Munt

Paul van der Heijden

Nijmeegs oudste munt

Nijmegen is de oudste stad van Nederland. Maar wat is er nog oud in Nijmegen? Elke aflevering gaan we op zoek naar onze levende geschiedenis.

De komst van een speciale Nijmeegse herdenkingsmunt in het jubeljaar 2005 biedt een goede gelegenheid om even stil te staan bij de Nijmeegse muntgeschiedenis. De eerste munten in onze streken danken wij aan de Bataven uit de eerste eeuw voor Christus. Rond het begin van de jaartelling maakt Nijmegen kennis met een heuse geldeconomie, ingevoerd door de Romeinen. Daarin circuleren eeuwenoude munten, zoals blijkt uit de vondst van een quinarius op de legerplaats van het Kops Plateau. Dit zilveren muntje stamt uit ongeveer 210 voor Christus en is met afstand de oudste muntvondst van Nijmegen.
Na de Romeinse tijd valt de beschaving weer ver terug en verdwijnt de munt als betaalmiddel, ten gunste van de primitieve ruilhandel. Begin zevende eeuw laten Merovingische vorsten op het Valkhof gouden munten maken: de eerste, in Nijmegen geslagen munten. Ze zijn niet om mee te betalen, maar om te pronken. Vanaf de elfde eeuw komt de geldeconomie weer op gang. De oudst bekende stedelijke munt - met het Nijmeegs stadswapen - stamt uit 1462. Uit de archieven kennen we ook de muntmeester: Arnt van Ochten, aangesteld in 1457. (PH)

Meer informatie? Kijk op de gastredactiepagina van Kees Pannekeet: "Nijmeegs kopergeld"

Eerder verschenen in magazine