen was het teken LX (= het tiende legioen) gekrast.

In het museum was een maquette gemaakt van zo'n nederzetting van de Romeinen. Op die maquette was te zien hoe de nederzetting er ongeveer had uit gezien. In zo'n nederzetting hadden ze huizen, badhuizen, pottenbakkers, bestuursgebouwen, enz.

Bij de opgravingen hadden ze ook veel vloeren gevonden, die in lagen steen waren opgebouwd. Deze vloeren waren van badhuizen, want door de openingen van de lagen kon stoom heen worden geblazen. Zo hadden ze een warme vloer. Naar het badhuis namen de Romeinen altijd olie mee, die lekker rook, en een " schraper". Romeinen gebruikten geen zeep in het badhuis om zich te wassen; ze smeerden zichzelf in met olie, en daar ging het vuil dan aan vast zitten; zo konden ze dit met de schraper zo van hun lichaam afhalen.

Buiten de nederzetting waren de begraafplaatsen. Romeinen kregen altijd veel spullen mee hun graf in. Romeinen geloofden dat de overledene het nog wel nodig zou hebben in de onderwereld. Aan deze spullen kon met zien wat voor een beroep hij of zij had. Veel van deze spullen zijn teruggevonden. Romeinen werden vaak gecremeerd.

Romeinen handelden veel in water, wijn, kruiden en specerijen. Dit deden ze in kruiken, die verschillende vormen hadden. Wijn en water ging in langwerpige kruiken en kruiden en specerijen in bolle ronde kruiken.

Rondleiding

Als laatste onderdeel van de dag in Nijmegen hadden wij de rondleiding door de oude binnenstad. Die werd ingekort omdat we te laat waren begonnen en we moesten wel weer op tijd op school zijn.

Eerst liepen we langs een kapel uit de middeleeuwen waarin nog stukken van Romeinse gebouwen waren verwerkt, zoals zuilen en dat soort dingen die men had gevonden en gewoon weer in hun eigen gebouwen had gebruikt.
Daarna gingen we naar een uitkijkpunt aan de Waal waar de Romeinse Keizer Karel de Grote had gestaan en de vijandelijke schepen had zien aankomen; er stond daar ook op het hekje wat hij had gezegd. We liepen verder over een boulevard langs de rivier en dan weer omhoog. Daarna kwamen we nog langs een kerk waar we helemaal omheen liepen en nog langs een oud gymnasium waar nu een advocatenkantoor inzat. Toen gingen we weer terug naar het museum waar de bussen stonden.

Conclusie

Het was een leuke en leerzame dag in Nijmegen en we hebben veel geleerd over de geschiedenis van Nijmegen en de Romeinen die daar waren. Bijvoorbeeld dat de Romeinen werden gecremeerd en dat ze allemaal dingen meekregen in hun graf. Ook hebben we gezien hoe archeologen te werk gaan en de resten van legerkampen gezien. En nog veel meer.

Wij hopen dat u veel plezier heeft gehad met het lezen van ons verslag.

Bronnen

De bronnen die we gebruikt hebben zijn:

Folder uit het museum
Rondleidster bij de opgravingen
Rondleidster in het museum
Meneer Lockefeer die ons de rondleiding door de stad gaf
De internet-site www.home.zonnet,nl/hoorn88/index.html


REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.