Lent50kV

© Rudo Hermsen; digitale bewerking 16-12-2017 Mark van Loon/Stichting Noviomagus.nl

50 kV station Lent
het prille begin van de ultra hoge spanning in Nederland (1922-1930)

door Rudo Hermsen


Het prille begin · Filmfragment · Verwijzing en bronvermelding


In 1915 werd de Provinciale Gelderse Elektriciteits Maatschappij (PGEM) opgericht. Men wilde de elektriciteitsvoorziening door de Provinciale Overheid laten regelen, om de gebieden buiten het bereik van de weinige Gemeentelijke en particuliere bedrijven ook van stroom te kunnen voorzien en om met een grote elektriciteitscentrale efficiënter energie te kunnen produceren.
In die tijd was reeds duidelijk dat Radiostation Kootwijk in de toekomst een van de grootste afnemers zou worden en daarom lag er in 1918 een voorstel om vanuit Nijmegen (de grootste en later enige centrale in Gelderland) rechtstreeks een lijn naar het zendstation Kootwijk te leggen. In 1922 werd de eerste opzet van een Gelders hoogspanningsnet in gang gezet door een 50 kV (50 kiloVolt - 50.000 Volt) lijn aan te leggen van Lent via Arnhem naar Apeldoorn. Het eindstation was toen het 50 kV station Apeldoorn Zuid. In de eerste jaren werd deze lijn nog bedreven met 10 kV maar dit werd al gauw omgezet naar 50 kV. In 1924 werd begonnen met de bouw van het 50 kV station in Lent, het eerste openlucht-transformatoren station van Nederland. Dit werd op 29 juli 1925 officieel geopend.

Opstelling van de transformatoren van Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek NV in het 'provisorium' van het 50 kV (50 kilovolt - 50.000 volt) onderstation/verdeelstation van de Provinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij aan de Oosterhoutsedijk. Rechts villa Bato (1924)

Het prille begin van de "ultra hoge spanning", 50 kV.

Rond 1915 werd in Gelderland de stroom ingekocht van de centrales in Nijmegen, Arnhem en waarschijnlijk ook nog van de Elektriciteits-maatschappij Overveluwe te Ermelo. Deze laatste had een gering vermogen en speelde niet echt mee in de totale elektriciteitsvoorziening. De energie werd getransporteerd op 10 kV niveau, meestal d.m.v. kabels. Een stad als Nijmegen had een 6 kV distributienet. De centrale in Nijmegen (toen nog aan de Waalkade) werd in 1921 overgedragen aan de Provinciale Geldersche Electriciteits-Mij. Begin 1923 werd geen stroom meer betrokken van de centrale in Arnhem, zodat praktische alle energie in Nijmegen opgewekt moest worden en van daar uit (op 10 kV niveau!) getransporteerd moest worden naar alle uithoeken van de provincie.

De sterke groei van het stroomverbruik in de regio's Arnhem en Apeldoorn maakte het noodzakelijk om naar een hogere spanning voor het transportnet om te zien. Het spanningsverlies tussen Nijmegen en Apeldoorn was bij 10 kV te groot en betrouwbare regelschakelaars waarmee men onder belasting de spanning kon regelen hadden nog niet hun intrede gedaan. Het probleem van de lange afstanden en het toenemende stroomverbruik kende men reeds in Duitsland waar in 1917 al een transportverbinding (Dessau / Bruinkoolgebied - Berlijn) was met een spanning van 110 kV. Ook Brabant had reeds een 50 kV verbinding tussen de Donge centrale en de regio Helmond / Eindhoven.

Daar kwam voor het gebied rond Apeldoorn nog bij dat in WO I (1914-1918) het Rijk besloot om een zendstation te bouwen voor radiotelegrafie met het toenmalige Nederlands-Indië. Dit zou in Kootwijk moeten komen en heette later Radio Kootwijk (bekend van "Hallo Bandung"). Voor dit radiostation was een enorm vermogen nodig en het ver afgelegen Nijmegen moest dit leveren.

In 1919 besloot de PGEM tot de bouw van een 50 kV verbinding Nijmegen - Arnhem - Apeldoorn. Deze moest over de Waal en de Rijn. Omdat de Rijn bij Arnhem tamelijk smal is, voorzag men daar geen probleem. Anders was het in Nijmegen met de veel bredere Waal. Een rivierkruising met een lijn op hoge masten vond men gezien de breedte te riskant. Voor het alternatief, een 50 kV kabel, was de techniek nog niet ver genoeg. Daarbij kwam nog dat er op de centrale op de Waalkade nauwelijks ruimte was voor een 50 kV station. Er werd daarom gekozen voor een 10 kV kabelverbinding (de generatorspanning was 10 kV) tussen de centrale op de Waalkade en de overkant van de rivier, het dorp Lent. Hier zou dan een 10/50 kV station gebouwd worden. Het 50 kV net werd "Ultra hooge spanningsnet" genoemd. "Lent" werd als een provisorium gebouwd en kreeg een paar jaar later zijn definitieve gestalte, de naam "provisorium" is echter nog lang in zwang gebleven.

Kabelhaspels op de kade met de kabels voor het transport van stroom van de Centrale naar het 50 kV onderstation/verdeelstation in Lent (1928). Bron: Regionaal Archief Nijmegen

Groepsfoto met vertegenwoordigers van de PGEM, genomen tijdens het leggen van de kabels voor het transport van stroom onder de Waal door van de Centrale naar het 50 kV station in Lent (1924). Bron: Regionaal Archief Nijmegen

Plattegrond van het openlucht-transformatorstation, bron: Elektriciteitsvoorziening in Nederland VDEN (1926).

Links: Het bedieningsgebouw met de hijstoren van ontwerper/architect Hendrik Fels. Op de achtergrond de spoorbaan Nijmegen-Arnhem met treinstation Lent. Rechts: Transportverbinding tussen treinstation Lent en de hijstoren van het bedieningsgebouw (1924-1925).

50 kV station Lent 1934

Filmfragment aanleg kabelverbinding Nijmegen - Lent (1928)

Hieronder de prachtige film van de aanleg van de kabelverbinding van Nijmegen naar Lent onder de Waal door uit 1928. Daarop zijn ook de transformatoren te zien en ze zijn dus van Smit. In eerste instantie dachten wij dat ze van Siemens waren, maar dat waren de grote kabel haspels. De eerste kabels door de Waal zijn overigens niet in 1928 maar in 1922 getrokken. Lent was toen nog een 10 kV station. De kabel die in 1928 werd getrokken was dus ter versterking of vervanging van de veel te krap bemeten kabel uit 1922.

Klik hier voor de film kabelverbinding Nijmegen - Lent 1928
De film is gemaakt door Willy Mullens, filmpionier en een van de bekendste filmmakers van Nederland uit die tijd, bron: Beeld en Geluid

Lees het hele artikel op de historische website www.willemsmithistorie.nl.
Bron: Regionaal Archief Nijmegen (foto's 50 kV), Jan-Willem Udo (foto Kootwijk), Boek Geschiedenis van de Provinciale Geldersche Elektriciteits-Maatschappij 1915 - 1940, Stichting Willem Smit Historie Nijmegen.

terug naar Gastredactie-overzicht

Reactie 0:

Rudo Hermsen, 16-12-2017: 50 kV station Lent
Reactie 1:

Gerrit de Kluys, 04-04-2018: later diende dit mooie gebouw als magazijn, ik heb daar jaren gewerkt.
Reactie 2:

René Eekelder, 25-09-2024: Gelderlander en PGNC gaan op 29-07-1925 uitgebreid in op de opening van het 50.000 volt station in Lent.
Directeur van de P.G.E.M. H. Lohr geeft daarbij een beschrijving van dit complex en het unieke van de openlucht opstelling, zoals weergegeven in het PGNC:
In het hoofdgebouw bevinden zich het bedienings- of schakellokaal, een directiekamer, wachtlokaal, smoor-spoelinrichting, hijschtoren, werkplaats en oliereinigingslokalen. Voorts zijn apart drie arbeiderswoningen gebouwd. Het overige is het eigenlijke 50.000 Volt station. Het merkwaardige van dit station, ook uit technisch oogpunt, is, dat alle toestellen niet zijn opgeborgen in een groot gebouw, maar opgesteld zijn in de open lucht. Het voorbeeld van Amerika is gevolgd, waar deze openluchtstations vrijwel algemeen toepassing hebben gevonden. In ons land was er alleen in een kleine installatie in Zuid-Limburg een dergelijke openlucht­installatie. Op groote schaal is het hier de eerste toepassing in Nederland. Eén gebouw had er een moeten zijn van verbazende grootte en wel vier verdiepingen hoog. Bovendien wordt in een openluchtstation de beveiliging van het bedienend personeel veel meer bevorderd. Een ander voordeel is, dat altijd uitbreiding mogelijk is zonder dat men behoeft te sloopen.[..]
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.